Geen Leonie over Paul Biegel, maar Boris Wanders naar De Literaire Hemel
9-4-25
Anders dan eerder aangekondigd in onder meer Dagblad van het Noorden wordt komende vrijdag in De Literaire Hemel in Amen geen aandacht geschonken aan Paul Biegel. Wegens noodgedwongen afzegging door dochter Leonie Biegel komt Boris Wanders naar café De Amer.
De in Groning woonachtige Wanders, geboren in Roden en oud-docent Nederlands in Leek, besloot vijf jaar geleden met zijn vrouw Judith Lechner een verzwegen familiegeschiedenis te onderzoeken. Het resulteerde in het boek On/t/schuld met gedichten en foto’s over de doorwerking van het oorlogsverleden.
Boris Wanders’ grootvader wordt na de oorlog opgepakt, omdat hij NSB'er en lid van de hulplandwacht is geweest. De grootvader komt in 1955 vrij en sterft als kleinzoon Boris 11 jaar oud is. Nooit hebben ze elkaar gezien. Thuis werd over de beladen erfenis niet gesproken. Judith Lechner spoorde haar man aan de familiegeschiedenis onder ogen te zien.
Naast het boek On/t/schuld is er momenteel een tentoonstelling in Gevangenismuseum Veenhuizen over leven met de last van een verzwegen verleden. Veenhuizen is niet toevallig de plek waar de grootvader van Boris Wanders tien jaar vast heeft gezeten na de oorlog.
De Literaire Hemel wordt mede mogelijk gemaakt door Dagblad van het Noorden. Naast Boris Wanders zijn Ellen Krol (Onbevrijd gevoel) en Bert Natter (Aan het einde van de oorlog) te gast in café De Amer in Amen Aanvang: 20.00 uur. Entree: € 18,50, inclusief twee consumpties. Kaartverkoop via www.literairehemel.nl
Hij fluit een liedje boven de weemoed in zijn hart
8-4-25
Vandaag, dinsdag, staat de honderdste en laatste aflevering in Dagblad van het Noorden van de verstripping van de roman Bartje door scenarist Ahmad Resh en tekenaar Anco Dijkman. Volgende maand verschijnen alle aflevering als graphic novel bij uitgever Personalia. De oorspronkelijke tekst van het slot door schrijver Anne de Vries is hier na te lezen.
Is onze liefde voor Amerikaanstalige literatuur alweer voorbij? Lange leve de moerstaal?
7-4-25
Naar goed hedendaags journalistiek gebruik moet je soms de zaken iets zwaarder aanzetten om aandacht te genereren. Als dat met een vraag gebeurt, of met woorden als ‘lijkt’ of ‘misschien wel’ doet ‘mogelijk’ niemand er moeilijk over.
Eind vorige week, donderdag, maakte de CPNB middels een persbericht bekend dat de 90e Boekenweek met succes is afgesloten. Als hoogtepunt werd terugblikkend een verkoopstijging van vier procent aan Nederlandstalige boeken genoemd met daarin opgenomen een verkoopstijging van 25 procent aan Nederlandstalige fictie.
Dat mag opmerkelijk heten. Nieuws misschien wel. Want de laatste jaren gaan de persberichten van de CPNB gepaard met de verborgen constatering dat de verkoop van Nederlandstalige fictie achteruit kachelt, terwijl die van Engelstalige literatuur ‘in de lift’ zit. (Een lift kan ook omlaag, aldus de vader in Het archief, de roman van Thomas Heerma van Voss.)
Prompt leidt dat tot krantenstukken over boekhandels die ‘steeds meer jongeren’ over de vloer krijgen, vooral meisjes en jonge vrouwen, voor wie kasten vol young adult-titels zijn neergezet of zelfs nieuwe winkels worden geopend.
De krant van toen, nu nog het gratis toegankelijke archief van Dagblad van het Noorden, Leeuwarder Courant en nog veel meer titels van het Mediahuis-concern, bevat verschillende artikelen met deze strekking. Herhaling is de kracht van reclame. Ik citeer hieronder uit een uit NRC overgenomen stuk dat eind januari in het Friesch Dagblad is gepubliceerd, kort na de bekendmaking van de verkoopcijfers van 2024:
‘Anderstalig, lees: Engelstalig, heeft afgelopen jaar opnieuw terrein gewonnen, blijkt uit de jaarcijfers over de boekenverkoop van stichting Collectieve Propaganda voor het Nederlandse Boek (CPNB). Met een stijging van 8 procent van het aantal verkochte boeken is de groei niet zo spectaculair als in coronatijd, maar de opmars zet door. Het totale aandeel van anderstalige boeken stijgt daarmee naar 22 procent.’
Uit cijfers verzameld tijdens de meest recente Boekenweek blijkt dat het segment Anderstalig slechts met een procent is gestegen. Dat is inderdaad nog steeds een stijging, maar vergeleken met het jaar ervoor een afvlakking. Tijdens de Boekenweek van 2023 steeg het segment Anderstalig immers met drie procent. Het segment Nederlandstalige scoorde destijds slechts zes procent.
Wat is hier aan de hand? Is hier sprake van het Gerwin van der Werf-effect?
Het is jammer dat ik hem of haar (nog) niet aan het woord heb gehoord en in beeld gezien, maar een beetje duider zou erop kunnen wijzen dat dit alles te maken heeft met de recente gebeurtenissen in de Verenigde Staten. Daar doet president Donald Trump er alles aan om zijn land in het buitenland minder geliefd te maken.
Een beetje duider zou in een moeite door iets kunnen zeggen over de handelsoorlog die er mogelijk voor zorgt dat boeken die in de VS zijn gemaakt en eenmaal per vliegtuig of containerschip in de havens van Rotterdam of Antwerpen arriveren kunnen worden belast met een zeer hoog tarief waardoor ze minder aantrekkelijk worden voor EU-lezers.
Een beetje duider zou erop wijzen dat de Nederlandse doelgroep van Amerikaanstalige literatuur bij uitstek bestaat uit lezers die zeer gevoelig zijn voor mode en trends. Mocht de door sommige andere duiders gesignaleerde cultuuroorlog van de Nieuwe naar de Oude Wereld overslaan zou dit zeer interessante gevolgen kunnen hebben.
Gevraagd of het inderdaad zo werkt, of het niet logischer is dat Amerikaanstalige boeken vanuit de VS na een druk op de knop via kabels in zee of satellieten in de lucht in de EU belanden waarna ze na een andere toetsbeweging ergens in Tsjechië of Slowakije worden gedrukt en verstuurd, zodat er nauwelijks of geen heffingen aan te pas komen, zou de duider in kwestie kunnen beweren dat er nog heel veel onduidelijk is.
Het kan immers ook dat jongeren in Nederland die graag de via TikTok aangeprezen Amerikaanstalige young adult-literatuur kopen vanwege een nieuwe serie op Neftflix, HBO, Disney+ of een andere streamingsdienst helemaal niet hebben geweten dat er een Boekenweek was.
‘Verroest toch vent, bin ie nou een kerel? Ie lieken wel een meid!’....
3-4-25
Dagblad van het Noorden en Leeuwarder Courant brengen al enige tijd de roman Bartje van Anne de Vries als stripfeuilleton. Vandaag, donderdag, staat de 99ste en voorlaatste aflevering in de krant.
Omdat de scenariotekst Ahman Resh in de strip van behoorlijk is ingedikt en daardoor afwijkt van de uit 1935 stammende tekst uit 1935 hieronder de oorspronkelijke, laatste bladzijden:
‘Ik zou gaan goelen, as ik joe was,’ bromt Bartje. Hij boent met de vuist in zijn ogen. ‘Verroest toch vent, bin ie nou een kerel? Ie lieken wel een meid!’....
Maar even later mompelt hij zacht: ‘Ik zal toch gauw wel es weeromme moeten, dâ's wis....’
Dan, met een ruk, staat hij op. Hij steekt zijn bundeltje kleren aan een eikenstok en legt die op zijn schouder. Nog één blik achterom.... Een man loopt in de verte gebogen achter de ploeg: vader. ‘Heui!’ mompelt Bartje en hij grijnst. Hij steekt twee vingers omhoog. Er was eens een kleine jongen, die er op uitging, om een andere vader en moeder te zoeken en die ze later door het leven thuis kreeg gestuurd....
Is 't nou uit? Tranen?.... Op de dag, dat de vrijheid roept? Wel alle mensen, is 't hem dan nooit naar de zin? Wat heeft hij nou over zijn moeder te prakkezeren? Die is in de hemel bij Jezus, daar is geen twijfel aan. De hemel is geen bedrog.
Bartje draait zich met een ruk om en stapt de heuvel af. Een andere hemel opent nu zijn poorten voor hem. Welke weg zal hij kiezen? Hij kan de rechte, vaste weg over de heuvels lopen, de weg, die oude mensen en kinderen gaan. Hij kan ook dwars door het moeras. Dat is korter en voor wie er in thuis is, weinig gevaarlijk; het levert hoogstens een paar natte voeten op. Bartje kiest het laatste. De nevels beginnen er reeds te trekken. De witte wieven richten zich op en bedekken plagend met hun sluiers de glans van het paradijs.
Hildegard!.... Treedt zij nu terug?.... Is een boerenknecht haar te min? Dat zou zelfs den drommel verdrieten! Allo wicht, wij bent mekaar zo trouw as Harm van zwarte Jaante. Je kan nooit weten, wat er gebeuren gaat. De toekomst...., de toekomst is het land van onbegrensde mogelijkheden. Voorlopig geeft zij een eigen kamertje en vijftig gulden in 't jaar. Gert is weggegaan zoals Bartje en hij kwam thuis op een nieuwe fiets. Jacob was een vluchteling en Jozef was een slaaf.
‘Ie moet de kop d'r bij houden,’ denkt Bartje. ‘En de kans benutten, zodra die er is. Denk er omme, dat ie ook altied in 't oog houdt, wie of ie veur hebben; en dat ie joe nooit teveule bindt.’
‘En dat ie geen mense vertrouwt,’ zegt hij ook nog.
Dan staat hij geschrokken stil voor het fladderend geraas van een wulp, die klagend opvliegt uit een biezenpol. Het dier lijkt wel kant gek. Het buitelt over zijn kop, stort op de veengrond, fladdert gebrekkig wat verder en valt weer neer, of zijn beide vleugels gebroken zijn. Het is bedrog. Het dient slechts om van het nest af te lokken. Bartje echter bukt zieh en raapt vier warme, grote eieren uit het slordige nest. Hij keurt ze in het drabbige water. Ze zijn zuiver, ze zinken als keien. 't Is in 't moeras nog zo slecht niet! Bartje verpakt de eieren zorgzaam tussen zijn kleren en trekt zijn hoofd tussen de schouders, telkens als de wanhopige vogel over hem scheert en krijsend naar hem slaat met een vleugel. Ja, 't is naar voor het beest. Maar wat zal de boer zeggen, als zijn nieuwe knecht hem al dadelijk een ei bij de boterham brengt?
De hei groent. Het pluimgras wuift schoon en listig boven de kuilen en het borrelende moer.
Bartje zet de pas er in. Hij kiest met zorg zijn bochtige weg en zet zijn voeten vast en weloverdacht op het glibberig pad naar de einder.
Ha, een nieuw leven vangt aan. Al het oude heeft afgedaan.
Al het oude?
Een kleine jongen is in de wijde wereld op zoek naar het geluk.
Hij fluit een liedje boven de weemoed in zijn hart.
Een interview met Irene Wiersma over haar debuutroman 'Prooidier'
28-3-25
Voor Dagblad van het Noorden interviewde ik Irene Wiersma over Prooidier, een debuutroman waarin een jonge vrouw verstrikt zit in een relatie vol psychisch en seksueel geweld. Prooidier is geschreven door iemand die eerder twee dichtbundels en twee albums heeft gemaakt.
Een deel van het gesprek met Wiersma ging erover in hoeverre een schrijver met een dergelijke roman, waarin zeer expliciete seksuele handelingen worden beschreven, zich kwetsbaar opstelt.
Dat dit ter sprake kwam vloeit voort uit de opdracht die journalisten van Dagblad van het Noorden hebben om verhalen zo persoonlijk en lezersgericht mogelijk op te schrijven. De aandacht moet daarbij niet zo zeer uitgaan naar de gekozen vorm of ‘het werk’, maar naar de mens achter de schrijver. Niet de verbeelding, maar de werkelijkheid telt in de journalistiek.
Hieronder een fragment uit het interview dat, deo volente, zaterdag in Drenthe en Groningen op papier wordt verspreid met een of meer foto’s gemaakt door Nienke Maat:
,,Ik heb seksueel misbruik meegemaakt. Ik heb in toxische relaties gezeten. Het schrijven heeft bij mij gebeurtenissen en gevoelens opgerakeld. Het was confronterend. Mede daardoor heeft het lang geduurd voor ik kon debuteren als romanschrijver. Je kunt niet over dit soort zaken schrijven als je er nog middenin zit. Dat levert geen goed boek op. Er is een schrijfregel die zegt dat je niet vanuit de wond, maar vanuit het litteken moet vertellen.”
,,Arnon Grunberg zei ooit dat je je een sukkel kunt voelen als je op straat struikelt. Zet je die struikelpartij op papier, dan maak je het weer van jezelf. Schrijven is vormgeven aan wat je voelt of hebt meegemaakt. De vrijheid om het naar je hand te zetten, kan helend werken.”
Het kan ook tot ongemakkelijke situaties leiden waarbij mensen die geen verschil maken tussen literatuur en privé en vooral willen weten wat jou als persoon is overkomen.
,,Margaux Fragoso schreef met Tijger, tijger een roman over een waargebeurde relatie met een pedofiele man. Later vertelde ze dat ze liever iets anders had meegemaakt, dat ze nieuwsgierig was welke schrijver ze dan was geworden. Ook ik had graag over andere dingen geschreven. Maar dit is nu eenmaal mijn thematiek. Je schrijft over wat in je leeft. Schaamte en schuld houden mij bezig, ook in mijn gedichten en muziek. Dit is voor mij te groot om over iets anders te schrijven.”
Kun je je als schrijver ook onvoldoende in bescherming nemen?
,,Daar heb ik veel over nagedacht. Wil ik dit? Kan ik dit? Het antwoord is ja. Het mooie van schrijven is dat het een traag proces is. Ik heb geen twijfel of ik te ver ben gegaan. Dit is belangrijk, dit wilde ik vertellen.”
Prooidier wordt zondag in Groningen gepresenteerd. Uitgever is Passage. Donderdag 10 april signeert Wiersma haar boek van 19.00 tot 20.00 uur in boekhandel Van der Velde aan het A-Kerkhof in Groningen
Marcel Möring vertelt over 'Mordechai' in Warenhuis Vanderveen te Assen
20-3-25
Bericht van Nico Vanderveen. Waarin gewag wordt gemaakt dat Marcel Möring zaterdag 22 maart in Warenhuis Vanderveen in Assen komt vertellen over zijn roman Mordechai. Hieronder citaten uit een persbericht:
‘Mordechai Gompertz is de grootste schrijver die Nederland ooit heeft voortgebracht. Zijn vuistdikke romans zijn verfilmd, zijn foto haalde de roddelpagina’s van de kranten. Hij is ongrijpbaar en onaantastbaar. Tot op een dag een woord hem in het verkeerde keelgat schiet. Een onbenullig woord. Een woord waarover iemand als hij zich niet druk zou hoeven te maken.
In Mordechai volgt Marcel Möring het tumultueuze leven en werken van een man die nooit ergens bij hoorde en verkoos om ‘vrij’ te zijn. Mordechai is een meeslepend avontuur dat de lezer meevoert in een maalstroom van gebeurtenissen die zich over een periode van meer dan honderd jaar uitstrekken – van Hollywood tot het Oekraïne van de Eerste Wereldoorlog, van Israël tot Australië.'
Aanvang: 12.00 uur (Buningzaal, 5e etage) Entree: gratis. Lees ter voorbereiding diezelfde zaterdag een interview met de schrijver in Dagblad van het Noorden.
Judith Fanto, schrijver van ‘Viktor’, vertelt over ‘Narcis’ bij Van der Velde in Assen
19-3-25
Bericht van Carola Hubers. Waarin gewag wordt gemaakt van de komst van Judith Fanto naar van boekhandel Van der Velde in Assen op 20 maart. Ik citeer:
‘Judith Fanto debuteerde in 2020 met de veelgeprezen roman Viktor, die werd bekroond met de Hebban Literatuurprijs voor het beste debuut en genomineerd werd voor de Boekhandelsprijs 2021. In deze roman verweeft Fanto haar eigen familiegeschiedenis met de lotgevallen van de Weens-Joodse familie Rosenbaum. Viktor is een roman over identiteit, afkomst en de impact van familiegeheimen, geschreven in een meeslepende, literaire stijl die veel lezers wist te raken.
Met haar tweede roman, Narcis, slaat Fanto een nieuwe weg in. We volgen een jonge rechtenstudent die in de jaren tachtig in Nijmegen studeert en zich ontfermt over een raadselachtige en charismatische vriend, Narcis. Hun vriendschap groeit uit tot een diepe verbondenheid, maar wordt steeds complexer. Hoe goed kun je een ander echt kennen? En is volledige openheid in een vriendschap altijd wenselijk?
Aanvang: 19:30 uur. Entree: 10 euro
Leest ‘Het land van Hrabal’ van Rik Zaal
12-3-25
Met het idee een bespreking te maken voor Dagblad van het Noorden en mogelijk ook Leeuwarder Courant lees ik de roman Het land van Hrabal van Rik Zaal. Terwijl ik nog een derde te gaan heb, wil ik bij wijze van spoiler alert nu al roepen dat het een geweldig boek is. Misschien wel het 51ste, 52ste of 53ste beste Nederlandstalige boek van deze net aan begonnen eeuw.
Dat geweldige zit in de quasi-babbelige stijl, de collage-achtige vormgeving en de manier waarop Zaal humor gebruikt om iets ernstigs te vertellen. De hoofdpersoon in Het land van Hrabal twijfelt ernstig aan zijn geheugen. Dat hindert hem bij het ophalen van herinneringen aan het werk van schrijver Bohumil Hrabal en de tijd dat Tsjecho-Slowakije nog bestond, voor de jonge lezer een tragisch land achter het ijzeren gordijn.
Geheugenverlies is een zorgwekkende zaak, maar de hoofdpersoon probeert ermee in het reine te komen en wel zo dat de lezer zich afvraagt of dat geheugen wel zo slecht is als de hoofdpersoon doet voorkomen. We hebben derhalve te maken met een onbetrouwbare verteller, vermoed ik. Juist dat onbetrouwbare is zeer belangrijk in dit boek, dat in zekere zin gaat over de vraag of mensen wel of niet deugen.
Bijzonder is onder meer dat de hoofdpersoon een Theorie van Echte en Onechte Landen opvoert, een niet-wetenschappelijk idee dat neerkomt op een onderscheid tussen landen met vermeende problemen, zoals Nederland, en landen waar werkelijk iets aan de hand is of was, zoals het door de Sovjet-Unie gedomineerde Tsjecho-Slowakije waar mensen op een voor Nederlanders moeilijk voor te stellen manier er het beste van proberen te maken.
De vraag die Zaal oproept is of je onder dergelijke omstandigheden schone handen kunt houden. De door hem bewonderde Hrabal slaagde daar naar verluidt niet helemaal in, en dat geldt ook een van de vrienden van de hoofdpersoon. Om het nog ingewikkelder te maken voert Zaal op basis van het eerder genoemde onbetrouwbare geheugen een aantal scherpe situaties op die het vrijwel onmogelijk maken om schone handen te houden.
Is daar nog iemand? Zo ja, dan volgt hieronder een in mijn ogen veelzeggend citaat:
‘Nee, eenvoudig was het niet, dat leven onder het communisme en Tomas heeft me aan de hand van een voorbeeld van een vriend van hem die toneelspeler was uitgelegd hoe raar zo’n leven in elkaar zat en wat voor rare connecties je moest hebben, want voor zijn vriend Jan was het bijvoorbeeld van belang dat zijn broer getrouwd was met de dochter van een man wiens zoons allemaal in de bouw werkten en dat hij bevriend was met een man wiens schoonzuster directeur was van een grote slagerij en dat die connecties werkten omdat de slager heel erg van theater hield waar acteurs en actrices in speelden die die slager van televisie kende en dat Jan hem aan kaartjes kon helpen en dat hij dan in ruil voor die kaartjes het beste vlees kreeg dat er in Praag beschikbaar was, vlees dat je nooit in de winkel zou zien liggen en dat de bouwvakkers van de vader van de schoonzus voor dat vlees graag een muurtje metselden in het weekendhuis van de toneelspeler, waar het allemaal om begonnen was in het communistische Europa van die tijd, het buitenhuis, de datsja.’
Nu weer verder lezen.
Wel Kees ’t Hart, Marcel Möring en Lize Spit geen Gerwin van der Werf tijdens de Boekenweek in Drenthe
6-3-25
De Boekenweek nadert en dus loopt agenda met schrijversoptredens vol. Zoals wel vaker komt de auteur van het Boekenweekgeschenk, dit jaar Gerwin van der Werf, niet naar Drenthe. Lezers krijgen andere dingen aan en naar hun hoofd.
Zo wordt woensdag 12 maart Kees ‘t Hart in warenhuis Vanderveen in Assen door Annette Timmer geïnterviewd over zijn nieuwe roman De Rode Olifant. In dit boek krijgt een expert een financieel aantrekkelijke opdracht om de mogelijkheden te onderzoeken voor de oprichting van een warenhuismuseum. Gratis entree, aanvang 14.00 uur. Aanmelden kan via [email protected]
Twee dagen later, 14 maart, interviewt voornoemde Timmer in café De Amer te Amen dichter Suze Sanders over haar dichtbundel Draogers van twiefellocht en de in de achttiende eeuw gespecialiseerde literatuurhistoricus Marleen de Vries over schrijfster Betje Wolff (1738-1804). Derde gast is Marcel Möring, schrijver van de roman Mordechai, maar die wordt door iemand anders geïnterviewd. Aanvang 20.00 uur. Toegang €18,50, inclusief twee consumpties. Kaartverkoop via www.literairehemel.nl
Op 15 maart grijpt BoekenFEST plaats in cultuurpaleis DNK in Assen. Genode auteurs zijn Roxane van Iperen (Dat beloof ik), Lize Spit (Autobiografie van mijn lichaam) en Rob van Essen (Ik kom hier nog op terug). Streektaalzanger Leon Moorman zorgt voor muziek. De entree bedraagt 15 euro. Aanvang is 19.30 uur. Kaartverkoop via www.dnk.nl. Bovenstaande foto toont de drukte tijdens BoekenFEST in, ik meen, 2024.