Voor wie zijn insectenhotels bedoeld, voor het ecosysteem of voor de economie?

1 Insectenhotel Geesbrug
Een paar jaar geleden kreeg ik een insectenhotel cadeau, een bouwwerkje dat is bedoeld om de biodiversiteit te stimuleren en insecten, het liefst bijen, een kans te geven zich voor te planten zodat ze daarna bloemen kunnen bestuiven en zich mogen laten opeten door de vogels. Ik gaf het hotel een plek in onze tuin en wachtte af. Een succes werd het niet. Blijkbaar voldeed het niet aan de wensen van de vliesvleugeligen.

Sindsdien kijk ik ietwat jaloers naar wat er zoal op dit gebied gaande is. En dat is nogal wat. Achter het verschijnsel lijkt een complete industrie schuil te gaan, die wordt aangejaagd door natuurorganisaties en geëxploiteerd door bouwmarken en tuincentra. Ik kan mij niet aan de indruk onttrekken dat er behoorlijk wat geld in omgaat - een ecosysteem waarbij eco staat voor economie. Je kunt er subsidie voor krijgen, daar begint het meestal mee, heel goed dat er een overheid is. 

1 Bijenkerk Sleen

Ondertussen worden de insectenhotels steeds groter en buitenissiger. Duurder ook, vermoed ik. Dit voorjaar trof ik een fraaie bij de kerk van Sleen, met een architectuur geïnspireerd op diezelfde kerk. Bij nadere inspectie leken er geen insecten te logeren. Misschien was het nog te koud, misschien was het seizoen nog niet daar, misschien keek ik niet goed. Wat ik wel zag, was kort gemaaid gras in de omgeving. Volgens mij houden insecten daar niet van.

Deze week zag ik bij Geesbrug, ja ik ben een man van de wereld, een minstens zo bijzondere variant. Het plaatselijke hotel was gebouwd in de vorm van de letter ‘g’ en fungeerde meteen als een dorpsmarkering. Slim bedacht, zeker vanuit toeristisch oogpunt. Het kon niet anders of er was veel bouwplezier aan voorafgegaan. Knutselende mannen in een schuurtje, vrouwen die komen kijken, biertje erbij. Jubelende kinderen. Gezellig, gezellig. Sociale cohesie is goed voor de mens en de leefbaarheid. 

Maar ook hier zag ik nergens insecten.


Een muurgedicht in Emmen, aan de gevel van woonzorgcentrum Holdert

1 Muurgedicht Emmen
Het aantal gedichten in de openbare ruimte van Emmen, mijn woonplaats, is zo schaars dat ik van maar twee plekken met ‘straatpoëzie’ weet.

Een bevindt zich in de hal van een parkeergarage en omvat regels van drie verschillende dichters: Marja Boet, Pim te Bokkel en Josephine Banens. De ander hangt aan de muur van de McDrive en bestaat uit regels van Daniël Lohues’ Op fietse.

Drie jaar geleden verstrekte de burgemeester van Emmen, Eric van Oosterhout, op de informele wijze die hij als geen ander machtig is een opdrachtje aan zowel de Gemeentedichters van Emmen als Stichting Taalpodium Emmen (STEMM) om meer straatpoëzie mogelijk te maken. ‘Wie weet er nog een gevel?’, opperde Van Oosterhout destijds.

Sindsdien is er bij mijn weten geen dichtregel bij gekomen in Emmen. STEMM heeft het druk met het 35-jarig bestaan, dat later dit jaar wordt gevierd in Facet, naast de ingang naar voornoemde parkeergarage. De Gemeentedichters van Emmen zijn, zoals altijd, druk met het zoeken naar inspiratie die de gloriejaren 2015 en 2016 kunnen doen herleven.

De door Van Oosterhout begeerde gevel bevindt zich ondertussen aan de, meen ik, oostzijde van woonzorgcentrum Holdert. Zie foto.


Van 2,25 euro per Drentse inwoner naar 3,03 euro. De verdeling van cultuursubsidies blijft scheef

Verdeling Cultuursubsidies Drenthe 2025 - 2028
Het is nu bijna twee weken geleden dat de Raad voor Cultuur en de belangrijkste cultuurfondsen bekendmaakten wie wat hen betreft de komende jaren Nederland van kunst en cultuur mogen voorzien.

Door afleidende werkzaamheden heb ik op deze plek nog niet gemeld wat een en ander voor Drenthe betekent. Met dank aan de woordvoerder van cultuurgedeputeerde Jisse Otter hierbij alsnog de reactie van de provincie op de verdeling:

‘We zijn blij om te zien dat er dit jaar meer geld naar de Drentse Cultuursector komt, echter zien we ook dat hiermee enkele instellingen achter het net vissen. Loods13 is zo’n voorbeeld, ze hebben een positieve beoordeling ontvangen maar helaas vallen zij buiten het beschikbare toe te kennen budget.

Ook zien we dat er nog te grote verschillen zitten tussen de provincies: provincie Drenthe is van 2,25 naar 3,03 euro aan per inwoner besteed geld voor Cultuur vanuit het Rijk. In de provincie Noord-Holland ligt dit op 72,02 euro (voorheen 60,94 euro). Graag gaan we dan ook in gesprek met het Rijk over de verdeling van de Matchingsgelden Verbreding en Vernieuwing.

Wij willen dat de middelen anders verdeeld worden, op een manier die meer (of beter gezegd: goed!)  aansluit bij de echte witte vlekken in de culturele infrastructuur in Nederland en de beoogde bijdrage van het Rijk per inwoner per provincie beter verdeeld wordt. Hiervoor gaan we, zowel in de samenwerking met We The North als ook als provincie, politiek Den Haag oproepen om dit te veranderen. Want immers ook hier geldt: Elke Regio Telt!’

Loods13 heeft aangekondigd bezwaar aan te tekenen tegen het besluit van het Fonds voor Cultuurparticipatie om geen geld beschikbaar te stellen voor een positief beoordeeld plan. Peergroup gaat bij het Fonds Podiumkunsten bezwaar aantekenen tegen een negatief advies dat uit de lucht is komen vallen.


Herman Roozen stript zich de geschiedenis van Coevorden in

3 Coevorden in stripvorm
Het Stedelijk Museum Coevorden telt slechts twee etages, en op de bovenste loop je voortdurend gevaar je kop te stoten. Maar het meest verrassende is dat het museum er steeds weer in slaagt de lokale geschiedenis op een verrassende manier te belichten.

Deze zomer is de hulp ingeroepen van Herman Roozen, voormalig Striptekenaar des Vaderlands. Op de tentoonstelling Coevorden in stripvorm wordt zijn werk gecombineerd met museale objecten die het verhaal van de oudste stad van Drenthe vertellen. Een gans en een ganzenhoedster fungeren als gids.

Vier thema’s worden behandeld: tradities, fabels en legenden, karakteristieke gebouwen en archeologische opgravingen. Wat betreft het laatste wordt een verse vondst getoond: een zilveren munt die tussen 1367 en 1378 is geslagen en tamelijk recent in Rosmalen, Noord-Brabant is teruggevonden.

2 Coevorden in stripvorm

Ook is een ridderspoor te zien; Coevorden heeft als voormalige vestingstad een flinke krijgsgeschiedenis achter de rug. De grondvondst is aangegrepen om Roozen te laten vertellen dat bijna alle striptekenaars moeite hebben met tekenen van paarden. Ter illustratie laat hij tekenschriftjes uit zijn middelbare schooltijd zien toen hij een ridderstrip probeerde te tekenen.

De hunebedden komen eveneens aan bod; het gaat in het Stedelijk Museum niet alleen om de geschiedenis van de stad. De link bestaat hier uit de in Coevorden overleden, fantasierijke dominee Johan Picardt (1600 – 1670) die in Annales Drenthiae beschreef dat de 'steenhopen' gebouwd zijn door reuzen.

Wat betreft de karakteristieke gebouwen wordt verteld hoe de strocartonfabriek Hollandia uit 1926 de aanzet gaf tot een muziekvereniging die in de Tweede Wereldoorlog bij een bombardement alle instrumenten verloren zag gaan. Het gespaard gebleven vaandel wordt getoond in combinatie met een prent van Roozen waarin muziek een rol speelt en een strip waarin fabrieksmatig een (corona)probleem wordt opgelost.

1 Coevorden in stripvorm

Roozen spit als striptekenaar graag in het verleden; een van zijn eerste centsprenten ging over het IJzerkoekenoproer uit 1770.  In het museum komt de combinatie strips en historie soms geforceerd over, maar origineel is het wel. Daarbij: wie trek heeft in meer geschiedenis kan terecht op een visueel aantrekkelijke eerste verdieping met nog veel meer verleden.

Dat laatste verklaart wellicht het lege bureau op zolder waar de stripmaker wordt geacht te werken. Zijn jasje hangt over de stoel, zijn tekenspullen liggen er, net als het boek dat hij heeft gemaakt ter afsluiting van zijn Stripmanschap des vaderlands. Roozen was tijdens mijn bezoek nergens te bekennen. Vermoedelijk even de benen strekken. Of elders geschiedenis schrijven

De tentoonstelling Coevorden in stripvorm. De historie van Coevorden in twaalf strips is te zien tot in maart 2025.


Dit zijn de kanshebbers voor de Drentse Anjer Prijs en voor de Groene Anjer Prijs

Drentse Anjer Prijs Groene Anjer Prijs
De uitreiking laat nog even op zich wachten, tot 29 november door Jetta Klijnsma, maar de nominaties voor de Drentse Anjer Prijs en Groene Anjer Prijs zijn bekend gemaakt. Dat gebeurde via een persbericht dat is verstuurd door het Cultuurfonds Drenthe. Begeleidende foto is van vorig jaar.

Drentse Anjer Prijs

Stichting Koorschool Viva la Musica, De Wolden en Meppel

Dit is een zang- en kooropleiding voor kinderen en jeugd van 4 tot en met 24 jaar. Zij heeft in Drenthe kinder- en jeugdkoren in Zuidwolde en Meppel en daarnaast in Zwolle. De koorschool werd in 1989 in Zuidwolde opgericht door Wilma ten Wolde. Sinds 2007 is de artistieke leiding in handen van Ceciel van der Zee. Er zingen momenteel ruim 80 leerlingen bij Viva. De jury is onder de indruk van de mogelijkheden aan muzikale vorming die het koor jongeren al 35 jaar biedt, de laagdrempeligheid en de verbindende rol. De koorschool draagt volgens de jury in belangrijke mate bij aan het vergroten van het culturele bewustzijn en de waardering ervan door de jongeren.

Kunst aan de Vaart, Assen

Elk jaar organiseert Kunst aan de Vaart (KadV) een kunstevenement waarbij bewoners en bedrijven langs de Vaart hun huizen en tuinen openstellen voor kunstenaars en musici (veelal uit het Noorden). Veel van deze panden zijn van grote historische en monumentale waarde. De jury heeft waardering voor de organisatie die ieder jaar samen met vele vrijwilligers inzet pleegt op het professionaliseren van het evenement. Ook is de jury enthousiast over de samenwerking met Minerva en de samenwerking met het Prins Claus Conservatorium. Hiermee biedt Kunst aan de Vaart aanstormend talent niet alleen een bijzonder podium maar ook een waardevol leerproces.

Stichting Cultureel Bolwerk Veenkoloniën, Valthermond

Culturele activiteiten in de Veenkoloniën worden gestimuleerd, onder andere door de instandhouding van een architectonische concertzaal in de monumentale concertboerderij d’Rentmeester. Hier kan de bezoeker concerten beleven in een huiskamer maar dan één met proportionele afmetingen. In de boerderij vinden concerten tot 200 personen plaats, waarbij je iedere noot hoort én voelt. De kenmerkende akoestiek en warme sfeer in de concertboerderij maakt optredens tot een ware beleving. De jury is positief over het podium dat geboden wordt aan lokale artiesten en allerlei cultuurdisciplines. Volgens de jury leveren de activiteiten een positieve bijdrage aan de culturele bloei van de Veenkoloniën.

Groene Anjer Prijs

Stichting Steenuilenwerkgroep Drenthe

De werkgroep houdt zich niet alleen bezig met onderzoek naar de steenuil, maar zet de kleinste uilensoort van Nederland ook in als ambassadeur voor behoud van het kleinschalige Drentse landschap. De jury vindt het bewonderenswaardig dat de stichting niet alleen veel vrijwilligers aan zich weet te binden, maar ook goede contacten onderhoudt met de bewoners die steenuilen op hun erf hebben. Inmiddels bezoeken de vrijwilligers van de werkgroep jaarlijks zo’n duizend erven. Door educatie en voorlichting profiteert niet alleen de steenuil van het intensieve beschermings- en voorlichtingswerk maar ook een keur aan andere soorten in het agrarische cultuurlandschap.

Vereniging voor natuurbescherming Zuidwolde e.o.

Drenthe kent veel natuurverenigingen met een lange geschiedenis. Een daarvan is de Natuurvereniging Zuidwolde. Al vijftig jaar zet de vereniging zich in voor behoud, bescherming en ontwikkeling van het landschap rond het dorp Zuidwolde. Met maar liefst zestien verschillende werkgroepen houden ze zich bezig met onderzoek, onderhoud en versterking van het landschap, educatie en nog veel meer. Het spreekt de jury erg aan dat ze ook volop inzetten op jeugdeducatie en in en om Zuidwolde een groot bereik en draagvlak hebben onder de inwoners. Van het onlangs gemaakte boek over de natuurwaarden op de begraafplaats van Zuidwolde, ter ere van het vijftigjarig bestaan, werden bijna 5000 exemplaren huis-aan-huis verspreid in het dorp en de omliggende buurtschappen.

Stichting Natuurbelang De Onlanden

De stichting zet zich sinds 2000 in voor het ‘nieuwe’ natuurgebied dat is ontstaan in de Kop van Drenthe, onder de rook van Groningen. In het gebied, dat ook als waterbergingsgebied is aangemerkt, komt ze vooral op voor het behoud en de ontwikkeling van de unieke natuurwaarden die zijn ontstaan. Jaarlijks levert ze onder meer een uitgebreid en professioneel broedvogelrapport op, maar brengt ze ook actief en constructief het belang van de bijzondere flora en fauna voor het voetlicht bij allerlei ruimtelijke plannen in en rondom het gebied. De stichting, met een relatief kleine harde kern, heeft veel donateurs – ook wel Onlanders genoemd – aan zich weten te binden. Ze is daardoor een belangrijke sparringpartner voor de terrein beherende organisaties en overheden en omvangrijk in haar werkzaamheden en invloed.


Meer regionale spreiding van cultuurgelden? In Drenthe en Groningen zie ik het nauwelijks

Verdeling Raad voor Cultuur
Woensdag was een spannende dag voor de cultuursector in Nederland. Met paar drukken op de knop maakten zes fondsen plus de Raad voor Cultuur bekend welke gezelschappen en instellingen wat hen betreft steun verdienen voor komende jaren.

Als een bezetene probeerde ik, samen met collega's, in beeld te krijgen wat dat voor Drenthe, Friesland en Groningen betekent. In mijn geval luisterde ik eerst naar de uitleg van Raad voor Cultuur-voorzitter Kristel Baele, spitte haar adviezen door en las vervolgens de besluiten van het Fonds Podiumkunsten, het Fonds voor Cultuurparticipatie, het Mondriaan Fonds, het Letterenfonds, het Filmfonds en Stimuleringsfonds Creatieve Industrie.

Nog meer bezeten ging ik daarna appen en bellen met winnaars en verliezers. Dit alles om zo snel mogelijk een stuk online te krijgen, want ook in de cultuurjournalistiek geldt dat wie het eerste komt, die het eerst maalt. Wie het ‘nieuws’ later brengt, ook al is dat feitelijk, doordacht en beter geschreven, kortom waarheidsgetrouwer, die treft een lege zaal. Het verzadigde publiek is dan alweer op zoek naar iets anders.

Eenmaal klaar met mijn vergeefse arbeid dacht ik na over de heisa van vier jaar geleden, toen in ‘de regio’ verongelijkt was gesproken over hoe ‘het westen’ alle cultuursubsidies voor zichzelf hield en de rest van het land, beter bekend als ‘de provincie’, een paar kruimels liet. Was dat dit keer anders, vroeg ik mij af.

Het antwoord kende ik al. Want het misbaar van 2020 was vooral gebaseerd op de verdeling van geld door het Fonds Podiumkunsten. De Raad voor Cultuur, het Fonds voor Cultuurparticipatie, Het Mondriaan Fonds en zelfs het Letterenfonds letten gewoontegetrouw wel  op ‘de regio’. Daar hoor je niemand over. Net als over de geldverdeling door het Filmfonds en Stimuleringsfonds Creatieve Industrie, waar geen mens buiten Amsterdam wakker van ligt.

Verdeling MondriaanFonds
Toch was de spreiding van cultuurgelden een item geworden. Begin dit jaar ging er in mijn kringen, waar men eerst massaal FVD, daarna massaal BBB en weer daarna massaal PVV stemde, een gejuich op toen voornoemde Raad voor Cultuur het advies Toegang tot cultuur publiceerde met onder meer de constatering dat in ‘de regio’ leemtes bestaan die aandacht verdienen.

Enige tijd later verscheen in een krant, ik weet niet meer welke, een artikel waarin werd gesteld dat sommige gezelschappen na weging van kosten en tijd liever in het buitenland optreden dan in ‘de provincie’. Zie je wel, was de gedachte.

Vorige maand stond tijdschrift Boekman in het teken van ‘cultuur in de regio’. Liefst drie ondertitels telt het nummer: ‘eerlijke verdeling’, ‘verschillen en behoeften ‘en ‘onderbenut talent’. Wat ik in het blad las, in artikelen zoals van Edo Dijksterhuis, staat haaks op de idee dat ‘de regio’ meer geld voor cultuur zou moeten krijgen. Een gezamenlijke column van Cas Smithuijsen en Inge van der Vlies getiteld ‘Antirandstadretoriek’ volgde die toon.

Enfin, om Martin Bril te citeren, woensdag werd de subsidiedouche opengedraaid. Ik zag een herhaling van zetten.

Een Friese BIS-instelling erbij (Explore The North) en een Groningse BIS-instelling erbij (Eurosonic Noorderslag, die er al in zat). Maar ook: géén positief BIS-advies voor D:DNA uit Donderen, géén positief BIS-advies voor Garage TDI uit Assen, géén positief BIS-advies voor het Groninger Museum. Wel een voorwaardelijk advies voor het Drents Museum.

Tel uit je winst.

Raad voor Cultuur-voorzitter Baele had het al aangegeven: regionale spreiding is van belang, maar ondergeschikt aan andere criteria, waarvan artistieke kwaliteit het zwaarste telt.

En het Fonds Podiumkunsten, de meest spraakmakende van allemaal? Dat geeft dit keer gevraagd geld aan Garage DTI uit Assen, maar geen geld aan Peergroup uit datzelfde Assen. Dat is positief over de in de provincie Groningen gesitueerde  Profound Play, ShELFISH, X_Yusuf Boss en Zummerbühne, maar kan hen niet financieel steunen want het geld is op.

Mevrouw Ogterop uit Meppel, Bruckmanprojecten uit Groningen en Wabi Sabi uit Assen krijgen steun van het FPK, maar Jazz te Gast uit Zuidhorn en het Aurofestival krijgen het niet. Het fonds steunt weliswaar zes festivals in Drenthe en Groningen, maar deed dat in 2020 ook al. Opnieuw: tel uit je winst.

Ik citeer nu Viktorien van Hulst, directeur Fonds Podiumkunsten, die door NRC werd geconfronteerd met het gegeven dat tachtig procent van de aanvragen uit de vier grote steden een positief advies kreeg tegen nu 69 procent: “Ja, je ziet dat de extra criteria voor regionale spreiding daar hebben gewerkt. Maar we zien ook: als we geen aanvragen krijgen, kunnen we ze ook niet honoreren. Het aantal aanvragen uit de Randstad is veel hoger dan van daarbuiten.”

Als we daarnaast constateren dat het Mondriaan Fonds, het Fonds voor Cultuurparticipatie en het Letterenfonds dit keer hebben gedaan wat ze vier jaar geleden ook al deden, indien gerechtvaardigd aanvragen uit de regio positief beoordelen, is er niks of nauwelijks meer regionale spreiding.

Vermoedelijk heeft het te maken met de kwaliteit van de aanvragen. Ik heb zelf wel eens in een adviescommissie gezeten, in meerdere inmiddels, lezen is mijn lust en leven, en weet uit ervaring dat die commissies geld toekennen voor de beste aanvragen. En een goede aanvraag is een leesbare aanvraag die aan de criteria van de geldverstrekker voldoet, ongeacht waar die aanvraag vandaag komt. Jipsingboermussel of Kudelstaart, dat maakt niet uit.

En zo is het dit keer ook gegaan. Vermoed ik. Vrees ik. Denk ik. De tijd vliegt, maar beter wordt het nooit. 


Peergroup deelt hartenkreet op de grote cultuursubsidieverdeeldag

Beeld uit de voorstelling Atropos van Peergroup
Vandaag, woensdag, maken zowel de Raad voor Cultuur als de belangrijkste nationale fondsen bekend wie komende jaren op steun mogen rekenen. Theatergezelschap Peergroup uit Assen heeft de dag aangegrepen voor een hartenkreet die geslaakt wordt in een koor met Grand Theatre, Het Houten Huis, Oranjewoud festival, Profound Play en Wabi Sab:

‘Elke vier jaar solliciteert de culturele sector op haar eigen functie. Dan vraagt ze subsidie aan, om zo met een passend budget haar werk te kunnen doen. Het Rijk, de provinciale en de gemeentelijke overheden kennen de subsidies toe, naast de Rijkscultuurfondsen. Ze hebben één ding gemeen: er is te weinig geld om iedere organisatie te steunen. Zelfs niet als het niveau hoog is.

Daarom zitten wij op woensdag 3 juli - samen met alle cultuurmakers, van festivals tot jeugdtheatergezelschappen, van circus-instellingen tot strijkkwartetten - in spanning voor de computer. Om klokslag 13:00 uur worden de uitslagen bekendgemaakt. Dan weten we of we de komende vier jaren ons werk kunnen blijven doen. Op deze derde dag in juli wordt duidelijk wie wel subsidie krijgt en wie niet, of niet langer. Er zullen organisaties wegvallen of niet de kans krijgen om een rijker cultuuraanbod te genereren op plekken waar al zo weinig aanbod is. Wij houden ons hart vast wie dat gaan worden.'

Lees hier het hele stuk.


Hoe Egbert Streuer met zijn hand van leer Gerard Nijenhuis aaide

In Assen is de TT-week bezig, de reeks aan festiviteiten die voorafgaan aan de Tourist Trophy op het daarvoor bestemde racecircuit dat al zoveel lawaai, stikstof en bij liefhebbers vreugde  teweeg heeft gebracht. In bijgaand filmpje zingt trio Heeren Oud-Zuid het gedicht Egbert Streuer van Gerard Nijenhuis op muziek van Herman Brood maar in dit geval vooral gitarist Danny Lademacher.


Het jaarlijkse overzicht met openluchtspelen in Drenthe en Groningen (+ appendix)

Kijken en spelen in de openlucht 2024
Ieder jaar probeer ik aan het begin van de zomer in mijn krant, Dagblad van het Noorden, een overzicht te publiceren met de openluchtspelen in Drenthe en Groningen. Dat doe ik in de veronderstelling lezers een plezier te doen. Kunnen ze goed voorbereid een plekje uitzoeken in de openluchttheaters van het Noorden.

Nu moet ik bekennen dat ik het begrip openluchttheater hier en daar wat oprek. Peergroup en Zummerbuhne staan er dit jaar tussen met respectievelijk Atropos en De grote vloed, hoewel zij niet in een bestaand theater spelen, maar op locatie in Koekangerveld en Oosterwijtwerd – net als de maken van De vlinderprinses dat in Zweeloo doen.

Toneelgroep Jan Vos haalde het overzicht niet, hoewel ze een flink aantal dagen in Onnen de voorstelling Wind spelen. In ben ervan uitgegaan dat het hier een reprise betreft waarbij het publiek overdekt zit, net als vorig jaar in Eelde. Het gaat dus om de open lucht en de kans een regen bui op de kop te kunnen krijgen.

Met name Drenthe telt een aardig aantal openluchtheaters, het zijn er meer dan de website van de Vereniging Nederlandse Openluchttheaters doet vermoeden. Die van Diever, waar het Shakespearetheater is gevestigd, is met afstand de bekendste en het grootste. Maar je hebt ze ook in Borger, Aalden, Havelte, Ruinen, Schoonlo, Roderwolde en Assen.

Laatstgenoemde plaats ontbreekt dit jaar in het overzicht van de papieren krant, simpelweg omdat ik te laat op de hoogte werd gesteld dat Theatergroep Maria in Campis deze zomer een voorstelling geeft. Wat ik niet weet, kan ik niet melden. Op de website is het gefixed. Bij wijze van appendix het volgende:

Warenhuis op stelten

Tekst: Elise van der Laan

Regie: Hilde Tuijt

Waar: Tivoli, Stadsbroek 11A Assen

Wanneer: 4/7 (try out), 5/7 (première), 6/7, 7/7, 12/7, 13/7 en 14/7

www.buitentheatertivoli.nl

Verhaal:

Warenhuis Van Der Turf wordt gerund door twee families, nadat hun gezamenlijke betovergrootmoeder het heeft nagelaten. De families kunnen echter niet door één deur. Te star om hun aandeel op te geven, proberen ze er het beste van te maken. Totdat er een verboden liefde ontstaat tussen de dochter van de ene familie en de zoon van de andere familie.


Nieuwe Drentse bandjes kijken in Podium34 te Borger

Happenstance Foto Marcel Krijgsman
Eenmaal bekomen van het Hello Festival kunnen luisteraars in Drenthe zich opmaken voor twee avonden met nieuwe muziekjes. Nee, dat heeft geen betrekking op het Holland International Blues Festival dat – met onder anderen Buddy Guy - vanaf donderdag drie dagen achtereen plaatsgrijpt in Grolloo.

Hier wordt verwezen naar twee gratis toegankelijk Baseline-avonden in Podium 34 in Borger met acts die zijn geselecteerd voor Drentsch Peil XL, het coachingtraject van The Bake Shop en Stichting Kunst & Cultuur. Tijdens Baseline krijgen nieuwe Drentse bands en solotypes feedback van experts om hun optredens te verbeteren. Aanvang is steeds 19.30 uur. De line up is als volgt:

15 juni 2024

  • Moonlighter (Borger)
  • Happenstance (Assen – foto)
  • The Meadow (Assen/Steenwijk)
  • Gargalesis (Annen)
  • Joining Ends (Emmen)

22 juni 2024

  • Wood for the Trees (Roden/Borger/Assen)
  • Josue Davis (Assen)
  • State of the Art (Zuidlaren)
  • Radiant Sculptures (Emmen)