Groot nieuws voor u: volgend jaar weer Promising Crossroads

1 DeWolff Promising Crossroads
Het is alweer een paar dagen geleden, maar toch gebeurd: festival Promising Crossroads in Assen. Ik was naar DNK gereisd om in het bijzijn van publiek Jan Donkers en Maarten Zwiers te interviewen over hun fascinatie voor de cultuur van de Verenigde Staten en kon daarna dankzij mijn gele polsbandje nog wat van de concerten meepikken.

Zoals van DeWolff, een band waarvan ik met mijn gebrekkige kennis dacht dat het een trio was. In Assen waren ze komen opdagen met een bassist en twee slecht verstaanbare achtergrondzangeres. Jammer? Ach, ik vermaakte mij met zanger-gitarist Pablo van de Poel. Hij viel op door een pose die vanuit de verte gezien aan een televisiedominee deed denken.

Misschien hoort het bij zijn vaste act. Misschien heeft hij het afgekeken van wat hij tijdens recente plaatopnamen in Muscle Shoals, Alabama heeft geleerd. Het kan ook in de mode zijn. Nick Cave maakt naar ik begrijp momenteel ook al furore als preacherman.

Niemand gaat meer naar de kerk, in de concertzalen wordt het hoogste Woord verkondigd. Hallelujah.

Wat ik nog meer zag: Hannah Mae met Rowdy Prins, een zanger-gitarist die zich Christopher Paul Stelling noemt en de Hilde Vos Band. Zangeres Vos maakte zich bij mij geliefd door haar weigering het podium te verlaten. Ze had te weinig speeltijd gekregen, klaagde ze. That’s the spirit, zou een voorman zijn gehoor toekrijsen.

Volgens de organisatie waren zo’n 647 mensen naar DNK gekomen. Prompt maakte diezelfde organisatie bekend dat ze volgend jaar opnieuw een Promising Crossroads willen organiseren. Dan met Ted Nugent? Of valt dat niet onder de Americana?


Een poging het oprukkende leger tegen te houden. Te beginnen in Drenthe

Shipbuiling Robert Wyatt
In Dagblad van het Noorden staat vandaag een hoofdredactioneel commentaar over de roep om meer ruimte voor munitiedepots, oefenterreinen en gevechtsvliegtuigen. Het is ook te lezen als een pleidooi voor meer ruimte voor het leger in Noord-Nederland.

Dat dit onderwerp actueel en urgent is, mag duidelijk zijn. Tal van deskundigen, vooral het deel dat is geïnteresseerd in geopolitiek, de voorstanders van grote gebaren over de hoofden van kleine mensen heen, zeggen dat meer defensie noodzakelijk en onvermijdelijk is geworden.

In het commentaar formuleert Laura Popken het zo: ‘De tijd van onbezorgdheid is voorbij. Ook voor Nederland is het, als lid van de NAVO, tijd om zich voor te bereiden op een eventuele oorlog. Een dreiging die inmiddels niet meer zo’n ver-van-het-bedshow is. De oorlog in Oekraïne is nog altijd gaande en in het Midden-Oosten voeren Israël, Gaza en Libanon de spanning flink op.’

Even los van het gegeven dat Gaza inmiddels is vernietigd, valt het lastig te ontkennen. En inderdaad, verschillende Drentse commissarissen van de koning hebben de afgelopen jaren meermaals in Den Haag gelobbyd om de kazerne in Assen open te houden. Vanwege de werkgelegenheid, om economische reden. Nu ineens doen alsof dat leger niet welkom is, zou dubbelhartig zijn.

Na lezing zette ik Shipbuilding van Elvis Costello op, gezongen door Robert Wyatt met ijle stem : ‘Is it worth it?/ A new winter coat, and shoes for the wife/ And a bicycle on the boy’s birthday// It's just a rumor that was spread around town/ By the women and children/ Soon we'll be shipbuilding’

Mijn argumenten zijn geen winnende argumenten. Toch mogen ze genoemd, gelezen en gehoord worden, zelfs als ze zijn verpakt als vragen. Zoals: Wat is er straks over van Drenthe als provincie met rust en ruimte? Zoals: Waarom zou je niet tegen het oprukkende leger mogen zijn? En vooral: waarom krijgt de vrede geen stem? 

Wat opvalt in de discussie die nauwelijks een discussie mag heten, is hoe snel de frase Not in my backyard van stal wordt gehaald. Niet zeuren, dit is het echte werk. Maak ruim baan voor de tanks en de vliegtuigen. Mondje dicht, laat onze jongens marcheren.

Met een paar pennenvegen wordt een decennialange geschiedenis doorgestreept waarin mensen zich hebben ingezet vóór leegte, vóór stilte, vóór natuur, vóór de ontwapening. Die mensen hebben ook recht van spreken.

Veiligheid voorop, ja. Maar het geeft geen pas om mensen die opkomen voor andere waarden dan geweld weg te zetten als types die alleen geïnteresseerd zijn in eigen huis en haard. Het geeft ook geen pas om van diezelfde mensen alternatieve locaties te vragen - zo groot is de Flevopolder niet. Het is raar dat je wordt geacht een probleem op te lossen dat je zelf niet hebt veroorzaakt.

Bovenal is het nooit naïef om voor vrede te pleiten. Vladimir Putin mag dan een op feiten gebaseerde bloeddorstige reputatie hebben, een grote meerderheid van de bevolking van Rusland wil volgens mijn bron in de buurt van het Kremlin – slechts 2300 kilometer van hier – met rust gelaten worden. Het zijn in dat opzicht net Oekraïners.

Benjamin Netanyahu mag dan voor alles en iedereen doof zijn, behalve voor jachtvliegtuigen die door de geluidsbarrière knallen en niet te vergeten de allesbehalve precisie-bombardementen. Het verplicht Nederland allerminst tot het leveren van onderdelen om het bombarderen van niet-Israëlisch grondgebied mogelijk te maken en soepel te laten verlopen.

Nou ja, zo dus. Oorlog kent alleen verliezers. Nog maar een stukje Elvis Costello, met nog steeds die stem van Robert Wyatt: ‘With all the will in the world/ Diving for dear life/ When we could be diving for pearls’.


Promising Crossroads, oftewel hoe de amerikanisering Assen in een greep kreeg

Promising Crossroads 2024
In 1998, 26 jaar geleden, werd in Assen de eerste editie van TakeRoot gehouden, een festival met een muziekprogrammering die tegenwoordig Americana wordt genoemd. In 2006 was het evenement zo groot geworden dat de Drentse hoofdstad werd verruild voor Groningen. Deze week keren de makers van TakeRoot terug in Assen met een nieuw festival: Promising Crossroads.

Op de flyers die afgelopen maanden zijn verspreid wordt melding gemaakt van een ‘special Americana celebration’ van ‘southern sound played in the Dutch north’. Op het programma staan optredens van DeWolff, Cordovas, Them Dirty Dimes, Sunken Lands, Hilde Vos Band, Christopher Paul Stelling, Charlie Parr, Voodoo Patrol Club en Hannah Mae.

In de ‘scene’ zijn het vermoedelijk allemaal bekende bands en artiesten. Mij zegt het nagenoeg niets, DeWolff en Hannah Mae uitgezonderd.

Desondanks ga ik er heen. Omdat ik in een zaaltje van DNK voor publiek de Amerika-deskundigen Jan Donkers en Maarten Zwiers mag interviewen over hun – dixit de organisatie –  ‘fascinatie voor de Verenigde Staten, het literaire werk daarover en natuurlijk de aanstaande presidentiële verkiezingen’.

Journalist en radiomaker Donkers (Amsterdam, 1943) is iemand die al jaren zijn liefde voor Amerikaanse muziek verspreid, eerst in tijdschriften en kranten, later via radio en boeken. Voor zijn betrokkenheid bij TakeRoot werd hij onderscheiden met de titel Voice of Amerika.

Zwiers (Hollandscheveld, 1979) studeerde in Groningen Amerikaanse cultuur en geschiedenis en weet veel van de culturele overeenkomsten en verschillen tussen het platteland in de Verenigde Staten en die in Noord-Nederland.

Omdat ik vrijdag beide mannen uitgebreid aan het woord wil laten, grijp ik deze gelegenheid aan hier om te vertellen dat ík tot de school behoor die de Amerikaanse cultuur nogal opdringerig vind. Om die reden ben ik voornemens mijn scepsis als nieuwsgierigheid te verpakken met als centrale vraag of het wel zo goed is dat in Assen en omstreken de amerikanisering zo om zich heen heeft kunnen grijpen.

Voor meer over Promising Crossroads, inclusief kaarten. zie daar.


Bij Daryll-Ann in de Vegafabriek te Kolderveen

Daryll-Ann Vegafabriek Kolderveen
Daryll-Ann speelde zaterdag in de Vegafabriek in Kolderveen. Is dat bijzonder? Misschien niet. Een week eerder verzorgde de gitaarband een optreden in Zwolle. Ook nu betrof het een try-out voor een comeback-tour die vanaf oktober door het land voert.

Eerder deze maand verscheen na een jarenlange stilte weer een album, Spring. De band klinkt daarop als vanouds, las ik ergens. Bij beluistering hoorde ik liedjes met meeslepende gitaarmelodieën, zang in mineur, af en toe tweestemmig, onvoorspelbare uitingen van melancholie. Een vertrouwd fijn geluid waar geen sleet op zit.

Het optreden in Kolderveen trok behoorlijk publiek. Mijn auto werd bijna voor de deur door een verkeersregelaar met een glimlach teruggestuurd naar Nijeveen, waarna ik tien minuten mocht lopen vanaf parkeerplaats 2. Had ik maar eerder moeten komen. Je kunt ook eten in de Vegafabriek. Ze hebben het daar goed voor elkaar.

Volgens mij was het concert niet compleet uitverkocht. Voorin kon je nog prima staan en was het geluid het beste. De meeste bezoekers stonden achterin de voormalige kaasfabriek, vooral het lange volk. Achter mij dus. Dank daarvoor.

Wat mij opviel aan het optreden was de set-opbouw. Ik zou het een doordachte afwisseling willen noemen van oud en nieuw werk. Al luisterend bekroop mij het gevoel dat het nieuwe werk net zo goed is als het oude. Dat moet natuurlijk nog maar blijken, maar slim is het alvast wel.

Dit is stukje overigens geen recensie. Recensies passen niet bij try-outs. Een try-out is een poging erachter te komen of een plan ook in de praktijk werkt. Dit stukje is een persoonlijke poging achteraf woorden te vinden voor wat ter plekke werd ervaren.

Het was nog niet wat het wezen moet. “Ik vind de sfeer een beetje gelaten”, klaagde zanger en gitarist Jelle Paulusma vanaf het podium. “Die zou feestelijk moet zijn.” Wat niet meehielp was dat de bandleden zelf niet de indruk wekten plezier te beleven aan het optreden. Vijf mannen op een rij, nauwelijks onderlinge chemie.

Inderdaad, dat was vroeger ook al zo. Daryll-Ann is nog steeds een frontman-loze, anti-charismatische band. Maar nog steeds geldt: waarom zou het van één kant moet komen? Aan het einde van het optreden, na anderhalf uur, probeerde Paulusma het publiek zover te krijgen Lang zal ze leven te zingen. Dat lukt maar matig. De eerste toegift, Stay, maakte beduidend meer enthousiasme los.

Toen zag ik zelfs iemand een luchtgitaar tevoorschijn toveren. Eindelijk.


Nog net geen herfst

Voor eeuwig gelukkig
Twee mannen aan de deur, keurig gekleed, met aktetassen. Ze wensen mij een goede morgen. Een van hen ruikt licht geparfumeerd en neemt in gebroken Nederlands het woord. De toon is vriendelijk, maar de woorden klinken bezorgd. Of ik ook van mening ben dat het slecht gaat in de wereld. Israël, Oekraïne, oorlogen, het klimaat.

In een moeite door begint de man over de Bijbel, waarin alles wat ons nu overkomt beschreven staat. Hij vertelt over het einde der tijden, over Jezus en over het koninkrijk Gods, dat in de Bijbel wordt beloofd en we hard nodig hebben. De man vraagt hoe ik daar naar kijk.

Dat er te veel oorlogen zijn, kan ik niet ontkennen. En als je de kranten leest en naar televisie kijkt, ziet het er op dit moment inderdaad niet goed uit. Ik beweer dat ik niet in de toekomst kan kijken, dat het zomaar kan zijn dat het hierna weer beter wordt. Blijkbaar ben ik in een goede bui.

De geparfumeerde man begint opnieuw over de Bijbel en wat daar allemaal voor nuttige informatie in staat, voorspellingen ook. Hij citeert Timotheüs: ‘Weet dat in de laatste dagen zware tijden zullen aanbreken. Want de mensen zullen liefhebbers zijn van zichzelf, geldzuchtig, grootsprekers, hoogmoedig, lasteraars, hun ouders ongehoorzaam, ondankbaar, onheilig, onverzoenlijk, kwaadsprekers, onmatig, wreed.’

Er wonen bijna acht miljard mensen op aarde, zeg ik. Van dat aantal willen 7,5 miljard mensen in vrede leven. De meeste mensen willen het goede, werp ik tegen.

De geparfumeerde man begint nu over Mattheüs. Die schreef dat het ene volk tegen het andere volk zal opstaan, dat er hongersnoden en aardbevingen zullen zijn. Het is allemaal uitgekomen, zegt de man. Wat in de Bijbel staat, is waar.

Ik kijk over de hoofden van het duo de straat in. Het is prachtig weer, bijna windstil, de temperatuur voelt aangenaam.

Jullie zijn hier gekomen op een mooie dag, zeg ik. Het is nog zomer, nog net geen herfst. Straks gaat het misschien waaien en regenen en dan pas vallen alle bladeren. Daarna wordt vermoedelijk het winter, kil en grijs. Maar dan, dan wordt het opnieuw lente. Meestal wordt het dan weer beter en begint alles opnieuw.

Dat is waar, zegt nu de andere man. Hij spreekt met een licht Drents accent. In elke knop van een tak zit een nieuwe knop verborgen, dat staat ook in de Bijbel. Ten afscheid krijgt ik een brochure overhandigd. Voor eeuwig gelukkig leven.


Drentse bandjes kijken in Meppel, Borger, Assen en Emmen

1 Marcel Krijgsman  alias Happenstance Foto Drentsch Peil XL
Kunst & Cultuur uit Assen en The Bake Shop uit Emmen stuurden een persbericht waarin optredens van Drents cultuurtalent worden aangekondigd. Dit keer: Drentsch Peil XL, het showcasefestival dat bands en artiesten uit Drenthe een opstapje biedt naar grotere podia.

In september vinden vier showcases plaats: 20 september in Stadscafé Oasis Meppel, 21 september in Podium34 Borger, 27 september in City Hotel de Jonge Assen en 28 september in De Grote Kerk Emmen. Aanvangstijden in Meppel en Borger zijn 20.00 uur. Aanvullende informatie is verkrijgbaar via [email protected]. Citaat:

‘Bezoekers kunnen genieten van een breed palet aan genres en stijlen. Van de alternatieve rock van Radiant Sculptures en Wood for the Trees tot de stevige bluesrock van Moonlighter, en de funky vibes van State of the Art. Ook solo-artiesten Josué Davis, met zijn mix van pop en Latin urban, en de autonome alleskunner Happenstance krijgen een kans om te schitteren. Daarnaast brengt Joining Ends een mix van hardrock en progressieve metal. De line-up wordt compleet gemaakt door de alternatieve indiesound van The Meadow.’


Dagboek van een cultuurjournalist

1 Lief dagboek
Lief dagboek,

Het was een vreselijke dag. Het begon ermee dat ik naar mijn gevoel veel te lang moest vergaderen over zaken die weliswaar belangrijk zijn, maar waar ik dit keer geen geduld voor kon opbrengen. Daarna snel een bericht gemaakt over stichting Reur die boos is op cultuurgedeputeerde Jisse Otter. En toen was het alweer tijd voor de Troonrede.

De koning doet het in mijn ogen steeds beter, maar misschien ben ik extra mild omdat ik hem zie als een man die op de eerste plaats heel veel van zijn dochters houdt en pas daarna aan de liefde voor zijn land toegeeft. Het hardop voorlezen van teksten die hij zelf niet geschreven heeft, gaat hem nog steeds lastig af. Ook nu struikelde hij een paar keer. Heel menselijk. Als onderdaan raak je eraan gewend.

Ik was uiteraard vooral nieuwsgierig of hij iets over kunst en cultuur moest zeggen. Dat bleek niet het geval. Het enige dat – of is het wat? – een beetje in de buurt kwam, was dat ‘er veel aandacht moet zijn voor de basisvaardigheden lezen, schrijven en rekenen’ en dat binnenkort hoofdlijnen van het Herstelplan Kwaliteit Onderwijs worden gepresenteerd. Als ik de majesteit goed heb verstaan sluit het allemaal aan bij lopende initiatieven. Niks nieuws dus.

Wel leuk dat hij de Nedersaksenlijn mocht noemen. Met een beetje geluk kunnen we over twintig jaar vanaf station Emmen, als daar dan nog mensen wonen, met een boemeltreintje rechtsaf langs de Gebroken Cirkel via Stadskanaal naar Groningen. Of nog spannender, linksaf via Hardenberg richting Almelo naar Enschede. En dan, ja dan, ligt de wereld open.

Toen de koning was uitgesproken begon het wachten op de presentatie van de Miljoennota. Ik gebruikte de tijd om stukken over cultuurbeleid te lezen die voorafgaand aan Prinsjesdag in de media waren verschenen. Daar raakte ik behoorlijk van in de war. Diverse zegslieden in de buurt van wandelgangen met woordvoerders bij bronnen rond welingelichte kringen hadden de afgelopen dagen na afloop van talkshows gedaan alsof er van alles was beklonken, waarop vervolgens weer reacties waren gegeven door verontruste belangengroeperingen.

Gevolg was dat ik veel berichten zonder feiten las over besluiten die vermoedelijk toen nog genomen moesten worden. En als ze wel al waren genomen, waren ze in ieder geval nog niet officieel bekendgemaakt. Ook niet afgelopen vrijdag, toen het zogeheten Regeerprogramma werd gepresenteerd, waarin nauwelijks iets over kunst en cultuur te lezen viel. Je hoort wel eens iets over lekken naar de pers, maar met de kennis van nu zou ik het eerder sproeien door de media willen noemen.

Om half vier zette het kabinet ineens een enorme hoeveelheid informatie met bijlagen online. Het internet kreunde ervan. Aan mij de taak na te gaan wat er waar was – of is het is? – van alle speculaties en dan vooral met betrekking tot de cultuursector in Drenthe en Groningen. Even voelde ik paniek opkomen. Waar te beginnen? Wat is het belangrijkste: het door de afdeling communicatie opgesteld persbericht of de bijlagen met de kleine lettertjes?

De verlaagde btw op cultuur en logies bleek inderdaad omhoog te gaan, als de Kamer ermee instemt. En de aangekondigde bezuiniging op de NPO stond er ook in. Maar hoe het zat met de verhoging van de kansspelbelasting en de voorgenomen bezuiniging op cultuur werd mij niet duidelijk. Over de verandering van de giftenaftrek las ik niets. What’s in it for me, prevelde ik sissend tussen mijn tanden het mantra van mijn leidinggevenden.

Na flink studeren meende ik even dat het meeviel met de aversie van het kabinet Dick Schoof jegens de zachte krachten. Die indruk werd versterkt toen ik zag dat alle adviezen voor de basisinfrastructuur door minister Eppo Bruins waren overgenomen en dat hij, Bruins dus, zelfs van plan is om te investeren in kunst en cultuur. Omdat ik niet helder kreeg hoe groot die investeringen waren en waar het beloofde geld terechtkomt, in de stad of in de regio, leek het mij verstandig niet te vroeg te juichen.

Na lang lezen besloot ik in overleg met mijn collega’s uiteindelijk geen bericht te maken. Dan blijven de abonnees van Dagblad van het Noorden maar iets langer in het ongewisse over de giftenaftrek. Er waren in mijn ogen – of is het zijn? – te veel onduidelijkheden en onzekerheden. Een pas op de plaats maken leek mij voor nu het meest verstandig. Het leven is al verwarrend en ingewikkeld genoeg. Doorgaans komen de feiten later aan het licht. De tijd zal het weer eens leren. Et cetera. Bovendien was ik uitgeput.

En nu ben ik zo daas dat zelfs de zin om nog wat te lezen in de biografie van Nico Keuning over Belcampo is vergaan. Zo komt de cultuurhaat in de wereld.


Gesprek opgevangen na een informatieavond over ‘Het verhaal van Emmen’

1 Zorgen over de concept-cultuurnota van Emmen
Hoe was het in de kerk?

– Kerk?

Jij zou toch naar die bijeenkomst in de Grote Kerk over Het verhaal van Emmen, de concept-cultuurnota van de gemeente Emmen?

– Oh dat, afgelopen maandag, ja, daar ben ik geweest. Het was, eh, het was okee. Niet slecht, niet uitzonderlijk spectaculair. Het was redelijk bezocht. Het was soms informatief en bij vlagen gezellig. Misschien nuttig. De wethouder, Dewy Keen, hield een kort praatje over verbinding en wat cultuur nog teweeg brengt. Daarna mochten we op grote witte vellen papier met stiften reageren op vragen naar aanleiding van de cultuurnota: of we ergens trots op zijn, of we zorgen hebben, of we iets willen veranderen, of we kansen zien voor verbinding et cetera. We mochten met elkaar in gesprek, over die cultuurnota. Er was een borrel. Er gingen schalen rond met hapjes.

Dewy Keen? Jullie cultuurwethouder heet toch Dewy Leal?

– Heette. Ze is recent gescheiden. Keen is haar meisjesnaam.

Dat was hèt nieuws van de avond?

– In Emmen is er eigenlijk nooit nieuws als het gaat om kunst en cultuur. Het meeste weten de mensen al. En als ze het niet weten, dan willen ze het niet weten. Ik noem maar wat: oud-cultuurgedeputeerde Nelleke Vedelaar is nu betrokken bij het Van Goghhuis. De toekomst van Loods13 is nog steeds onzeker. Wanneer het nieuwe onderkomen van CBK Emmen open gaat, is nog steeds niet bekend. Filmhuis Emmen zou nog steeds graag intrek nemen in het oude giraffenverblijf van de voormalige dierentuin. Henk Jeurink vindt dat er nog steeds te veel oude gebouwen gesloopt worden.

Jij hebt toch ook al gelezen dat de mensen van Museum Collectie Brands in Nieuw-Dordrecht teleurgesteld zijn in wat er over hen in de concept-cultuurnota staat, dat ze financieel gekort worden, omdat ze te weinig bezoekers trekken? RTV Drenthe maakte er afgelopen week opnieuw melding van. Maandagavond was een delegatie van Brands, een man of tien, naar de kerk gekomen om van zich te laten horen. Op elk vel papier lieten ze bij wijze van protest hun teleurstelling blijken.

Is dat volgens jou terecht?

– Op basis van de informatie die ik nu heb, ben ik geneigd te zeggen van wel. Als het aan wethouder Keen ligt, krijgen alle grote instellingen er geld bij, ter compensatie van de prijsstijgingen, behalve Museum Collectie Brands. Dat is raar. Met het voornemen in de nota om komende jaren het verhaal over het veen te versterken is op zich weinig mis. Mits er ook aandacht komt voor wat er na 1920 in Emmen is gebeurd – daar heb je Nieuw-Dordrecht voor. Wat Emmen nodig heeft zijn nieuwe verhalen, niet altijd weer dat gezeur over het gespit in het veen.

Vertel!

– Later misschien. Eerst maar nieuwe inspiratie opdoen tijdens het Uitfestival, komende zaterdag. Daarna afwachten wat het veld aan zienswijzen inlevert bij de wethouder. Dat kan tot 17 september. En dan in december eens horen wat de gemeenteraad ervan denkt. Als je verhalen wil horen, raad ik aan in de tussentijd naar Museum Collectie Brands te gaan. 


'De vlinderprinses' is een zeer geslaagd sociaal cultureel-project

De vlindeprinses Zweeloo
Halverwege de première van het muziektheaterspektakel De vlinderprinses, dinsdagavond op de es bij de kerk van Zweeloo, werd mij gevraagd wat ik ervan vond. Kort daarvoor waren we door een veldwachter met onze muntjes naar ’het horecaplein’ gestuurd. Het was pauze. Een half uur, en beslist niet langer.

Ik wist niet goed was ik ervan vond. Ik had mijn kritische bril afgezet. Recensent Peter van Strien mocht voor Dagblad van het Noorden een oordeel vellen over deze veel besproken en in de lokale media meermaals aangekondigde productie. Ik was niet beroepshalve aanwezig.

Toen de pauze was afgelopen schoof ik de kritische bril ineens terug op de neus. Waar keek ik naar? Wat vond ik ervan? Was het ‘goed’, was het ‘matig’, was het ‘slecht’? En waar bleek dat dan uit, waar zat dat in? Was dat ‘de schuld’ van de schrijver, de regisseur, van iemand anders?

Terwijl het schouwspel zich verder ontwikkelde – op een aardappelveld was een graaipartij om goud gaande – moest ik denken aan wat Pierre Bokma had verteld aan het einde van de laatste aflevering van Zomergasten. Ja, hij was toen misschien een beetje aangeschoten. Maar wat hij zei, over recensenten, had hij voorbereid. Anders kon er geen fragment worden getoond uit de animatiefilm Ratatouille.

“Het stomste stuk dat iemand maakt, is altijd nog beter dan wat de recensent erover schrijft”, vatte Bokma de boodschap van het door hem gekozen fragment samen.

Gezeten op een klapstoeltje op de tweede rij wilde ik Bokma gelijk geven. Er viel best wat op De vlinderprinses aan te merken. Op de verstaanbaarheid, op de timing van de acteurs, op de noodzaak van het verhaal, op de wijze waar op het decor was ingericht, de zichtlijnen, de lengte van het stuk.

Tegenover die kritiekpunten stond het gegeven dat iets bijzonders werd getoond op de plek waar vlak na de Tweede Wereldoorlog een archeologisch vondst was gedaan. Door amateurs, onder leiding en met inzet van professionals – dat. In een omgeving waar dergelijke voorstellingen zeer schaars zijn – dat ook. Door een gemeenschap – dat vooral.

Bladerend in het programmaboekje zag ik twee pagina’s ingeruimd voor het noemen van sponsoren. Allemaal bedrijven uit de buurt, die ook nee hadden kunnen zeggen tegen een verzoek om steun in natura. Voor het aantal kappers was een complete kolom uitgetrokken. Ik op mijn beurt had gedurende de voorstelling geen moment aan een kapper gedacht.

In plaats daarvan luisterde ik naar de enorme hoeveelheid muziek in de voorstelling. Ergens had ik gelezen dat Jan Kruimink, de Harry Bannink van Zuidoost-Drenthe, 25 nieuwe composities had geschreven voor De vlinderprinses – ondanks zijn ziekte. Er zaten pareltjes tussen, vooral als ze werden gezongen door Martijje, die zich in mijn oren wederom bewees als een geweldig zangeres.

Tot zover de recensent in mij. Ik zette de bril weer af.

Toen het even dreigde te gaan regenen, werden poncho’s uitgereikt. Jetta Kleinsma, de commissaris van de koning, had toen al tien minuten achtereen in het Drents iets voorgelezen over de context van het stuk, een strijd die ooit in de omgeving van Zweeloo had plaatsgevonden. Onze auto stond ondertussen dankzij verkeersregelaars veilig geparkeerd op het gras van een weiland dat op het laatste moment door iemand uit de buurt beschikbaar was gesteld. Omdat de aanvankelijke parkeerplaats door hevige regenval een dag daarvoor onbruikbaar was geworden waardoor een logistieke ramp dreigde.

Noem het maar iets kleins.

De gedachte dat honderden mensen hier de afgelopen maanden druk mee zijn geweest, ontroerde mij. Ze deden dat niet om de centen, maar uit vrije wil. Dat muziekvereniging Excelsior had toegewerkt naar ‘een stip op de horizon’. Dat schoolkinderen voor het eerst een bijdrage leverden aan een grote theaterproductie in hun dorp. Dat dankzij De vlinderprinses mensen elkaar voor het eerst beter leerden kennen. Zingend, acterend, Drents pratend, slepend met spullen, kleding naaiend, kapsels fatsoenerend.  

Ik bedoel te zeggen dat De vlinderprinses een zeer geslaagd sociaal cultureel-project is.

Ook bedacht ik, wellicht ietwat off topic, dat Bokma in Zomergasten het gekozen fragment uit Ratatouille niet volledig had geïnterpreteerd. Want het fragment, waarin een recensent aan het woord komt, gaat niet om de constatering dat een artistiek product altijd meer waarde heeft dan de kritiek op dat product. Het gaat volgens mij om wat na ‘die bittere waarheid’ wordt gezegd door een culinair recensent genaamd Ego.

“Soms riskeert een recensent wel degelijk iets: namelijk in het ontdekken en verdedigen van iets nieuws. De wereld is vaak hard tegen nieuw talent en nieuwe creaties. Het nieuwe heeft vrienden nodig”, zegt Ego in het fragment.

Dan vervolgt hij: “Gisteravond maakte ik iets nieuws mee. Een fantastische maaltijd uit een bijzondere, onverwachte hoek. Dat zowel het maal als de bereider mijn mening over kookkunst op de proef stelde, is een enorm understatement. Ze deden mij schudden op mijn grondvesten. Ik heb nooit mijn minachting verborgen voor Gusto’s beroemde motto ‘Iedereen kan koken’. Maar ik besef dat ik nu pas echt begrijp wat hij daarmee bedoelde. Niet iedereen kan een groot kunstenaar worden. Maar een groot kunstenaar kan overal vandaan komen.”

Het was een mooie avond in Zweeloo. Er volgen er vast meer.


'De overheid veroorzaakt explosie aan cultuur in het Nedersaksisch cultuurgebied'

Dat is mien laand
Ter gelegenheid van festival Noorderzon in Groningen woonde ik vorige week een bijeenkomst bij over regionale identiteit getiteld Dat is mien laand. “Met natte ‘t’ “, zei presentator Jetse Goris er speciaal voor de Groningers bij. Ik zag streektaalconsulent Fieke Gosselaar (Finsterwolde), wetenschapper Maarten Zwiers (Hollandscheveld) en wetenschapper Arjan Sterken (Nieuwleusen) op het podium zitten.

Halverwege de bijeenkomst, die goed was bezocht, stelde Goris dat er in het Nedersaksisch taalgebied ‘een hele explosie is aan cultuur’. Hij wilde van zijn podiumgasten een verklaring horen voor zíjn constatering.

Zwiers begon over het beleid van de Europese gemeenschap, dat in de jaren negentig van de vorige eeuw in gang is gezet en onder meer heeft geleid tot een handvest te bescherming van de minderheidstalen.  In 1998 volgde daar een erkenning uit door Den Haag en vervolgens werd al of pas twintig jaar later in Zwolle het Convenant Nedersaksisch ondertekend, waarin de erkenning en stimulering van de Nedersaksische taal verder werd vastgelegd.

“Dus overheid en geld”, vatte Goris samen.

“Nou, geen geld”, reageerde Zwiers die meteen verder terugging in de tijd. Hij begon over het belang begon van de boerenrockers van Normaal in de jaren zeventig, gevolgd door Rowwen Hèze in de jaren tachtig en Skik in de jaren negentig. “Ineens had men op het platteland door dat er een band is die in de taal van het platteland zingt”, sprak Zwiers over Normaal. “Het zorgde voor minder schaamte voor de identiteit en afkomst. Het zorgde er ook voor dat er meer werd nagedacht over het platteland als mooi.”

De opkomst van de regionale omroep werd genoemd als verklaring en dan met name het radioprogramma De Stamtoavel van RTV Noord waar ‘de hele provincie op zaterdagmorgen naar luisterde om er op maandag over na te praten’. “Zo’n programma leidde in Groningen tot wat Benedict Anderson een imagined communtiy noemt, een verbeeldde gemeenschap waar mensen zich mee verbonden voldoende en dat stimuleert de regionale identiteit”, duidde Zwiers.

“Bands, een overheid die ervoor gaat staan, omroepen die er dingen mee gaan doen”, vatte Goris samen.

Gosselaar merkte op dat het Nedersaksisch de oubolligheid voorbij lijkt. “Ik werk nu anderhalf jaar in Groningen als streektaalconsulent en merk bij iedereen enthousiasme. Het lijkt alsof ouderen het nu jammer beginnen te vinden dat de taal verdwijnt en dat de belangstelling bij kinderen wordt opgestookt.”

Ook Sterker zei vernieuwing te zien, bijvoorbeeld in de Nedersaksische literatuur. “Het ging heel vaak over vroeger en nostalgie. De laatste tien, vijftien jaar zie je ook andere dingen verschijnen. Moderne verhalen, zoals van Ingeborg Nienhuis. Zoals in tiedschrift Roet, dat niet langer alleen Drents publiceert, maar ook in andere Nedersaksische varianten. Je ziet science fiction. Er is een heule bult an neie schrievers die an ’t verneien bint. Het giet niet allennig meer um verhaolen van vrogger, maar ok om van nou en de toekomst.”

“Het leeft echt. Op heel veel verschillende manieren”, vatte Goris dit samen. Daarna kondigde hij een optreden aan van Krzystof Groen, een magere zanger die het midden hield tussen Ede Staal en Johnny Cash.