
Volgens de agenda spreek ik komende vrijdag in De Literaire Hemel in Amen met Ingmar Heytze over Willem Barnard (1920 – 2010), als schrijver en dichter bekend onder de naam Guillaume van der Graft. Of het doorgaat, valt nog te bezien. Een dezer dagen wordt besloten over een eventuele beeldlijnverbinding tussen Drenthe en Utrecht.
Ter voorbereiding op het gesprek heb ik bij de bibliotheek de verzamelde gedichten van Van der Graft opgevraagd. In Drenthe bleek alleen in Hoogeveen, ergens in een kelder, nog een exemplaar te liggen. Kort na het plaatsen van de reservering gingen de bibliotheken dicht. De hoop is nu gevestigd op het bibliotheekwerk achter de schermen, want dat gaat gewoon door, wat Rutte c.s. ook bedenken.
Bij Boekwinkeltjes bestelde ik Een zon diep in de nacht, een keuze uit de dagboeken die Barnard tussen 1945 en 2005 heeft bijgehouden. Voor mijn exemplaar – gebonden met leeslint, 858 bladzijden, dundruk – hoefde ik slechts 5 euro te betalen omdat de vorige eigenaar tijdens het lezen streepjes in de marge heeft gezet bij zinnen en passages die hem of haar, om wat voor reden dan ook, interessant voorkwamen.
Vrijdag werd Een zon diep in de nacht bezorgd. Zondag ben ik begonnen met lezen. Er staan veel streepjes in, sommige zijn gemaakt met potlood, andere met ballpoint. Vermoedelijk zijn ze gezet door Anton C. Zijderveld, want de hanepoten op het schutblad doen die naam vermoeden. De streepjes spreken tot mijn verbeelding. Soms staat ook een aantekening in het boek.
Op bladzijde 66 is een naam met een uitroepteken neergeschreven bij een dagboekaantekening uit 1957. Op die plek citeert Barnard een uitspraak die hij op de radio heeft gehoord: 'Het gaat niet om de kerk, maar om de verkondiging van het evangelie.' Barnard vertelt niet wie de uitspraak heeft gedaan, want hij schrijft over een stem. Maar Zijderveld herkent er ene Hoekendijk in.
Dat is toch fascinerend, dat een lezer in 2010, het jaar waarin Een zon diep in de nacht is verschenen, een stem weet te duiden die meer dan een halve eeuw daarvoor op de radio is gehoord door een dagboekenschrijver.
De notities van Barnard zijn sowieso zeer interessant en inspirerend. Hij schrijft over zijn predikantenbestaan, zijn liefde voor zijn vrouw, zijn moeizame verhouding tot de kerk, zijn kinderen, theologische en literaire kwesties et cetera.
Mocht het niet tot een onderhoud met Ingmar Heytze komen, dan heb ik nu reeds zoveel plezier aan zijn Willem Barnard beleefd, dat de inspanningen vooraf en die vijf euro alle moeite waard zijn geweest.