Ik lees voor de cultuurbijlage van Dagblad van het Noorden het boek Rilke en de wijsheid van de letterkundige, voormalig uitgever en thans hovenier Jan Oegema. Dat lezen gaat ploeterend. Steeds als ik er een hoofdstuk op heb zitten, of iets meer, ben ik uitgeput en vraag ik mij af of ik er wel iets van begrepen heb. Dat laatste kan of zal aan mij als lezer liggen. Maar helemaal vrij uit gaat de schrijver niet.
Rilke en de wijsheid is een ongewoon boek. Dat heeft met uitgangspunten en doelen van Oegema te maken, maar ook met toon en structuur. De toon is enthousiast, waar enige nuchterheid en twee beentjes op de vloer volgens mij soms beslist geen kwaad had gekund. De structuur is ondoorzichtig, wijdlopig en vol van herhaling. Als een jungle, bezocht door iemand die het weiland gewend is.
Wat niet wil zeggen dat Rilke en de wijsheid is slecht boek is. Integendeel, het is zeer interessant. Het doet denken aan Er is geen ander zijn dan anders zijn, het boek dat Barber van de Pol over Carry van Bruggen schreef: een persoonlijke interpretatie van leven en werk. Het doet ook een beetje denken aan de biografie die Rudiger Safrankski over Hölderlin schreef: een poging om een dichter te duiden.
En het doet denken aan een zelfhulpboek geïnspireerd door een goeroe. Dat laatste lijkt de bedoeling van Oegema. In zijn inleiding schrijft hij dat 'de dynamiek van leerling- en meesterschap het dragende thema is van dit boek'. Hij bedoelt daarmee dat Rainer Maria Rilke (1975 – 1926) ooit een leerling is geweest die daarna meester werd om uiteindelijk opnieuw leerling te worden. We kunnen iets van kunstenaars leren, stelt Oegema.
Dat ben ik volmondig met hem eens. Laatst stak ik iets op van Tjitske Jansen toen haar in het televisieprogramma Op Weg naar Wijsheid door de wandelende interviewer Klaas Drupsteen gevraagd werd waarom ze ooit is gaan schrijven. "Ik wilde tijd hebben", reageerde Jansen. "Als je geen tijd hebt, kun je niet kijken en niet voelen. Wat je als kunstenaar doet, is stil staan bij waar je geneigd bent aan voorbij te gaan. Het gaat om zijn. We zijn human beings, geen human doings."
Als ik probeer Rilke en de wijsheid heel kort samen te vatten is het een 337 bladzijde tellend en bij vlagen zeer enthousiast pleidooi om Rilke te lezen, omdat diens gedichten wat betreft inhoud en effect, strekking en werking zeer de moeite waard zijn. Je zou kunnen zeggen dat Oegema met zijn boek doet wat hij predikt. Hij probeert als meester zijn publiek iets bij te brengen: lees dit, dit helpt in geval van liefde, dood en rouw, misschien heb je hier iets aan.
Het siert de schrijver dat hij zijn boek vergezeld laat gaan van een waarschuwing vooraf. "Dit is een boek met gedichten, briefcitaten, filosofie en ergens halverwege een meditatie. Het onderwerp is Rainer Maria Rilke, de rode draad is spiritueel leiderschap en het doel is tweeledig. Het wil het gesprek openen over overdracht van wijsheid in de hedendaagse kunst en Rilke presenteren als een bijna ideaal voorbeeld."
Nu weer verder lezen.