Een week geleden bereikte ons het bericht dat stichting Poppodium Apollo in Emmen zichzelf per 1 september opheft. Aanleiding is volgens voorzitter Gerrit Miedema het uitblijven van geld om Apollo verder te professionaliseren en doen uitgroeien tot hét popmuziekpodium van Drenthe. "Hier ontstaat nu een grote witte vlek qua popmuziek in Nederland", voorspelt de voorzitter in Dagblad van het Noorden.
Gisteren reageerde de statenfractie van PvdA op het opheffen middels een brief vol knip- en plaktaal:
"De PvdA-Statenfractie van Drenthe betreurt het feit dat er een einde lijkt te komen aan het poppodium Apollo in Emmen." Plus: "Apollo lijkt nu door een gebrek aan financiële zekerheid de handdoek in de ring te gooien. Juist het feit dat het theater in Emmen via deze weg een podium bood aan jong talent, alsmede een voor de jeugd aantrekkelijk programma, geeft de meerwaarde van dergelijke poppodia aan."
De woordgroep 'het feit dat er een einde lijkt te komen' is inderdaad weinig fraai en overtuigend. Zorgwekkender is dat de fractie denkt dat popmuziek iets voor de jeugd is. Het laat zien dat de PvdA het contact met de samenleving vroegtijdig is kwijtgeraakt, niet doorheeft hoe de bevolkingssamenstelling van Drenthe zich sinds de laatste hit van Hydra heeft ontwikkeld en zelfs geen edities van Retropop bezoekt.
En dan is er nog het gebruik van de aanduiding 'het theater in Emmen'. Apollo is geen theater, nooit geweest ook, wilde dat zelfs niet zijn. Het is een organisator van concerten op verschillende locaties, zoals café Groothuis en het begin 2016 gesloten theater De Muzeval. Het virtuele 'poppodium' werd gedragen door 63 vrijwilligers en ontving financiële steun van de gemeente Emmen.
Dat deze organisatie nu verdwijnt is sneu voor die vrijwilligers, maar het betekent niet dat er ineens geen popconcerten meer georganiseerd kunnen worden. Sterker, het Atlas theater heeft dit voorjaar aangegeven de Dagblad van het Noordenzaal zo te willen aanpassen dat er plek ontstaat voor popconcerten voor 750 á 800 bezoekers - daar past Waylon heel makkelijk in. In seizoen 2018/2019 worden de ambities van het Atlas om een van de belangrijke poppodia in Noord-Nederland te worden zichtbaar, zo is beloofd.
Los daarvan is in Zuidoost-Drenthe een tweede, serieuze concertorganisatie actief, ook op verschillende locaties: The Bake Shop, gespecialiseerd in het 'brengen' van jong talent en derhalve betrokken bij onder meer Popsport, Drentsch Peil en de Popronde – allemaal initiatieven met naam en faam. En dan heb je nog artiestenvereniging Unplug and Play, sinds enige tijd gevestigd in de oude dierentuin, maar wat zij doen en beogen valt vanwege Drenthe lastig te achterhalen.
Als de PvdA serieus werk wil maken van de popcultuur in Drenthe zal de statenfractie om te beginnen het licht moeten opsteken bij Atlas en The Bake Shop. Om vervolgens te ontdekken dat er in Drenthe voldoende podia zijn voor jongeren- en popcultuur, en dat het allerminst ontbreekt aan mensen met ervaring en kennis die daar een bijdrage aan willen leveren. Wat wel ontbreekt, is een besluit door provincie- en gemeentebestuur over structureel geld om het klimaat blijvend op een hoger peil te brengen.
Daarbij helpt het wellicht om te weten dat er nog een reden is waarom Apollo de ambities niet heeft kunnen waarmaken. Net als stichting EMMpact, het 'onafhankelijk samenwerkingsplatform dat in de gemeente Emmen spraakmakend, soepel en op ondernemende wijze culturele activiteiten wilde organiseren, publiceren en aanbieden', is het zwervende poppodium er nooit in geslaagd draagvlak en vertrouwen te verwerven. Niet bij bestuurders, maar ook niet binnen het cultureel leven.
Hoe dat komt, is een veel langer verhaal.