Mick van Wely als kunstkenner, Henk Helmantel als Rembrandt

Goudhaantje (1980) Henk Helmantel
Onder de nogal lange kop ‘Opnieuw schilderij ‘Rembrandt van het Noorden’ Henk Helmantel geroofd: ‘Goudhaantje uit kasteel in Leer gepikt’ berichtte Dagblad van het Noorden zaterdag op zijn website over de diefstal van een schilderij eind december. Auteur van het stuk, dat is overgenomen van De Telegraaf, is misdaadverslaggever Mick van Wely.

Ik heb bewondering voor Van Wely, die al jaren met verstand van zaken en gevaar voor eigen leven schrijft en vertelt over wat wettelijk verboden is. Ik ken hem persoonlijk uit de tijd dat hij nog voor Dagblad van het Noorden in Groningen werkte en moet altijd glimlachen als ik hem weer eens op televisie zie. Tijdens onze redactievergaderingen kwam hij minder overtuigend voor de dag.

Dat ik hier over hem schrijf heeft te maken met de vergelijking Henk Helmantel als Rembrandt van het Noorden. ‘Zo wordt de 79 jarige meester genoemd’, schrijft Van Wely in zijn stuk over de gedupeerde kunstschilder uit Westeremden. Is dat wel zo? Door wie?

Wie de woordgroep invoert in De krant van het toen, het digitale archief van zowel Dagblad van het Noorden (sinds 2002) als Leeuwarder Courant (sinds 1752) komt de uitdrukking een keer tegen, in combinatie met de Groningse paardenschilder Otto Eerelman (1839 – 1926). Daarbij moet worden opgemerkt dat De krant van het toen nogal onzorgvuldig omspringt met zoekvragen.

Voer je de woordgroep in bij Google dan wordt wel een aantal keer de combinatie Rembrandt en Helmantel gemaakt, met name in stukken van Van Wely over de roof in Duitsland. En in een artikel over een uitzending van Andere tijden waarin aandacht wordt besteed aan een eerdere roof van kunst van Helmantel. Maar ook Jopie Huisman wordt de 'Rembrandt van het Noorden' genoemd, in een bericht van Tripavisor dat reclame maakt voor het Jopie Huisman Museum.

Hoewel ik mij niet wil opwerpen als groot kunstkenner, ben ik van mening dat de vergelijking tussen Rembrandt en Helmantel niet opgaat. Het is waar dat Helmantel een schildertechniek beheerst die teruggrijpt op de tijd dat Rembrandt schilderde, de zeventiende eeuw. Maar wat Rembrandt met die techniek deed, was iets anders. Hij schilderde mensen, en was daar heel goed in.

Het Joodse Bruidje (ca 1665) Rembrandt Harmensz van Rijn

Helmantel schildert nu juist geen mensen. Wat hij veel doet is stillevens maken en kerkinterieurs, op een manier die andere schilderkunst in herinnering roept. Daarmee is hij een van de bekendste nog levende Nederlandse schilders geworden, wat iets anders is dan wat Van Wely schrijft: ‘de bekendste nog levende Nederlandse schilder’.

Kerkinterieur Loppersum (1971) Henk Helmantel

Als ik een schilderij van Helmantel zie, zoals het kerkinterieur van Loppersum hierboven, moet ik vooral aan Pieter Jansz Saenredam (1597 – 1665) denken, een tijdgenoot van Rembrandt (1606 – 1669). Saenredam, zie zijn interieur hieronder, is bekend om ‘verfijnde tekeningen en schilderijen van het interieur van kerken, waarin het lijnperspectief prachtig tot uiting komt’.

Kerkinterieur Pieter Jansz Saenredam
Beter was dus geweest dat Van Wely naar diens naam had verwezen: ‘Opnieuw schilderij ‘Saenredam van het Noorden’ Henk Helmantel geroofd’.

Maar ja, dat maakt een kop er niet aantrekkelijk op voor het grote publiek dat nog geen Rembrandt van een Mondriaan kan onderscheiden. Ik zie het al voor me, een eindredacteur die bij Van Wely gaat vragen wie hij in hemelsnaam bedoeld met Saenredam. Snauwend: ‘Zeg Van Wely, met stukjes over obscure kunstjongens verkopen wij van Mediahuis Nederland geen abonnementen’.

Nu wil het ingewikkelde geval dat er geen stilleven of kerkinterieur is geroofd, maar een zeldzaam schilderijtje waarop Helmantel een dood vogeltje heeft geschilderd. Volgens Eric Bos, die wel kunstkenner is, is Helmantel niet zo heel goed in het schilderen van dergelijke thema’s. Ik herinner mij een stuk waarin Bos de kijker erop heeft gewezen dat Helmantel ook geen eieren kan schilderen.

Puttertje (1654) Carel Fabritius
Het uit Leer gestolen vogeltje is in mijn ogen goed gelukt. Zelfs zo goed dat het de vraag oproept welke schilder uit de zeventiende eeuw dat ook kon. Bij gebrek aan ander vergelijkingsmateriaal schiet mij de naam Carel Fabritius (1622 – 1654) te binnen, schilder van ’t Puttertje uit 1654. Hoewel ’t Puttertje een afbeelding is van een levend vogeltje had Van Wely dus ook kunnen kiezen voor de kop ‘Opnieuw schilderij ‘Fabritius van het Noorden’ Henk Helmantel geroofd.’

Omdat zijn eindredacteur daar vermoedelijk net zo ontevreden over zal zijn, doe ik een nog derde kopsuggestie van de hand. ‘Dieven aan de haal met dood vogeltje van Henk Helmantel, bekend schilder uit het Noorden.’ 


Na een lange omweg bijna thuis dankzij 'Heimat' van Edgar Reitz

De Heimat-reeks
Een groot deel van mijn leven, zo ongeveer sinds 1984, hoor ik enthousiaste verhalen over de Duitse televisieserie Heimat van regisseur Edgar Reitz. Jarenlang liet ik die verhalen aan mij voorbijgaan. Ik wil best televisie kijken, maar met mate. Heimat 1 beslaat echter 11 afleveringen van zo’n twee uur.

Toch kocht ik de reeks, op dvd, voor 3 euro 95 in een kringloopwinkel, zo’n twintig jaar na de première. Heimat 2 was toen al verschenen, en goed voor dertien afleveringen van twee uur. Heimat 3, zes afleveringen á twee uur, stond op het punt in première te gaan. Als ik de drie reeksen wilde bekijken, moest ik ergens tussen mijn normale bezigheden zestig uur zien te vinden.

Na twee mislukte pogingen verspreid over de jaren, Heimat bleek te staan voor een trage streekroman in filmvorm, slaagde ik er rond de jongste jaarwisseling eindelijk in om álles te bekijken. Dus ook Die andere Heimat uit 2014, nog eens twee afleveringen á twee uur. En tot slot deze week Heimat – Fragmente. Die Frauen plus een documentaire waarin wordt teruggeblikt op het voorliggende ‘proces’.

Wat ik al die uren vanaf de bank in de huiskamer voorbij zag trekken in zwartwit en soms ineens kleur, ik weet nog sgteeds niet waarom was zeer herkenbaar. Zeker voor iemand die zoals ik in het Westen in een dorp is opgegroeid, naar de stad verhuisde en opnieuw op het platteland terecht is gekomen, op de Hondsrug.

‘Een mens wordt twee keer geboren’, las ik laatst in de nieuwe roman van Marcel Möring. Daarin leidt de hoofdpersoon een dolend bestaan, zoekend naar waar hij vandaan komt, denkend over waar hij heen moet. Eerst vanuit de moederschoot, daarna opnieuw vanaf het moment dat hij zijn geboortestreek verlaat om ergens anders, misschien, te aarden. Of terug te keren.

In Heimat wordt de reis afgelegd door verschillende familieleden, vanuit verschillende tijden en perspectieven. Er zijn er die nieuwsgierig zijn naar onbekende verten, zoals het tropisch regenwoud. Er zijn er die vluchten naar het land van de onbegrensde mogelijkheden, zoals ooit de Verenigde Staten was. En er zijn er die naar de stad trekken, zoals München, waar kunst belangrijker lijkt dan het banale leven.

En steeds is er het verlangen naar de oorsprong.

In de documentaire reageert regisseur Reitz op wat zijn reeks, die vertelt over het leven op het Duitse platteland sinds halverwege de negentiende eeuw, te weeg heeft gebracht. Naast een zeldzaam rijk een goed gemaakt schouwspel heeft het onder meer zijn geboortestreek cultuurtoerisme opgeleverd. Kijkers willen met eigen ogen zien hoe het fictieve dorp Schabbach eruit ziet.

1 Hunsruck Heimat
“Als ik het verhaal vertelde vond ik het altijd belangrijk dat Schabbach niet echt bestaat”, zegt Reitz. “Als ik een bepaald dorp in de Hunsrück beschreven had, bijvoorbeeld het dorp waar ik zelf ben geboren, had ik niet ongeremd kunnen vertellen.” Hij zegt het verkeerd te vinden dat er dorpen in de Hunsrück zijn die achteraf beweren Schabbach te zijn. “Schabbach is een gemeenschappelijke liefde. Daar gaat het nu net om.”

En hij zegt dat Schabbach een plaats is waar bewoners weten waar 'de dingen' vandaan komen en hoe alles samenkomt. “Ze weten nog wie wie mag, of net niet. Daar zit een zekere menselijke overzichtelijkheid in. Ze dragen daar nog zorg voor de plaats en de tijd waarin ze leven. En dat zie ik eigenlijk nergens anders meer. In dat opzicht zie Schabbach als een utopie.”

Ik ben blij dat ik voor Heimat ben thuisgebleven.


Pixel Perceptions – waar moet dat heen, hoe zal dat gaan

Noorderlicht Pixel perceptions 1
Het is in meerdere opzichten een voorrecht cultuurjournalist te zijn. Zo mag ik soms ergens naar binnen terwijl de deuren voor anderen nog gesloten zijn.

Vorige maand waren dat die van de Akerk in Groningen waar inmiddels voor iedereen Pixel Perceptions is te zien, een tentoonstelling van platform Noorderlicht over de impact van kunstmatige intelligentie op de beeldcultuur.

Bij mijn bezoek werd ik rondgeleid door Rosa Wevers, een van de samenstellers. Wevers wist veel te vertellen. Nadeel was echter dat nog niet alles van de tentoonstelling in gereedheid was. Er werd druk getimmerd en gedaan, in de kerk waren sommige installaties nog in aanbouw en andere wanden leeg.

Vorige week stapte ik opnieuw de kerk binnen, nu om te zien of het allemaal werkelijk zo interessant en goed was geworden als Wevers mij had doen geloven. Dat bleek inderdaad het geval. Toch bekroop mij al wandelend en kijkend in toenemende mate een ongemakkelijk gevoel.

Noorderlicht Pixel perceptions 2
We leven een maatschappij die uit elkaar knapt van door mensen geproduceerde informatie, zowel tekst als beeld. Polarisatie heet een probleem te zijn, en zal dat zeker blijven als elk individu afzonderlijk wordt gevoed met wisselende verhalen en afbeeldingen waarvan de waarde en betekenis pas na lang denken en interpreteren duidelijk wordt.

Als daar door kunstmatige intelligentie nog meer geproduceerde teksten en beelden bij komen, in een steeds hoger tempo, wordt het nog ingewikkelder om als nieuwsgierig mens een weg te vinden, laat staan ondertussen met elkaar een gesprek te voeren over zaken die we gemeenschappelijk onder ogen hebben gekregen.

Dit tekstje maakt het er ook niet beter op.

Bijgevoegde foto’s laten een werk zien van Kate Crawford en Vladan Joler met de titel Calculating Empires: A Genealogy of Technology and Power, 1500-2025. Het 24 meter visuele manifest, een super infografiek, onderzoekt de evolutie van communicatietechnologieën en opkomst van controlemechanismen in de afgelopen vijfhonderd jaar.


Nog een vergeten land art-werk in Emmen

3 Landart Phileas Foggstraat Rondweg Bargermeer Zuid
De immer oplettende journalist Rien Kort berichtte onlangs via RTV Drenthe over een vergeten land art-werk in Emmen: De aarzeling tussen water en aarde van de Zwitserse landschapskunstenaar Georges Descombes uit 1994. 

Het kunstwerk bestaat uit twaalf kleine landtongen langs de Veldhuizenwijk tussen de kanobaan en de Grote Rietplas. (Links op de foto onder deze alinea, de grotere landtongen vormen Parc Sandur.) Als je het niet weet, zie je het kunstwerk ter plekke niet, ook omdat het door planten- en bomengroei in de loop der jaren overwoekerd is geraakt. Zie ook dit bericht hier.

1 De aarzeling tussen water en aarde (1994) Georges Descombes
De vondst van Rien Kort deed mij denken aan een ander vergeten land art-werk in Emmen. Het bevindt zich op industrieterrein Bargermeer-Zuid in de hoek tussen de Rondweg en Phileas Foggstraat (bovenste foto). Het is zo in de vergetelheid geraakt dat ik de naam noch maker ken, en ook van het ontstaan niets afweet. En dan is het lastig zoeken.

Merkwaardig is dat dit kunstwerk wel goed is onderhouden. Zie onderstaande foto’s. Wie meer weet, mag zich melden.

6 Landart Phileas Foggstraat Rondweg Bargermeer Zuid

4 Landart Phileas Foggstraat Rondweg Bargermeer Zuid


Eric ‘Visualia’ Bos over kunst van toen en de jeugd van tegenwoordig

Eric Bos Foto Peter Wassing
Dagblad van het Noorden
publiceert de 1500ste aflevering van Eric Bos’ Visualia, de langst bestaande krantenrubriek over beelden en kunst in een Nederlandse krant.

Net als in 2013, bij de verschijning van Visualia 1000, mocht ik Bos interviewen aan de hand van een aantal door hem gekozen kunstwerken. Het leidde tot een prettig gesprek over – onder meer – de veranderingen in de wereld van kunst en cultuur.

Bos heeft veel zien komen en gaan, maar klaagt daar niet over. Sterker, hij is nog steeds van mening dat in Nederland fantastische kunst wordt gemaakt en getoond. Dat geldt zeker ook Drenthe en Groningen, al is hij kritisch over het verdwijnen van galerieën en de mogelijkheden voor het Groninger Museum.

Pratend over museum De Buitenplaats in Eelde, waar het momenteel zeer druk is, vooral door oudere bezoekers, kwamen we ook te spreken over de jeugd van tegenwoordig en de veel geuite klacht van kunstpodia dat ‘de jongeren’ zich nergens laten zien of niet geïnteresseerd lijken in wat de generaties voor hen hebben gedaan.

Vooral in het Noorden valt de hoge leeftijd van het cultuurpubliek op. “Als ik in Amsterdam in het Rijksmuseum, het Stedelijk of het Van Gogh Museum ben, is dat wel even anders”, merkte Bos op. “Hier zie je ze niet. Het is heel raadselachtig wat ze doen.”

Is dat een probleem, wilde ik weten met de nieuwsgierigheid die bij mijn werk hoort.

“Je zou verwachten dat ze willen weten wat de professionelen doen, maar het tegendeel blijkt waar”, sprak Bos. “Jongeren willen het allemaal zelf bedenken. Ze zijn geïnteresseerd in elkaar, ze willen met elkaar zijn. Ze moeten een partner vinden voor het leven. Dat is veel belangrijker.”

Een probleem is het niet, meende Bos. “Als je mij hier vijftien jaar geleden naar had gevraagd, had ik er misschien anders over gedacht. Dan had ik het misschien zorgelijk genoemd. Maar ik word ook ouder, ik relativeer het meer. Interesse in kunst wordt bepaald door levensfases. Wat je nu niet interessant vindt, kan later wel interessant blijken.”

Lees verder in Dagblad van het Noorden.


‘s Avonds in het voetspoor van Vincent van Gogh van Zweeloo naar Sleen

Nacht van Vincent
1 november 1883 ging Vincent van Gogh op de wagen van Hendrik Scholte vanuit Nieuw-Amsterdam een dagje naar Zweeloo, een dorp dat destijds mede dankzij Max Liebermann als schilderachtig bekend stond. 's Middags liep hij terug en om in het donker te arriveren bij zijn logement.

Zaterdag 2 november wordt dit dagtochtje herdacht tijdens de ’Nacht van Vincent’, een ruim acht kilometer lange avondwandeling. Start is bij het Van Goghpad in Zweeloo, het einde is op de Brink in Sleen. Gedurende de route zijn tien ‘culturele Van Gogh-belevenissen’ te zien en te horen.

Voor mensen die paniekerig denken ‘hoe kom ik dan in hemelsnaam weer op de plek van waaruit ik vertrok’ staan in Sleen touringcars klaar die wandelaars terugbrengen naar de startlocatie in Zweeloo. De tocht duurt ongeveer drie uur.

Aanmelden voor de avondwandeling kan door een kaartje van €10,00 te bestellen. Een deel van de opbrengst gaat naar de voedselbank. Zie voor details hier.


Werken in een kantoor ontworpen door architect Jürg Ruf

In de bibliotheek van Emmen aan het Noorderplein is een kleine tentoonstelling ingericht over het werk van architect Jürg Ruf. Hij is een van de mensen die in de jaren zeventig en tachtig het beeld van Emmen en omgeving heeft bepaald.

Nieuwsblad van het Noorden Hoofdstraat
De op Curaçao geboren Ruf (1934) ontwierp onder andere de School voor Laboratoriumpersoneel in Emmen, de KBO School in Nieuw Buinen, basisschool Diedeldoorn, gymzalen in de Rietlanden, het dorpscentrum ‘t Schienvat in Erica, jeugdsociëteit Barnstee in Barger-Oosterveld en het raadhuis van gemeente Odoorn in Exloo.

Daarnaast ontving hij regelmatig opdrachten voor sociale woningbouw, zoals van woningstichting Emmen Centraal Woningbeheer, met projecten in Baander, De Weiert, Postma, Derksstraat en Zuidbarge.

Emmer Courant Hoofdstraat
Tot mijn verrassing ontdekte ik dat ik in twee Ruf-panden heb gewerkt. Eerst in 1986 op het redactiekantoor van Nieuwsblad van het Noorden aan de Hoofdstraat en na de eeuwwisseling drie jaar op het kantoor van wat eens de Emmer Courant was, ook aan de Hoofdstraat.

Ik moet bekennen, ik heb destijds nergens de hand van Ruf vermoed of gevoeld. Maar veel plezier had ik er wel.

Tegenwoordig werken journalisten van Dagblad van het Noorden overigens in een kantoorgebouw aan het Westeind in Emmen – geheel aan het zicht onttrokken. De tentoonstelling is te zien tot en met 18 november.


Bij een foto van de gasbol van Emmen, bekend als De stip van de Toyisten

1 De Stip Toyisten
Gemeenten hebben een wettelijke taak bij het beschermen van industrieel erfgoed. Volgens de Erfgoedwet en de Omgevingswet zijn gemeenten verantwoordelijk voor het opstellen van een toereikend beschermingsregime voor cultureel erfgoed, waaronder industrieel erfgoed.

Dit betekent dat ze moeten inventariseren welk erfgoed aanwezig is en passende maatregelen moeten nemen om dit te behouden.

De gemeente Emmen heeft een digitale Erfgoedkaart waarop verschillende waardevolle plekken zijn aangegeven, zoals oude boerderijen, molens en historische gebouwen. Deze locaties en objecten zijn belangrijk voor de geschiedenis en cultuur van Emmen en worden daarom zorgvuldig beschermd en onderhouden.


Live kijken naar landart van Robert Smithson in Utah en Emmen

Links Spiral Jetty in Utah  rechts Broken Circle Spiral Hill in Emmen vna robert Smithson
Vandaag, dinsdag, is het mogelijk via een beeldscherm live te kijken naar twee kunstwerken die 8000 kilometer van elkaar verwijderd zijn.

Kunstmuseum M. in Almere legt de verbinding tussen Spiral Jetty van kunstenaar Robert Smithson (1938 - 1973) in Amerikaanse staat Utah enerzijds en Broken Circle/Spiral Hill van Smithson in Emmen anderzijds.

“De uitzending begint wanneer het langzaam licht wordt op het ene continent en eindigt met het invallen van de duisternis op het andere”, vertelt Michel Langedijk, perscoördinator namens Kunstmuseum M., Land Arts of the American West, de Holt/Smithson Foundation en Land Art Contemporary.

Het event wordt georganiseerd als voorbode van een internationale conferentie begin oktober in Almere over landart, een kunstvorm die mede door Smithson in gang is gezet.

“Die conferentie is voor fans van landschapskunst, dat is vermoedelijk een klein publiek”, zegt Langedijk. ,,De live-verbinding is voor iedereen. Gratis. Thuis te bekijken. Het is een gelegenheid om twee kunstwerken te zien die je normaal nooit samen te zien krijgt, al was het maar vanwege de afstand.”

Broken Circle/Spiral Hill bevindt zich sinds 1971 bij een voormalige zandafgraving even buiten Emmen en is sporadisch door publiek te bezoeken. Spiral Jetty werd een jaar eerder door Smithson gecreëerd na het storten van zwarte rots, aarde en zoutkristal bij het Great Salt Lake. ,,Dat is echt totally the middle of nowhere ”, zegt Langedijk.

Om de uitzending mogelijk te maken, worden camera’s bij de twee kunstwerken geplaatst. “Als jij de uitzending gaat bekijken zie je aan de ene kant Spiral Jetty en aan de andere kant Broken Circle. Terwijl het licht verandert kun je ze in weer en wind voor het eerst met elkaar verbonden zien.”

Om het nog spannender te maken, komen af en toe mensen aan het woord. Zo zijn studenten gevraagd teksten voor te lezen die te maken hebben met Robert Smithson. Ook staan interventies gepland door mensen die een speciale band hebben met zijn werk.

Een van hen is Lee Ranaldo. De gitarist van rockband Sonic Youth reisde in de jaren tachtig na een optreden in popclub Vera vanuit Groningen naar Emmen om Broken Circle te zien en legde dat vast in een dagboek.

De livestream start 10 september om 14.00 uur via landartlives.nl/smithson.


Centrum Beeldende Kunst Emmen gaat Diep heten

Diep
De nieuwe naam voor het Centrum Beeldende Kunst Emmen is bekend, bij mij althans. Het podium gaat Diep heten, met als toevoeging ‘ruimte voor beeldende kunst’.

Dat concludeer ik op basis van eigen waarneming van twee raadselachtig vormgegeven billboards langs de Odoornerweg gecombineerd met de herinnering aan een bericht op de Facebook-pagina van het CBK. Op 13 februari werd het publiek daar opgeroepen een voorkeur uit te spreken voor ‘Diep’ of ‘Bassin’ zodat burgemeester Eric van Oosterhout en zijn wethouders een besluit konden nemen.

Daar is het volgende te lezen:

‘De naam Diep refereert aan het feit dat het gebouw onder de grond ligt. Ook verwijst deze naam naar het water op het dak. ‘Diep’ is immers Drents voor waterloop, zoals het ‘Schoonebeker Diep’. De naam is makkelijk te schrijven en uit te spreken. Tegelijk refereert deze naam aan de beeldende kunst: bijvoorbeeld ‘diepe kleuren’ en de verdieping die kunst kan bieden. Tot slot biedt deze naam veel mogelijkheden om te spelen met inhoud en vormgeving in de communicatie.’

Nu is het wachten op antwoord op de vraag vanaf wanneer ‘Diep’ voor het publiek is te bezoeken. Volgens de meest recente berichten kampt het beoogde centrum in het Rensenpark aan de Hoofdstraat te Emmen nog altijd met ernstige wateroverlast als gevolg van een ingrijpende verbouwing en andere tegenvallers waaronder budgetoverschrijdingen. Wordt vervolgd.