Trotse adoptant van een haarbal van een koe

Adoptiepaspoort Haarbal van een koeVele, vele jaren geleden bracht ik in de hoedanigheid van lid van de provinciale adviescommissie voor cultuur in Drenthe een bezoek aan het woonhuis van Jans Brands in Nieuw-Dordrecht. Het bezoek had tot doel te beoordelen of er gemeenschapsgeld gestoken moest worden in het behoud van een volledig uit de hand gelopen hobby.

De hobby van Jans Brands (1933 - 2019) bestond uit het verzamelen van spullen die hem bijzonder leken. Hij deed dat volgens een geheel eigen systeem en naar geheel eigen voorkeur en wel zo dat zijn verzameling uniek was geworden. Uniek in de zin dat zijn spullen misschien niet goed genoeg waren voor een provinciaal- of rijksmuseum, maar ook niet ontzameld, laat staan weggegooid konden worden.

Bij de rondleiding werd de provinciale adviescommissie voor cultuur in Drenthe destijds onder meer een haarbal van een koe getoond. Mijn mede-commissieleden, meer onder de indruk van een leenmannenregister uit 1380 en de muntenverzameling, deden daar wat lacherig over. Ik herkende er meteen een topstuk in.

In de jaren daarna werd, met steun van onder meer de provincie Drenthe, rond de verzameling een museumpje gebouwd, de Collectie Brands. Steeds als ik er op bezoek kwam, werd ik rondgeleid door een vrijwilliger die enthousiast het verhaal van Jans Brands en zijn unieke verzameling vertelde. Daarbij werd mij steeds de haarbal van de koe getoond, als bewijs dat Brands zich voor alles interesseerde wat in zijn ogen bijzonder was.

Kort geleden attendeerde de Collectie Brands mij op de mogelijkheid een museumstuk te adopteren. Ik citeer:

"Hoe word je adoptant? Op onze webpagina www.collectie-brands.nl/adoptie vind je een overzicht met de te adopteren stukken. Deze zijn onderverdeeld in drie categorieën: brons, zilver en goud. Je maakt je keuze voor het object dat jou het meeste aanspreekt en vraagt deze aan via het aanvraagformulier. Eén van onze medewerkers neemt vervolgens contact met je op om je aanvraag te bevestigen en je van verdere uitleg over de adoptieprocedure te voorzien."

Ook leuk om cadeau te geven. Ik kan het iedereen aanraden. Wees er snel bij.


Wat het Drents Museum (nog) niet meldde

Twee keer De Drentse Madonna van Jozef Israels
Het Drents Museum maakte dinsdag bekend dat het een onbekende voorstudie van De Drentse Madonna heeft ontdekt – het gelijknamige schilderij van Jozef Israëls (1824 – 1911) werd in 2018 door het museum in Assen gekocht en met veel tamtam gepresenteerd. Zowel RTV Drenthe als Dagblad van het Noorden brachten het nieuws over de studie die aan het schilderij vooraf is gegaan groot. Soms loopt dat nu eenmaal zo, om oud-journalist Peter Homan te citeren

Wat de eeuwig hongerige regionale media verzuimden te melden, is dat het ontdekte werkje reeds in 2020 door het museum op een veiling is aangeschaft. Daarna werd de pentekening, om alle twijfel weg te nemen, voorgelegd aan Israëls-expert Dieuwertje Dekkers. Die bevestigde eind vorig jaar dat het inderdaad door hem, Israëls, is gemaakt, ergens in 1870. Kortom, oud nieuws voor het eerst gebracht. Een fraai staaltje marketing uit Assen.

Zowel De Drentse Madonna als de tekening heeft een plek gekregen in een apart kamertje op de begane grond in de oudbouw van het museum, het deel wat vaak ten onrechte wordt overgeslagen door museumbezoekers. Wat ook voordelen heeft. Wie binnentreedt, zou zich zomaar in een kapelletje wanen, de vingers door een wijwaterbakje halen, een kruis slaan, op de knieën vallen, een gebed prevelen en bij het verlaten een traan weekpinken. O, Maria, moeder van alle smarten. Waarom is Drenthe toch zo saai Nederlands Hervormd?

Portretten-expo Drents Museum
Wat het Drents Museum (nog) niet meldde, ik heb althans het persbericht niet gezien, is dat op diezelfde verdieping een kleine tentoonstelling is ingericht met (zelf)portretten. Het is een heel aardige keuze uit de collectie van het museum, die op weer aansluit op een expositie elders in de oudbouw, Minerva meets Leipzig. Daar, bovenin de oudbouw, hangen niet alleen werken gemaakt door kunstenaars verbonden aan de Neue Leipziger Schule, maar ook werken van kunstenaars die aan Academie Minerva hebben gestudeerd of gewerkt.

Veel van de portretten beneden, in de buurt van de Madonna dus, excuus voor het traplopen, zijn van deze Minerva-schilders: Matthijs Röling, Barend Blankert, Thijs Jansen, Herman Tulp, de onlangs overleden Gerard van der Weerd en anderen. Maar er hangen ook ouderen, zoals Louis Albert Roessingh. De keuze is gemaakt door Sam Drukker, van wie vanaf april de overzichtstentoonstelling Sam Drukker - De man in de spiegel is te zien met honderd zelfportretten uit de periode 1980 tot nu.

Let bij het binnentreden ook op het portret van de broer van Sam Drukker, Flip. Die ontdekking hangt op de gang. Veel spannender dan de voorstudie van de Madonna.

Zelfportret (2014) Flip Drukker


100 jaar Ulysses van James Joyce

Ulysses 100 postzegels
Het in Den Haag zetelende pr-bureau CommuniGate PR & Marketing laat weten dat het vandaag, 2 februari, precies 100 jaar geleden is dat 'het bekende literatuurstuk' Ulysses van James Joyce werd gepubliceerd. Citaat uit het begeleidende persbericht:

'Op 2 februari lanceren de attracties van Dublin hun programma's, met 18 artistieke samenwerkingen die plaatsvinden tot 16 juni - de dag waarop het verhaal uit Ulysses plaatsvond, en die later internationaal bekend werd als 'Bloomsday' als eerbetoon aan Ulysses' centrale karakter Leopold Bloom. Over de hele wereld vinden er in 2022 tal van literaire evenementen plaats ter gelegenheid van deze 100ste verjaardag.'

Over de hele wereld? Zou dat ook in Nederland te merken zijn? De speciaal daarvoor ontworpen website maakt vooralsnog geen melding van Joyce- of Ulysses-activiteiten alhier. Maar wat niet is kan nog komen. Evenementen aanmelden kan via deze link.

Voor wie niet weet waar de drukte over gaat, nog een citaat uit het persbericht:   

'Beschouwd als een van de grootste en meest invloedrijke stukken van de modernistische literatuur, werd Ulysses aanvankelijk gepubliceerd als een reeks verhalen in een Amerikaans tijdschrift en voor het eerst gepubliceerd als een complete roman op 2 februari 1922 – op James Joyce zijn 40ste verjaardag. Het boek beschrijft 19 uur uit een enkele dag (16 juni 1904 – nu gevierd als Bloomsday) in het leven van Stephen Dedalus, samen met man en vrouw Leopold en Molly Bloom terwijl ze door de straten en buitenwijken van Dublin dwalen.'

Centrale rol bij de herdenkingen is weggelegd voor het Museum of Literature Ireland in Dublin, kortweg MoLI, een verwijzing naar Molly Bloom. Het museum is verantwoordelijk voor de Ulysses 100, een digitaal platform en gids voor de internationale evenementen ter gelegenheid van het eeuwfeest van Ulysses. Dat platform biedt naast online tentoonstellingen, artikelen en films ook een inleiding tot het boek.


Het verhaal van Nederland begint in Drenthe

Drents wagenwiel. Collectie Drents Museum
Vanaf 2 februari is via NPO1 Het verhaal van Nederland te zien, een 10-delige televisieserie over 'de hoogte- en dieptepunten van onze geschiedenis'. Makers zijn Tuvalu Media, Pupkin Film en de NTR. In de eerste aflevering voert acteur en verteller Daan Schuurmans de kijker mee naar de tijd van jagers en boeren, een periode van 300.000 voor en 50 jaar na Christus.

Uit het persbericht: "Na de ijstijd krijgt Nederland langzaam zijn huidige vorm. Door klimaatveranderingen moeten de eerste bewoners zich aan hun nieuwe leefomstandigheden aanpassen. We volgen Ava, een jonge jagersvrouw. Haar leven zal radicaal veranderen wanneer ze in aanraking komt met de eerste boerenkolonisten.

In een veentje bij Ubbena werd een grote eikenhouten schijf gevonden, het oudste wiel is 5000 jaar lang bewaard gebleven in het Drentse veen. Ook vertelt Daan ons over het grootste monument van Nederland waar eeuwenlang aan is gewerkt: grafheuvels. De Veluwe telt zeker 1500 van deze grafheuvels. Wat zijn het? Waarom zijn ze zo belangrijk? En wat vertellen ze ons over onze voorouders?"

De NPO presenteert Het Verhaal van Nederland als 'een transmediaal project' met naast de televisieserie ook een kinderserie voor Zapp.nl, een podcast met Diederik van Vleuten en een serie podwalks, tien interactieve wandelverhalen op verschillende historische locaties in Nederland.

Nogmaals het persbericht: "De podwalk over de Hondsrug voert je vanaf het dorpje Anloo door het prachtige Drentse landschap. Onderweg kun je je verbazen over en genieten van prehistorische grafheuvels, hunebedden en een adembenemende natuur." De audiotours zijn te beluisteren via de podwalk app Het verhaal van Nederland.

De televisieserie is komende week iedere woensdagavond te zien om 20.35. Zie ook hetverhaalvannederland.nl.


Het is winter, er nadert een ster

Jagers in de sneeuw (1565) Pieter Bruegel de Oude
Mogelijk op het idee gebracht door de film Don't look up van regisseur Adam McKay keek ik naar Melancholia van regisseur Lars von Trier uit 2011.

Tijdens de opening verschijnt Kirsten Dunst in beeld. Ze oogt zwaar depressief. Achter haar zien we vogels uit de lucht vallen. Zal het door de griep komen? Als de camera uitzoomt, blijkt ze bij zee in een weidse parkachtige tuin te staan met daarin een reusachtige zonnewijzer.

Het volgende beeld is het schilderij Jagers in de sneeuw van Pieter Bruegel de Oude, het wordt door vuur verteerd. Daarna nadert een ster onze planeet.

Alles komt goed in het voorjaar.


Mattheüs 2: 9 - 12

De_Aanbidding_van_de_Koningen-Pieter_Aertsen
En zij, den koning gehoord hebbende, zijn heengereisd; en zie, de ster die zij in het oosten gezien hadden, ging hun voor, totdat zij kwam en stond boven de plaats waar het Kindeken was.

Als zij nu de ster zagen, verheugden zij zich met zeer grote vreugde.

En in het huis gekomen zijnde, vonden zij het Kindeken met Maria, Zijn moeder, en nedervallende hebben zij Hetzelve aangebeden. En hun schatten opengedaan hebbende, brachten zij Hem geschenken: goud en wierook en mirre.

En door Goddelijke openbaring vermaand zijnde in den droom, dat zij niet zouden wederkeren tot Herodes, vertrokken zij door een anderen weg weder naar hun land.


Mattheüs 2:1-8

Drie koningen op bezoek bij Herodes

Toen nu Jezus geboren was te Bethlehem, gelegen in Judea, in de dagen van den koning Herodes, ziet, enige wijzen van het Oosten zijn te Jeruzalem aangekomen.

Zeggende: Waar is de geboren Koning der Joden? want wij hebben gezien Zijn ster in het Oosten, en zijn gekomen om Hem te aanbidden.

De koning Herodes nu, dit gehoord hebbende, werd ontroerd, en geheel Jeruzalem, met hem.

En bijeenvergaderd hebbende al de overpriesters en Schriftgeleerden des volks, vraagde van hen, waar de Christus zou geboren worden.

En zij zeiden tot hem: Te Bethlehem, in Judea gelegen; want alzo is geschreven door den profeet:

En gij Bethlehem, gij land Juda! zijt geenszins de minste onder de vorsten van Juda; want uit u zal de Leidsman voortkomen, Die Mijn volk Israël weiden zal.

Toen heeft Herodes de wijzen heimelijk geroepen, en vernam naarstiglijk van hen den tijd, wanneer de ster verschenen was;

En hen naar Bethlehem zendende, zeide: Reist heen, en onderzoekt naarstiglijk naar dat Kindeken, en als gij Het zult gevonden hebben, boodschapt het mij, opdat ik ook kome en Datzelve aanbidde.


De vaandeldrager van Emmen

Vaandeldrager Rembrandt Andre Hazes
Door al het gedoe over de voorgenomen verkoop van De vaandeldrager van Rembrandt – de Tweede en Eerste Kamer moeten nog steeds besluiten 150 miljoen euro beschikbaar te stellen – moest ik ineens denken aan De nachtwacht van Emmen.

Voor wie het niet weet: dat is een initiatief waarbij creatieve hobbyisten in het voormalige giraffenverblijf van de voormalige dierentuin in Emmen op ware grootte De nachtwacht hebben nageschilderd.

Ter voorbereiding op die inmiddels voltooide klus is ook geoefend. Een van de hobbyisten, de naam is mij onbekend, heeft daarbij – bedoeld of onbedoeld – Rembrandt als vaandeldrager afgebeeld met het gezicht van André Hazes. Althans, dat is wat ik er in (wil) zien.


Van dorpshuis tot mfa en kulturhus

Erfgoed MagazineIn Erfgoed Magazine nummer 6, jaargang 42, lees ik op bladzijde 10 het volgende:

'In het Drentse Paterswolde sticht de sociaal bewogen Gezina Bähler-Boerma (1847 – 1953) in 1915 het eerste dorpshuis van Nederland. Dit initiatief krijgt tijdens het interbellum – aangespoord door provinciaal beleid – een vervolg in talloze dorpen. Na de Tweede Wereldoorlog worden lokale initiatieven ondersteund door de Rijksoverheid.'

Het artikel, Van verheffen naar ontmoeten, geschreven door Amanda Terpstra en Wijnand Galema, schenkt ook aandacht aan wat met de dorpshuizen gebeurde tussen 1950 en 1965, de periode dat het Ministerie voor Maatschappelijk Werk wordt opgericht, en dorpshuizen worden gebouwd 'meestal opgezet rondom een multifunctionele zaal met toneel waar omheen een aantal ondersteunende functies is gerangschikt in afzonderlijke kleine ruimten'.

Ik meld dit alles in verband met de discussie over de toekomst van het Rensenpark in Emmen, zie ook deze link, een eerder stukje onder de kop Hoeveel cultuurpodia kan een provincie (ver)dragen? en het recent verschenen boek Klein theater, groot hart waarin Patrick van den Hanenberg aandacht schenkt aan culturele vrijplaatsen in de twaalf provincies. Wat betreft Drenthe spreken Tony Neef en Ellen ten Damme in dat boek vol lof over De Winsinghhof in Roden, wat Groningen is Bert Visscher enthousiast over 't Marnehoes in Wehe-den-Horn.


Week van de Nedersaksische schrieverij

Dikke Week van de Nedersaksische Schrieverij
Morgen, 5 november, start de eerste Week van de Nedersaksische schrieverij, een initiatief van het Centrum Groninger Taal & Cultuur (CGTC), Huus van de Taol, IJsselacademie, Erfgoedcentrum Achterhoek en Liemers, Twentehoes en Stellingwarver Schrieversronte.

De week start vrijdag met een symposium in Doetinchem over het belang en de toekomst van het Nedersaksisch. In Linde, dat is voor wie het niet weet in Drenthe, wordt zondag een editie van het Drents letterkundig tiedschrift Roet gepresenteerd met aandacht voor Overijsselse schrieverij.

Ook op het programma staan een Nedersaksisch café, taalcursussen, boekpresentaties, een streektaaldictee, aandacht voor streektaal in het onderwijs en een festival voor het Gronings. Voorts wordt via de sociale media van de betrokken organisaties dagelijks een schrijver of dichter gepresenteerd met met poëzie of proza in het Gronings, Drents, Overijssels, Achterhoeks, Twents en Stellingwervers.

De Week van de Nedersaksische schrieverij duurt tot en met 14 november, dat is langer dan een gewone week, vandaar dat de organisatoren spreken van een 'dikke week'.  Zie verder deze link. Voor de meer sceptische liefhebber is wellicht ook deze link en vervolgens deze link interessant.


Gaat dat zien: IJswee van Okki Poortvliet

IJswee Okki Poortvliet
Ter gelegenheid van het Noordelijk Film Festival schrijf ik voor de cultuurbijlage van Dagblad van het Noorden en Leeuwarder Courant over de documentaire IJswee van Okki Poortvliet. IJswee is volgende week in Leeuwarden te zien, maar draait nu reeds in het CBK Rensenpark in Emmen.

Poortvliet (Emmen, 1999) legde voor haar eindexamen aan Academie Minerva vast hoe leden van de ijsvereniging van Odoorn de winter van 2020/2021 beleven. Tijdens het NFF dingt ze naar twee prijzen in de Noorderkroon-competitie: die van beste lange documentaire en van grootste jonge talent.

Er is heel veel goed aan IJswee. Zoals om te beginnen de vorm. Poortvliet maakte in feite twee films: een documentaire over de ijsvereniging met daarin animaties, beelden uit het familie-archief en ook nog eens de korte kunstfilm De ijsteller. Deze vertelt over een man die het verlangen naar (schaats)ijs op een extreme manier ervaart.

De beelden van de kunstfilm zijn in de IJswee-documentaire verwerkt, maar in het Rensenpark is De ijsteller ook zelfstandig te zien, als onderdeel van een installatie met tekeningen, een wervingsposter voor crowfunding, prints, onderzoeksmateriaal, medailles, een glijplank en zelfs een loket voor koek-en-zopie.

De kern van de docu bestaat uit interviewfragmenten met leden van de vereniging in hun alledaagse omgeving, afgewisseld met beelden van gebeurtenissen rond Schoonmeer, de ijsbaan in het bos bij Odoorn. Aanvankelijk lijkt het treurigheid en weemoed troef en worden vooral herinneringen opgehaald, maar in februari 2021 valt alsnog de vorst in en herleeft de vereniging.

Gaat dat zien, in Leeuwarden of in Emmen waar IJswee nog tot en met 14/11 kan worden bezocht.