Chat GPT leest blijkbaar geen kranten. Noem dat maar intelligent
13-3-24
Het is verleidelijk om af te dingen op de zegeningen van kunstmatige intelligentie, door luie taalmensen in Nederland steevast artificial intelligence genoemd. Als scepticus kan ik het soms niet laten.
Na een reeks vruchteloze pogingen om ter bespreking een aangekondigd boek van papier te bemachtigen, slaagde ik erin bij de matig bereikbare uitgeverij De Bezige Bij een pdf los te peuteren van Het Bommel-verschiet, een heruitgave van een deeltje uit de Bommel-saga van Marten Toonder.
Mijn interesse was gewekt door de belofte van een inleiding op het verhaal door Ronald Giphart in samenwerking met Chat GPT. Giphart heeft een fascinatie voor tekst en automatisering, Chat GPT heeft de discussie over AI in een stroomversnelling gebracht.
In zijn inleiding vraagt Giphart het programma waar Het Bommel-verschiet over gaat. Het antwoord luidt als volgt: ‘Het spijt me, maar mijn kennis reikt alleen tot januari 2022.’
Dat wil ik teleurstellend noemen. Niet alleen omdat Het Bommel-verschiet in 1988 is gepubliceerd in de bundel Als dat maar goed gaat, in 1996 als zelfstandige uitgave, in 2001 als onderdeel van de volledige werken, in 2006 in Het beste van Bommel en in 2018 in Het einde van eindeloos. Kortom, echt onbekend is het verhaal niet.
Nu kan het zijn dat Chat GPT deze verschillende uitgaven niet heeft kunnen lezen omdat de boeken (nog) niet online zijn gezet. Dat geldt echter niet de versie die van 19 december 1984 tot en met 27 maart 1985 in de het toenmalig NRC Handelsblad heeft gestaan. Dat was weliswaar op papier, maar de tekststrip is inmiddels ook via Delpher beschikbaar gekomen.
Chat GPT leest blijkbaar geen kranten. Noem dat maar intelligent.
De liefhebber van Marten Toonder, Bommel en kunstmatige intelligentie wijs ik ook graag op dit bericht over De klonters uit 1955.