Leest ‘De promotie’ van Herman Brusselmans
7-2-25
In de week dat Herman Brusselmans zich voor een rechtbank in Gent moest verantwoorden voor een column met de zin ‘Ik word zo woedend dat ik iedere Jood die ik tegenkom met een puntig mes los door de keel wil rammen’ trof ik in onze boekenkast op de redactie in Groningen zijn nieuwste boek aan, De promotie.
Eerste gedachte: het zal toch niet?
Eenmaal thuis zette ik het nieuwsgierig op een lezen. In de novelle maakte ik kennis met Walter Waterschoot, een auteur die al vele romans, essaybundels, toneelstukken, reportages en verzamelde korte verhalen of columns heeft gepubliceerd, maar dit keer een bundel met vijftig verzen wil schrijven.
Dat schrijven kost Walter geen enkele moeite. Hij kwakt zijn gedichten op papier. Een bijpassende titel valt hem in tijdens zijn slaap: Poëzie bij wijze van gedichten. Heel tevreden is hij er niet over, maar het kon slechter. Bovendien is er niemand op de uitgeverij die de gedichten wil lezen. Waar het om draait is de boel zo snel mogelijk gedrukt en aangeprezen te krijgen, zaken buiten de auteur om.
Het omslaan van de pagina’s kostte weinig moeite. Brusselmans hanteert ook in De promotie de soepele stijl die van een lezer nauwelijks inspanning vraagt en misschien wel om die reden van de auteur een beroemdheid heeft gemaakt. Desondanks bleef ik voortdurend op het puntje van mijn stoel zitten. Ik wachtte op het moment dat ‘de zaak’ ter sprake zou komen.
Voor wie het heeft gemist: Brusselmans reageerde in zijn column, in augustus vorig jaar geschreven voor tijdschrift Humo, op de dramatische gebeurtenissen in Gaza. De manier waarop hij dat deed leverde hem naast afkeuring van collega's en anonieme bedreigingen meerdere aanklachten op. Volgens het Joods Informatie en Documentatiecentrum in België (JID) zou hij het antisemitisme salonfähig hebben gemaakt.
De promotie biedt Brusselmans en zijn uitgeverij een uitgelezen mogelijkheid twee vliegen in één klap te slaan, dacht ik al lezend. Klap een: zich literair verweren tegen de aantijgingen en daarmee opkomen voor de vrijheid van meningsuiting. Klap twee: met een nieuwe, gedurfde tekst de aandacht vestigen op zijn kwaliteiten als schrijver en daarmee zijn naam rehabiliteren.
Tussen deze dreunen door vraag ik mij af of het in België is toegestaan jezelf hangende een rechtszaak verdedigen buiten de rechtbank. Mag een schrijver de vrijheid van meningsuiting in praktijk brengen als juridisch wordt betwijfeld of hij die vrijheid heeft overtreden? Of is het beter om tijdens het scheren, stil te blijven zitten. Kijk uit voor een mes bij de keel. Spannende materie die tot de verbeelding spreekt.
Nog nieuwsgieriger las ik verder. Na de laatste bladzijde van De promotie vouwde ik het omslag van de novelle open. Een reclameposter met de tekst ‘14,99. Ieder onverkocht boek is er één te veel’. Zoals vaker bij de boeken van Herman Brusselmans deugde er aan de vormgeving weinig tot niets. Maar wat was ik nu wijzer geworden?
De rechtbank van Gent doet naar verwachting 11 maart uitspraak in de zaak van het Joods Informatie- en Documentatiecentrum.