Nu even niet
22-8-23
Op komst: Suze Sanders-lezing Schipborg
17-7-23
Opinie: hoe Tzum een podium voor knieperige poëziefestivalgangers met reisangst werd
11-7-23
Op literair weblog Tzum publiceerde Willem Goedhart een opinie over festival Dichters van de Prinsentuin in Haren, voorheen bekend als Dichters in de Prinsentuin in Groningen. Hij deed dat onder de wervende kop ‘Hoe Dichters in/van de Prinsentuin een festival voor de elite werd’.
In de wetenschap dat niemand zich geliefd maakt als hij, zij of die het opneemt voor de gevestigde orde en zittende macht, eerder verdacht, wil ik als zelfstandig denkend bezoeker van het belangrijkste poëziefestival in Noord-Nederland een paar kanttekeningen plaatsen bij de mening van Goedhart. Een debat voer je niet alleen.
Ook ik heb mijn bedenkingen bij de verhuizing naar Haren, in het stuk op Tzum polariserend weggezet als ‘het villadorp aan de rand van Groningen’. De festivalsfeer in de uitgestrekte hortus botanicus is ontegenzeggelijk minder gemeenschappelijk en manifest dan in de krappe stadstuin in Groningen. Rustiger en passend bij de belangstelling voor poëzie, zou je kunnen zeggen.
Minder stads misschien. Dit vanuit het idee dat alles in de stad Groningen altijd feestelijk, bruisend en vooral leuk en lollig moet zijn, in aanwezigheid van zoveel mogelijk mensen. Zie Rammstein, zie Noorderzon, zie Eurosonic Noorderslag. Hoe lang duurt het voor minder wordt gezien als het nieuwe meer?
In de tussentijd is voorheen Dichters in de Prinsentuin sinds 2021 prima bereikbaar voor niet-Stadjers – dat soort mensen bestaat ook, naast de ‘literaire gemeenschap uit Groningen en gepensioneerde cultuurliefhebbers uit Haren’. Ik zag in de door Goedhart bezochte tent met collectief ‘Poëzie is een daad’ opvallend veel jongeren die hun weg naar de hortus hadden gevonden, interviewer Mathijs Sanders niet eens meegeteld.
Het mes snijdt aan meerdere kanten. Groningen is ook een gemeente. Haren hoort daar sinds enige jaren bij. Net als Ten Boer, blinde vlek op literair gebied. Tel daarbij op dat de hortus botanicus op andere dagen niet bepaald een mensenmagneet is, maar wel een locatie met een kassa die moet rinkelen. Mogelijk kan de hortus bloeien dankzij een flora-vriendelijk, bijna klimaatneutraal festival als Dichters van de Prinsentuin. Ook dat is iets waard.
Dat publiek entree moeten betalen, kun je een drempel noemen. Als er een verband bestaat tussen entree en bezoekersaantallen lijkt die drempel hoger geworden. Tegelijkertijd betaal je met een Stadjerspas slechts 2 euro 50. Meer dan zes uur poëzie in geluid en beeld voor de prijs van een kop thee. Hoe elitair wil je het hebben?
Bij gebrek aan beter wil ik op dit punt aangekomen graag mijzelf citeren: 'Het is nice om in een niche geïnteresseerd te zijn.'
Geld is pas fijn als je het kunt uitgeven. Het is vreemd te veronderstellen dat literaire activiteiten gratis dienen te zijn, terwijl dat voor muziek, theater, beeldende kunst en film niet geldt. 18 euro 50 om naast tientallen andere dichters Karoline Braendjord, Pim Cornelussen, Erik Jan Harmens, Marga Kool, Jan Glas en Pelumi Adejumo op een door professionals georganiseerd en met fondsen gesubsidieerd festival te zien optreden, is een buitenkansje. Als het je smaak is.
Wie dat te duur vindt, houdt meer van poen dan van poëzie. Wie geen geld wil uitgeven aan optredende dichters kan het Instagramaccount van Joost Oomen, Stefanie Liebreks en Yentl van Stokkum volgen. Of een abonnement nemen op een van de nieuwsbrieven van Noordwoord, met gratis gedichten in de mail. Of, in de woorden van meermaals demissionair minister Hugo de Jonge, thuis een dvd’tje opzetten.
Verder moet het ook Goedhart zijn opgevallen dat het festival in Haren breder van opzet is dan in Groningen gewoon was. Waar argeloze bezoekers zich in de Prinsentuin achter de muren mochten vermaken met voordrachten op het theeveld en in de loofgangen en een toevallige gimmick, zijn er nu negen (9) optreedlocaties plus activiteiten als langzaamleessessies, gesprekken, interviews, presentaties, workshops, foodtrucks, een spraaklab, virtuele poëzie, poëzieknooppunten en een kinderprogramma.
(Als het dan toch anders moet, krimp het festival in met een dag en laat in het blokkenschema duidelijker zien hoe optredens en activiteiten als een route zijn te volgen en te bezoeken.)
Wat niet vergeten mag worden, is dat het festival sinds de verhuizing inhoudelijk sterk is verbeterd; internationaler, meer inclusief en divers, minder gericht op grote namen en dovende sterren. Dat geldt niet alleen het programma op vrijdagavond, waar diepte wordt gezocht en soms gevonden, met bijpassende verwarring tot gevolg.
Toegegeven, de drinkgelagen op het terras van De Souffleur gaven ook te denken. Maar over poëzie ging het daar zelden tot nooit. Hooguit over liederlijk gedrag. Volgende keer toch weer in Groningen? Ook dan kom ik graag.
Iduna Paalman en Yentl van Stokkum bij Klaas en Gre op Zomerzinnen
10-7-23
In de schaduw van FestivalderAa vond afgelopen weekend in Schipborg en omgeving nog een tweede festival plaats, als een soort satelliet: Zomerzinnen. Met onder meer in de huiskamer van Klaas en Gre (Koops) een optreden van Iduna Paalman en Yentl van Stokkum met een interview door Annette Timmer.
Paalman ontving eerder dit jaar de J.C. Bloem Poëzieprijs voor Bewijs van bewaring, een bundel waarin vergeten vrouwen alsnog aandacht krijgen. Van Stokkum stelde recent, samen met Joost Oomen en Stefanie Liebreks van het Instagramaccount Poëzie is een daad, de bloemlezing Voor alle dagen samen. Dit in een poging 'meer poëzie te brengen in ieders leven'.
Timmer legde aan Paalman – om te beginnen – onder meer een citaat uit het Nederlands Dagblad voor: ‘Ze is geen dichter die zich al observerend en reflecterend zoveel mogelijk terugtrekt uit het maatschappelijk gevoel om dat in een uitgebeende taal van een afstandelijk commentaar te voorzien. Ze toont zich betrokken’. En koppelde daaraan de vraag hoe activistisch ze is.
Paalman bleek het spannend te vinden 'om de vuist in de lucht te steken'. “Omdat ik heel erg fan ben van nuance en luisteren. Ik heb wel gemerkt dat poëzie bij uitstek de vorm is om een daad te zijn. Veel dichters zeggen dat je met poëzie de wereld niet gaat redden. Maar: ook weer wel. Mijn laatste bundel heeft veel feministische ingangen en gaat erover hoe we met elkaar geschiedenis schrijven en de verhalen die we kiezen te onthouden. Vaak zijn dat niet de verhalen van minderheden en onderdrukten. Ik vind poëzie een uitstekend middel om die verhalen op het podium te trekken.”
Een interessant uur volgde. Vanwege stikstofbeperkingen in klein gezelschap: vijftien mensen. Het is nice om in een niche geïnteresseerd te zijn.
De nieuwe Bart FM Droog, gratis voor minimaal 64 lezers
4-7-23
Hoeveel lezers ernaar hebben uitgekeken, is moeilijk vast te stellen, de auteur zelf schat hun aantal op drieënzestig, maar los daarvan: er is nieuwe dichtbundel van Bart FM Droog. Geite gods heet het ding.
Hieronder een foto van het titelgedicht, ook om in de stemming te komen:
Bovenstaande foto is voor deze gelegenheid zonder schriftelijke toestemming gemaakt en hier geplaatst. Met reden want Geite gods is louter als digitaal boek, gratis te downloaden voor de misschien wel drieënzestig lezers, zonder dat daarvoor geboomte hoeft te sterven.’
In het voorwoord geeft Droog alsvolgt antwoord op de vraag waarom:
‘De alom betreurde Menno Wigman gaf daar al in 2001 een antwoord op, met het gedicht 'Misverstand', dat eindigt met deze regels:
Mijn leven is door poëzie verpest en ook
al wist ik vroeger beter, ik verbeeld me niets
wanneer ik met dit hoopje drukwerk vierenzestig
lezers kwel of, erger nog, twee bomen vel.'
Klik verder hier.
Een dichtbundeltje van Gerrit Krol (1934 - 2013), met dank aan Ellen Krol
13-6-23
In vervolg op dit eerdere bericht, een bericht van uitgeverij Nobelman over de publicatie 3 4 5 Gerrit Krol Gedichten. Dit ‘dichtbundeltje’ met illustraties van Ellen Krol, dochter van Gerrit Krol, verschijnt bij e uitreiking van de Gerrit Krol essay prijs op 14 juni om de aandacht te vestigen op het Nederlands als academische taal.
Het begeleidende persbericht citeert Ellen Krol als volgt:
“Het verhaal over dit boekje begint met een verjaardag en een verrassing. In 1994 werd mijn vader, Gerrit Krol, zestig jaar en ik wilde hem met een bijzonder cadeau verrassen. Een boek voor een schrijver moest het worden. De tekst was van hemzelf en was zelfs al verschenen, opgenomen in het toen net nieuwe boek Opperlandse taal- en letterkunde van Hugo Brandt Corstius.
Een rei van Ger is een gedicht over het scheppingsverhaal en de verdrijving uit het paradijs en als zodanig een gewaagd experiment; het bestond uitsluitend uit drieletterige woorden. Ik zag een prachtig idee, dat typografisch gezien niet gezet was met de zorg die de woorden verdienden. Deze stonden wel onder elkaar, maar schots en scheef. Juist een gedicht als dit verdient het om in kolommen in een blok gezet te zijn, vond ik. Het moest anders. De verrassing werd een bibliofiele uitgave, met de titel Een rei van Ger.
Van 1992 tot 2000 werkte ik als vrijwilliger in het Grafisch Museum aan de Rabenhauptstraat in Groningen. Zodoende kon ik voor deze uitgave beschikken over letters uit het bezit van het museum. Ik koos een letter met een vaste breedte, de vette Annonce uit de letterkasten van Hendrik Nicolaas Werkman, veelvuldig door hem gebruikt. Met de hulp van zeer vakkundige museummedewerkers ontstond het boekje. Een rei van Ger werd gepresenteerd in het Grafisch Museum, samen met vrienden en de toenmalige uitgevers van Querido, Arie Langbroek en Reinold Kuipers. Het was alsof de nieuwe vorm om meer vroeg. Als het in enkel drie-letterige woorden kon, waarom dan niet ook in vier- en vijf-letterige?
De schrijver Gerrit Krol heeft zich de vraag maar één keer gesteld en het resultaat was de bundel 3 4 5 Histories. De drie gedichten met textielcollages zijn prachtig vormgegeven door Martien Frijns en vervolgens uitgegeven bij AFdH in Enschede en gepresenteerd in Café De Sleutel in Groningen in 2008.
In de loop van de tijd heb ik van elk van de gedichten een animatie gemaakt. Daarbij heb ik heel bewust gebruik gemaakt van eenvoudige techniek, weer in textielcollage, omwille van de vorm van de gedichten.
Het is nu tien jaar geleden dat mijn vader overleed. Dit jaar, 2023, vindt weer de uitreiking van de Gerrit Krol Essayprijs plaats. De animaties zijn compleet, maar, u ziet het, we wilden hem ook graag gedenken door middel van deze bundel met zijn unieke schepping in drie, vier en vijf letters.”
Bloemen ter nagedachtenis aan heksenverbrandingen in Onstwedde, Appingedam en Sneek
31-5-23
Voorafgegaan door de presentatie van het pamflet Heksenmonument worden zaterdag 3 juni bloemen gelegd op plekken in Nederland waar heksenverbrandingen hebben plaatsgevonden. In Noord-Nederland betreft het Onstwedde, Appingedam en Sneek.
Het bijbehorende pamflet wordt 1 juni ten doop gehouden in Amsterdam tijdens een bijeenkomst met mensen die slachtoffers van heksenjachten hun stem terug willen geven. Op het programma, samengesteld door Jente Posthuma, staan bijdragen van Bregje Hofstede, Manja Bedner, Susan Smit, Alma Mathijsen, Manon Uphoff, Marie Claus, Sophie van Winden en Eva Marie de Waal.
Posthuma woont de ceremonie bij in Onstwedde. Zie ook deze link.
Zomerzinnen biedt literaire optredens tijdens FestiValderAa in Schipborg
25-5-23
Stichting Literaire Activiteiten In Drenthe (SLAID) heeft het seizoen van De Literaire Hemel met een uitverkochte avond afgesloten en maakt zich nu op voor Zomerzinnen. Het persbericht intergraal geciteerd:
“Ook dit jaar is Zomerzinnen onderdeel van FestiValderAa in Schipborg. Van 7 t/m 9 juli a.s. wordt een gevarieerd programma voor een breed publiek gepresenteerd. In restaurant de Drentsche Aa of in de intieme setting van een huiskamer kun je literatuur anders beleven. Vrijdag 26 mei begint de kaartverkoop via www.festivalderaa.nl. De capaciteit is beperkt, dus wees er snel bij!
Vrijdag 7 juli legt Wim Daniëls uit hoe bijzonder taal is en hoe hij zelf de taal ontdekte. Meester van de Middeleeuwen Frits van Oostrom vertelt over Van den vos Reynaerde. Wat is het geheim van deze klassieker, die in elke tijd ook leest als een moderne roman?
Zaterdag 8 juli komt Gouden Griffelwinnaar Yorick Goldewijn met zijn nieuwe boek Duizend & ik, dat vier ballen in NRC kreeg. Yvonne Weijers zingt, begeleid door drie muzikanten, gedichten van Elly de Waard (foto). Leny Hamminga en Jenny Anna Linde brengen Drentse verhalen.
Zondag 9 juli zet Erik van Muiswinkel het publiek onder een taaldouche, waar iedereen gelouterd uitkomt. Iduna Paalman draagt voor uit haar dichtbundel Bewijs van bewaring, die deze maand werd bekroond met de J.C.Bloemprijs. Yentl van Stokkum geeft een voorproefje van haar tweede bundel Winterbloeiers die deze zomer verschijnt. Stripmaker des Vaderlands Herman Roozen geeft striptekenles en vertelt over het fenomeen centsprent. Een lesje geschiedenis, tekenen en rijmen.”
Meer informatie op www.zomerzinnen.nl en www.festivalderaa.nl
In de vakjury van de Libris Literatuur Prijs 2024
23-5-23
Zelf wist ik het al even, maar ik hieLd mij stil, zoals dat hoort. Maandag ging het ‘nieuws’ de deur uit. Wie zitten er in de vakjury van de Libris Literatuur Prijs 2024?
- Kim Putters, voorzitter Sociaal-Economische Raad (SER) - (voorzitter)
- Dalilla Hermans, auteur en columniste van De Standaard
- Lisa Kuitert, hoogleraar Boekwetenschap aan de UvA
- Joep van Ruiten, cultuurjournalist
- Vamba Sherif, schrijver, essayist, film- en boekrecensent
Uit het persbericht:
“Zij zullen de ingezonden romans van 2023 lezen en beoordelen en uit het aanbod een longlist, shortlist en winnaar kiezen.
De Libris Literatuur Prijs is de prestigieuze onderscheiding voor de beste Nederlandstalige roman van het afgelopen jaar met een prijzengeld van in totaal 65.000 euro (2.500 euro voor elk van de zes genomineerde auteurs en 50.000 euro voor de uiteindelijke winnaar).
De winnaar ontvangt bovendien een bronzen legpenning, ontworpen door Irma Boom.”