Trotse adoptant van een haarbal van een koe

Adoptiepaspoort Haarbal van een koeVele, vele jaren geleden bracht ik in de hoedanigheid van lid van de provinciale adviescommissie voor cultuur in Drenthe een bezoek aan het woonhuis van Jans Brands in Nieuw-Dordrecht. Het bezoek had tot doel te beoordelen of er gemeenschapsgeld gestoken moest worden in het behoud van een volledig uit de hand gelopen hobby.

De hobby van Jans Brands (1933 - 2019) bestond uit het verzamelen van spullen die hem bijzonder leken. Hij deed dat volgens een geheel eigen systeem en naar geheel eigen voorkeur en wel zo dat zijn verzameling uniek was geworden. Uniek in de zin dat zijn spullen misschien niet goed genoeg waren voor een provinciaal- of rijksmuseum, maar ook niet ontzameld, laat staan weggegooid konden worden.

Bij de rondleiding werd de provinciale adviescommissie voor cultuur in Drenthe destijds onder meer een haarbal van een koe getoond. Mijn mede-commissieleden, meer onder de indruk van een leenmannenregister uit 1380 en de muntenverzameling, deden daar wat lacherig over. Ik herkende er meteen een topstuk in.

In de jaren daarna werd, met steun van onder meer de provincie Drenthe, rond de verzameling een museumpje gebouwd, de Collectie Brands. Steeds als ik er op bezoek kwam, werd ik rondgeleid door een vrijwilliger die enthousiast het verhaal van Jans Brands en zijn unieke verzameling vertelde. Daarbij werd mij steeds de haarbal van de koe getoond, als bewijs dat Brands zich voor alles interesseerde wat in zijn ogen bijzonder was.

Kort geleden attendeerde de Collectie Brands mij op de mogelijkheid een museumstuk te adopteren. Ik citeer:

"Hoe word je adoptant? Op onze webpagina www.collectie-brands.nl/adoptie vind je een overzicht met de te adopteren stukken. Deze zijn onderverdeeld in drie categorieën: brons, zilver en goud. Je maakt je keuze voor het object dat jou het meeste aanspreekt en vraagt deze aan via het aanvraagformulier. Eén van onze medewerkers neemt vervolgens contact met je op om je aanvraag te bevestigen en je van verdere uitleg over de adoptieprocedure te voorzien."

Ook leuk om cadeau te geven. Ik kan het iedereen aanraden. Wees er snel bij.


Aardig zijn zonder het te menen

Vrouw Bartels en Bartje
'Dit de moeder. Ze staat het eerst op en gaat het laatst naar bed. Ze is nog een jonge vrouw, maar ze mist de vreugde om de beginnende dag die het kind nog heeft.

Dit is de vader, ook zijn dag begint met weerzin. Weerzin tegen het onrecht en de onzekerheid, tegen het slavenloon.

Dit is het kind. De zon is er al zo vroeg bij in deze tijd van het jaar. Er is al zoveel leven, zoveel avontuur.

En dit zijn de mensen waar het kind mee te maken heeft. De kerels in het bos, ome Ko en Lammert en Harm van Zwarte Jaante.

En de rijke boerin waar vader altijd zo aardig tegen doet, terwijl je weet dat-ie het niet meent.

En als het kind groter wordt, moet het zich leren aanpassen aan de grote mensen en aardig zijn zonder het te menen.

Dan komt het ogenblijk waarop het kind voor het eerst in zijn leven de dood ontmoet, de dood van een oude man. Zo leert het te leven met recht en onrecht, met goed en kwaad, met arm en rijk, met zwak en sterk.

En zoals het voor het raadsel van de dood kwam te staan zo leert het ook het geheim van het leven kennen. Het geheim van de dieren, het leven van de mensen.

Zo wendt het zich af van zijn vader en ontdekt het zijn moeder opnieuw.

Kleine Bartje dwaalde om het huis, bang om het geheim van het leven dat zijn moeder gaf aan het nieuwe zusje.

Grote Bartje dwaalde om het huis, bang om het geheim van de dood die naderde. De dag die zijn moeder tot een onbekende maakte. Een herinnering aan het aller dierbaarste dat voorbij is. Voorbij in dit leven.

En dan zijn er nieuwe dromen. De beelden van iets liefs dat ergens moet zijn en waaraan je je kunt vastklampen.

De jaren gaan voorbij. De eenzaamheid is je vader te machtig geworden. Er is een andere vrouw in zijn leven, een goed mens, maar ze lijkt in niets op zijn moeder.

En het onbekende blijft lokken. De onbekende wijde wereld waar het geluk moet wonen.'  


Uitmuntende Drentse bouwprojecten gezocht

Heldenhof Emmen Van Ringen Architecten
ArchitectuurPunt Drenthe is voor de uitreiking van de Drentse ArchitectuurPrijs 2021 op zoek naar 'uitmuntende, geslaagde bouwprojecten' die tussen 1 mei 2018 en 1 september 2021 in Drenthe zijn gerealiseerd.

Het betreft projecten op het gebied van architectuur, stedenbouw en/of landschapsarchitectuur die een positieve bijdrage hebben geleverd aan de leefomgeving. De beste projecten dingen naar een publieksprijs en een prijs van een vakjury. Beide winnaars worden op 25 september 2021 bekend gemaakt. Inzenden kan t/m 31 augustus via deze link.

De vorige winnaars waren Brede School De Twingel in Dwingeloo (vakjury), een ontwerp van De Zwarte Hond in Groningen en de Schaapskooi in Ruinen (publieksprijs), naar een ontwerp van Architektenburo Van Ruth in Dwingeloo.

Bovenstaande foto is gemaakt aan de Van Schaikweg in Emmen waar Geveke Bouw uit Eelde naar een ontwerp van Van Ringen Architecten in Groningen bouwt aan de Heldenhof. De eerste fase is opgeleverd, fase twee is verkocht. Alles in de oostblokstijl die in Emmen een glorieperiode doormaakt.


Leest 'Tukkerspotten' en 'Pé en Rinus. De biografie'

Tukkerspotten Pe en Rinus De biografie

Uitgeverij AfdH, die van Lammert Voos, A.L. Snijders en anderen, stuurde ter bespreking twee boeken: Pé en Rinus. De biografie van Herman Sandman en Tukkerspotten van Martin ter Denge. De boeken hebben iets gemeen: ze zijn het resultaat van een persoonlijke fascinatie en uitgebreid onderzoek – waarbij uitgebreid niet gelijk staat aan wetenschappelijk. Daarnaast heeft boekverzorger Martien Frijns beide uitgaven van een gele cover voorzien.

Belangrijker is dat ze regionale fenomenen beschrijven en veel aandacht schenken aan mentaliteit en streektaal. Voor lezers buiten Noordoost-Nederland: Pé en Rinus zijn een kleinkunstduo dat sinds 1981 bekendheid in Groningen en Drenthe geniet dankzij grappige liedjes en feestelijke optredens. Tukkerspotten is, zoals de ondertitel aangeeft, een ABC-boek over de ziel van de Twentenaar.

Het boek van Sandman, die vrijwel dagelijks voor Dagblad van het Noorden korte stukjes schrijft, is het het dikst: 462 bladzijden, inclusief namenregister en een lijst met optredens van het duo in verschillende hoedanigheden sinds 1980. Het boek van Ter Denge, een volgens zijn uitgever 'creatieve duizendpoot' met een bureau voor Nederlandse, Engelse en Nedersaksische teksten, telt driehonderd bladzijden minder.

Sandman parafraseert op bladzijde 40 cultureel ondernemer Diederik van der Meide: 'Pé en Rinus vertegenwoordigen een identiteit. Zoals Normaal voor de Achterhoekers, Skik en Daniël Lohues voor Drenthe en De Kast voor Friesland. Regio's die zich achtergesteld voelen ten opzichte van de Randstad en zich daar vervolgens tegen afzetten. Groningers mogen zich graag onderscheiden, Friezen nog meer en Drenten en Twenten weer wat minder.'

Niet minder opvallend is wat Ter Denge tegen dagblad Tubantia zei toen hen werd gevraagd naar het waarom van zijn boek: "Omdat wij vanuit onze indirectheid vaak dingen ongezegd laten. Wij Tukkers denken vaak: we zijn niet belangrijk, laat ons maar. Maar zo behoud je de scheve machtsverhouding met het westen. We zijn een culturele eenheid met een eigen geschiedenis en een eigen manier van leven. Dat strookt niet altijd met de rest van het land, maar dat betekent niet dat we minder zijn.”

We hebben het hier weer eens over de regionale volksaard, wetenschappelijk gezien een ondeugdelijk begrip dat een statische, onveranderlijke essentie veronderstelt – wat onzin is, dat is dan weer wel wetenschappelijk bewezen. Tegelijkertijd lezen teksten over dit thema heerlijk weg, misschien wel omdat veel lezers graag zien dat de wereld eenvoudig en overzichtelijk in elkaar zit. En omdat het aangenaam is als vooroordelen worden bevestigd. Niet slechts is ons vreemd.

Nu weer verder lezen.


De Harry Muskee-cultus

Bennie Jolink van Normaal opent expositie over Harry Muskee in C+B Museum Foto DvhN

Heb jij iets tegen Harry Muskee?

– Nee, hoezo?

Ik las maandag in de krant dat jij van mening bent dat in Drenthe sprake is van een gesubsidieerde Harry Muskee-cultus. En dat dat maar eens afgelopen moet zijn. Dat er meer serieuze aandacht moet komen voor piratenmuziek.

– Nou, het hoeft niet afgelopen te zijn, maar een beetje minder kan geen kwaad. De aandacht voor Muskee en dus ook voor Cuby & The Blizzards is buitenproportioneel. En er gaat veel subsidie heen, meer dan, bijvoorbeeld, naar piratenmuziek. Dat is wat ik vind.

Hoe bedoel je dat?

– Er wordt door het provinciebestuur en de media in Drenthe zo veel aandacht aan Muskee en Cuby besteed dat het lijkt alsof door niemand anders muziek is en wordt gemaakt. Harry drukt postuum anderen uit de markt. Daarbij: bestuurders in Drenthe zeggen graag dat Drenten nuchter en bescheiden zijn. Als het om Muskee gaat, merk je daar niets van. Spreek in Drenthe de naam Muskee uit en een deel van mensen valt uit aanbidding op de knieën, terwijl een ander deel de klompen uit schopt en met de pet rondgaat om nog meer aanbidding mogelijk te maken.

Daar speelt jouw krant anders ook een rol in. Harry krijgt alle ruimte, is het niet op papier, dan is het wel op jullie website. 

– Dat is mij ook opgevallen. Er hoeft maar een stukje berm naar Muskee te worden vernoemd, of onze redactie rukt met groot materieel uit. Die verzuchting over de Muskee-cultus is niet alleen gericht aan subsidieverstrekkers en de Muskee-aanbidders, maar ook aan mijn collega's. Ik dacht: in deze tijd van thuiswerken probeer ik het eens op deze manier. Ik hoop dat ze tot inzicht komen.

Maar wat is tegen aandacht voor Muskee? Die man heeft iets gepresteerd. Hij heeft laten zien dat bluesmuziek ook in Nederland kan bestaan. Hij heeft laten zien dat een popmuzikant uit Drenthe in heel Nederland tot de verbeelding kan spreken. Hij heeft een voorbeeldfunctie vervuld. Dat mag best benoemd worden. Moet je eens zien hoe ze in Groningen met Arjen Robben omspringen.

– Helemaal mee eens. Dat er een keer een muziektheaterstuk over Muskee wordt gemaakt, is niet erg. Maar dat er met een dikke provinciale subsidie alweer een documentaire over hem gemaakt moet worden, de derde inmiddels... Alweer door Jan Douwe Kroeske, alweer met Johan Derksen. Dit keer reizen de makers ervoor naar Curaçao, terwijl je mensen tegenwoordig ook via Skype, Zoom, Facetime of Teams kunt interviewen… Harry zou het gedoe hebben gevonden. Hij krijgt meer aandacht dan toen hij in nog leven was.

Harry Muskee vond alles gedoe, heb ik wel eens ergens gelezen.

– Zal ik verklappen dat wij vandaag opnieuw een stuk over Muskee in de krant hebben? Een hele pagina. Alweer over die documentaire. Het is wel goed zo. En nu ga weer www.gewoonpiraten.nl luisteren.


Anthon van Rappard is zaterdag slechts op bezoek

Slechts Op Bezoek Anthon van RappardTot 20 augustus heeft Dagblad van het Noorden vanwege het 'zomerregime' – minder personeel, minder pagina's en omgekeerd – geen cultuurbijlage. Wat niet wil zeggen dat er geen stukken over kunst en cultuur in de krant staan. Ze staan gewoon in de dagkrant en de zaterdagbijlage. Dat u het even weet.

De herschikking biedt gelegenheid sommige dingen anders te doen. Zo is voor de zomerse zaterdagbijlage een serie bedacht met de noemer Slechts op bezoek. Daarin wordt aandacht gegeven aan kunstenaars die Drenthe, Friesland en Groningen bezochten en daarvan getuigden in hun werk.

In dat 'kader' mocht ik schrijven over Anthon van Rappard (1858 – 1892), de kunstschilder die zijn kameraad Vincent van Gogh (1853 – 1890) verleidde naar Drenthe te komen. Van Rappard deed dat door eerst zelf naar het Noorden te reizen, voettochten en schetsen te maken en daarover enthousiast in zijn brieven te schrijven.

Waar Van Gogh slechts een keer naar Drenthe kwam, in de herfst van 1883, bezocht Van Rappard de provincie drie keer, steeds in de zomer: in 1882, 1883 en 1884. Twee keer verbleef hij in de omgeving van Rolde. Een keer maakte hij een tocht vanuit Coevorden langs de Hondsrug.

De eerste aflevering van Slechts op bezoek ging over grafisch journalist Joe Sacco, die in 1988 in het kielzog van de band The Miracle Workers popclub Simplon in Groningen bezocht. De derde aflevering gaat over New Wave, het hiphopcollectief dat in 2015 een aantal dagen op Schiermonnikoog verbleef waar onder meer de hit Drank en drugs is gemaakt.


Officiële erkenning doet Piratencultuur tekort

Drentse Redneck
Met ingang van vandaag heeft de 'cultuur van de piratenmuziek' een plek op de lijst van Inventaris Immaterieel Erfgoed Nederland. De erkenning, zie daarvoor ook de website van door het Kenniscentrum Immaterieel Erfgoed Nederland, betreft echter een slechts deel van de cultuur.

"De ouderwetse 'illegale' zendpiraat is tijdens de benoeming van de loopplank geduwd en valt dus buiten de boot", vat RTV Drenthe samen. In een bericht kent de omroep de credits voor de erkenning toe aan het Drentse PvdA-statenlid Peter Zwiers, mede-initiatiefnemer van Stichting Piratencultuur.  

Vreemde zaak, want die illegale zendpiraat heeft er nu juist voor gezorgd dat er nog iets van piratencultuur bestaat. Als de zendpiraat geen mast had opgericht of beklommen, geen plaatjes was gaan draaien op een zolder of in een schuurtje, was iedereen gedwongen geweest om eerst naar Hilversum 1, 2, 3 en 4 te luisteren en daarna naar Radio 1, 2, 3FM, 4, 5 en FunX

Het is een beetje alsof het eindelijk opgeleide kind met een diploma erkend wordt en bij de uitreiking van het diploma tegen dat kind wordt gezegd dat het niet meer aan vader en moeder mag denken, omdat vader en moeder zich tijdens tijdens de opvoeding niet altijd aan de regels hebben kunnen houden.

Bij het levend houden van de piratencultuur hoort nadrukkelijk ook het ontstaan van die cultuur. In dit geval de boze stiefmoederlijke behandeling van Nederlandstalige muziek door de met belastinggeld gefinancierd publieke omroep. Iets waar de overheid, de PvdA van Zwiers incluis, nooit iets aan heeft willen doen. Aan wie is de erfenis te danken? Aan Zwiers, of aan de illegale zenders?

Dan nu de omschrijving van de Cultuur van de Piratenmuziek in de woorden van Kenniscentrum:

"De Cultuur van de Piratenmuziek bestaat uit de legale activiteiten die in het verleden vanuit de zendpiraterij zijn ontstaan. Het omvat zowel het draaien, het via internet uitzenden, het maken en zingen als het beluisteren van piratenmuziek. Het gaat veelal om Nederlandstalige muziek die niet of nauwelijks te horen is op de zenders uit 'Hilversum'.

De internetstations zijn vaak groepen piraten die allen een deel van de programmering voor hun rekening nemen om zodoende een dagvullend programma te kunnen realiseren. Het zenden is niet het enige wat bij de Cultuur van de Piratenmuziek hoort, in Noord en Oost Nederland is bij bijna ieder dorpsfeest piratenmuziek te horen. Meer specifieke piratenfeesten kennen vinylbattles, waarbij verschillende piraten live muziek draaien en het publiek bepaalt of ze origineel zijn qua muziek."

Laat RTV Drenthe maar eens een hele dag piratenmuziek draaien, inclusief vinylbattle. Ik zeg: kom er maar in.


Er is een Maria Magdalena voor elke tijd

Wie is Maria Magdela voor jou

In museum Catharijneconvent in Utrecht is tot en met 9 januari een tentoonstelling te zien over hoe we in de loop der eeuwen naar Maria Magdalena hebben gekeken, een van de weinige vrouwelijke personages in de Bijbelverhalen over Jezus Christus.

Bezoekers worden nadrukkelijk uitgenodigd zelf te bepalen wie Maria Magdalena zou kunnen zijn. Ze krijgen daartoe bij de entree een plastic muntje met de bedoeling deze na afloop van de tentoonstelling in een buis en van een zeven-buizige installatie te stoppen.

Tijdens ons bezoek was de buis 'Krachtige vrouw' het meest gevuld, na de buis 'Apostel der apostelen'. De buizen 'Wonderdoener' en 'Bekeerde zondares' scoorden het slechtst. Andere keuzemogelijkheden zijn 'Spiritueel ingewijde', 'Kroongetuige' en 'Geliefde van Jezus.'  Een van mijn reisgenoten was zo slim haar muntje niet in, maar naast de buizen te deponeren

The Magdalene Series (202) Kiki LamersIn de vier Evangeliën in het Nieuwe Testament speelt Maria Magdalena op verschillende momenten een rol in het leven van Jezus. Ze is er bijvoorbeeld bij als hij sterft en op Paasmorgen is ze de eerste die hem als herrezen zoon van God ziet en met hem spreekt.

Afgaand op de Bijbelteksten zou je dus kunnen spreken van een kroongetuige. Maar zoals gewoonlijk maken lezers er graag iets anders van.

Zo heb je lezers die na publicatie wilden weten wat Maria Magdalena deed voor ze in de Evangeliën werd opgevoerd. Was ze een van de apostelen, een zondares of zelfs geliefde? Ook zijn er lezers die geïnteresseerd zijn in het vervolg van Het Verhaal en komen op de proppen met de functies spiritueel ingewijde en wonderdoener.

In het Catharijneconvent zijn verbeeldingen te zien van al deze rollen. Er zijn mooie stukken te zien, zoals een beeld uit de The Magdalene Series (2021) van Kiki Lamers waarin wordt verwezen naar het apocriefe verhaal dat ze de voeten van Jezus zou hebben gewassen met haar tranen en gedroogd met haar haren.

Heel fijn is, als het je smaak is, de icoon van recente makelij Maria Magdalena met een rood ei (2020), waarbij mij niet helemaal duidelijk werd waar dat rode ei nu voor bedoeld was of is. En anders is er ook het schilderij Maria Magdalena van Alfred Stevens waarop ze met heur lange haren poseert met een schedel.

Maria Magdalena 1887) Alfred Stevens
Als ik het goed heb onthouden, gebruikte Stevens voor zijn schilderij de actrice Sarah Bernhardt als model. Hij beeldde haar af als een fatale vrouw, zoals dat wel vaker door kunstschilders in de 19e eeuw gebeurde en toonde zich daardoor een volger van de verhaallijn waarin Maria Magdalena geseksualiseerd wordt.

De tentoonstelling opent overigens met filmbeelden en duiding door Herman Pleij. Ook van dit onderwerp bleek de emeritus hoogleraar historische Nederlandse letterkunde verrassend veel te weten, bijvoorbeeld dat ons beeld van Maria Magdalena de afgelopen eeuw niet in de kerk, maar in de bioscoop is bijgesteld met films als Jesus Christ Superstar, The last temptation of Christ en The Da Vinci Code.

Ook Abel Ferrara, van Bad Lieutenant, schijnt een Maria Magdalena-film te hebben gemaakt, Mary. Die zou ik weel eens willen zien.

Los daarvan: niet alleen God en zijn zoon veranderen in de tijd en de media, het overkomt hun volgelingen net zo goed. Zo raken we nooit van hen verlost.


Na het zien van Mestmoeders van Peergroup

Mestmoeders (2021) Peergroup
We bezochten de theatervoorstelling Mestmoeders van Peergroup, afgelopen zondag aan de Hoofdweg in Zeegse. We zagen in een weiland een agrarisch familiedrama op het dak van een weggezakte stal. Of boerderij, dat kan ook. Weggezakt waarin? De stront? Het zand? De voorstelling greep mij bij vlagen aan. Dit hadden mijn moeder en vader moeten zien, dacht ik een paar keer.

Het verhaal van Mestmoeders samengevat: Jorre, beoogd bedrijfsopvolger van een melkveebedrijf is omgekomen bij wat in politiekringen een eenzijdig ongeval wordt genoemd. Auto tegen de boom. Hij laat vier vrouwen achter: zijn oudere zus, zijn boerende moeder, zijn oma en zijn dementerende overgrootmoeder. Achter de stal verdrinken zijn vrienden hun verdriet met bier.

De avond voor de begrafenis proberen de vrouwen de klap te boven te komen. Hoe doe je zoiets? Door de dominee te laten komen, zoals ooit gebruikelijk was. Door met elkaar te praten, zoals tegenwoordig gewoon schijnt te zijn. Dat gesprek zou kunnen gaan over de overleden mannen. Over de hartaanval van vader, de kanker van opa en de trap van het paard tegen de schedel van overgrootvader.

Mestmoeders gaat over verschillende perspectieven van verschillende generaties en de rol die vrouwen op een agrarisch bedrijf vervullen. Overgrootmoeder raakt steeds meer kwijt. Grootmoeder denkt terug aan de beloftevolle jaren toen boerinnen voorzichtig emancipeerden. Moeder is daarna klemgezet door de schaalvergroting en wil om die reden niet dat haar dochter het bedrijf voortzet.

Mestmoeders gaat over vrouwen. En dus over mannen die het zogenaamd beter weten. "Kind", hoorde ik de oma zeggen, "als wij ze niet bemoederen dan vallen die kerels over hun eigen voeten. Ze hebben ons nodig om hun gat af te vegen als ze klein zijn en als ze oud zijn weer. Daar tussenin baren we hun opvolgers en mesten we ondertussen de stal uit."

Mestmoeders – concept Dinanda Luttikhedde, tekst Herman van de Wijdeven, regie Jos van Kan – is een overzichtelijke voorstelling, zeer effectief. Wat mij aangreep kan het spel zijn geweest van Daisy Hagendoorn, Wendell Jaspers, Jose Kuijpers en Leny Dijkstra. En het kijken tegen de zon in, in een weiland met grassen, wat hooikoortsgevoeligen altijd doet snotteren.

Wellicht was het vermoeidheid. Of herkenbaarheid. De gedachte aan gezinnen die werken voor de stuiver die de markt ervoor overheeft en de aflossing van de schuld bij de bank. Het onvermogen om met elkaar te praten, omdat er altijd wel iets gedaan moet worden. Het zal mededogen met het lot van de moeder op een agrarisch bedrijf zijn, die zich afvraagt waar het heen moet en gaat. Waarom altijd groter en altijd meer?

De reactie van de dochter in Mestmoeders is even idealistisch als naïef. Kleiner, natuurlijk, schoner. Met minder koeien. In een familiekudde. Samen. Hoopt ze. Het is, dat weet iedereen, alleen mogelijk als de consument, de politiek en de bank denken dat de weg in het agrarisch landschap naar boven gaat. Iedereen, moeders en vaders, dochters en zonen, kijkt op haar of zijn manier naar een hellend vlak.


'Wees verdomd zuinig op het Rensenpark'

Rensenhut 2
Ik woonde in het Rensenpark in Emmen de opening bij van de Rensenhut, een gebouwtje ontworpen door architect Rick Abeln op uitnodiging van de stichting Jaap en Aleid Rensen. Bij die gelegenheid maakte het Nymphéas Trombone Quartet muziek en werd bekend dat Peter Reen met ingang van 1 september aan de slag gaat als parkregisseur in wat ooit de dierentuin van Emmen was.

WimJoost Licht, voorzitter van de stichting Jaap en Aleid Rensen, hield een toespraak:

"Het park voorziet in een behoefte: er is heel veel bezoek. Waar je ook komt, het is een fantastisch gebied, ook zonder dieren. De kwaliteit die hier gerealiseerd is, is echt uniek. Uniek omdat het in het centrum van Emmen is, uniek omdat hier zoveel mensen komen en uniek omdat zoveel vrijwilliger in dit gebied parkbewoner zijn geworden.

De rol van de gemeente als eigenaar is een ingewikkelde. Moet de gemeente wachten tot het geld weer binnenkomt en weer kan uitgeven zoals het plan was? Of moet de melodie veranderen? Het is riskant, als je geen geld hebt en je zit met de last van het beheer en onduidelijkheid over wat het moet worden. Als dan in de gemeenteraad wordt gevraagd 'moeten er geen woningen komen, of moeten er geen andere commerciële functies komen' dan bestaat het gevaar dat de huidige kwaliteit verloren gaat.

Het lijkt mij een zware opgave voor het gemeentebestuur om na te denken over de manier waarop dit park verder vorm moet krijgen. Ik geef als advies mee: wees hier verdomd zuinig op, wees hier voorzichtig mee. En gebruik de kracht van de mensen die hier zitten, al die vrijwilliger die hier dingen doen. Ga met ze in gesprek. We moeten het voor elkaar krijgen dat de gebruikers niet zich alleen verantwoordelijk voelen voor wat van hen is, maar ook wat van iedereen is."


Over 'Het Noorse misverstand van W.F. Hermans'

Het Noorse misverstand van Willem Frederik Hermans (2021) Siep KooiOp 1 september is honderd jaar geleden dat Willem Frederik Hermans werd geboren. Daar hoort een momentum bij: 31 augustus wordt in de Nieuwe Kerk in Amsterdam een gedenksteen aangebracht. Eerder gebeurde dat voor Joost van den Vondel (1772), P.C. Hooft (2003), Hella S. Haasse (2018), Johan Huizinga (2019) en Multatuli (2020).

Eveneens ter nagedachtenis van W.F. Hermans stuurde uitgeverij Prominent het boek Het Noorse misverstand van Willem Frederik Hermans. Het is geschreven door Siep Kooi en bedoeld als tegenverhaal bij de roman Nooit meer slapen van Hermans uit 1966.  Kooi liet zich bij het schrijven van zijn boek inspireren door een ander tegenverhaal, een boek dat Kamel Daoud in 2013 schreef over De vreemdeling van Albert Camus.

Uitgangspunt voor Het Noorse misverstand is de ontmoeting in Nooit meer slapen van hoofdpersoon Alfred Issendorf met het 15-jarige Noorse meisje Inger Marie. Kooi vraagt zich al schrijvend af wat er voor de busrit is gebeurd en wat er van het meisje is geworden. In zijn boek blaast hij de ontmoeting nieuw leven in.

Maar Kooi doet meer dan dat. Hij gaat ook echt op zoek naar Inger. Ze blijkt in het plaatsje Asker bij Oslo te wonen. Tijdens een lang telefoongesprek vertelt ze dat het boek van Hermans altijd op haar nachtkastje ligt: 'Als ik niet kan slapen, leg ik mijn hand erop. Dat maakt mij rustig'.

Na afloop van het gesprek stuurt ze een foto van de opdracht die Hermans in de Noorse vertaling van Nooit meer slapen had geschreven. In het uitgebreide dankwoord bij Het Noorse misverstand schrijft Kooi ook dit: 'Wil men literatuur levend houden, dan kan het geen kwaad van tijd tot tijd nieuwe verhalen over de oude heen te schuiven en bijna verstomde stemmen opnieuw te laten klinken'.

Nieuwe verhalen over de oude heen schuiven, dat is wel even iets anders dan een gedenksteen leggen.