Een jaar geleden schreef ik onder de kop 'Wildlands en Atlas: de herfst kan schitterend zijn' een stuk over de zorgelijke ontwikkelingen bij Wildlands Adventure Zoo Emmen. Aanleiding was de kritiek van oud-dierenparkdirecteur Henk Hiddingh dat het nieuwe park op de es een verkeerde koers zou varen.
Vorige week kwam het bericht naar buiten dat directeur Frankwin van Beers 'per direct' opstapt omdat hij, ik zeg het maar even zo: 'het management van het park niet voor de voeten wil lopen terwijl zij een nieuwe koers uitstippelen'. Met andere woorden: er wordt aan het Raadhuisplein nagedacht om ervoor te zorgen dat Wildlands alsnog rendabel wordt.
Mijn krant, Dagblad van het Noorden, denkt daar graag over mee. Afgelopen zaterdag las ik een stuk van Gert Meijer met daarbij een plaatje waarin aan de hand van vijf punten het profiel wordt geschetst van een nieuwe directeur. Het eerste punt duikt verderop in de krant ook op in het commentaar van hoofdredacteur Erik Wijnholds.
Ik citeer: 'Te lang heeft de vorige directie zich vervreemd van de mensen in de directe omgeving, de inwoners van Emmen en in de provincie. Mensen die, soms al generaties, een abonnement hadden. Zij zijn vergeten.' (…) Alleen als het park weer laagdrempelig en toegankelijk wordt voor de mensen uit de buurt is er kans van slagen.'
Het is niet terecht om alle schuld in de schoenen van Van Beers te schuiven.
Nu reeds lijkt vergeten dat de oude dierentuin ook onder Hiddingh te kampen had met teruglopende bezoekersaantallen, op het laatst tot onder de 700.000 bezoekers per jaar, wat altijd uit de publiciteit is gehouden. Vergeten lijkt ook het antwoord op de vraag waarom dat aantal daalde. Wat niet vreemd is, omdat het antwoord nooit openbaar is gemaakt.
Zodat ruimte ontstaat voor speculatie. Het was een mix van factoren. Niet alleen Emmenaren en Drenten lieten het steeds vaker afweten. Het dalende aantal bezoekers had ook te maken met veranderende opvattingen over het gevangen houden van dieren, de ligging van Emmen en nieuwe ideeën over het besteden van vrije tijd.
Eveneens vergeten lijkt dat de verhuizing van de dierentuin naar de es een besluit is geweest van de gemeenteraad van Emmen. De directie van toen had geen geld meer. Het park was technisch failliet. Alleen dankzij ingrijpen van de politiek kon destijds geld worden geleend en geïnvesteerd in een park dat is zoals het nu is.
(Een investering die de overheid sindsdien jaarlijks 3,2 miljoen euro kost. 3,2 miljoen. Probeer te bedenken wat je daarmee kunt doen. Dit terzijde.)
We betaalt, die bepaalt. En omdat het park is zoals het nu is – groter, beter en, helaas, leger – moet er jaarlijks een X-bedrag worden verdiend. En omdat er een X-bedrag moet worden verdiend, moet er voor ieder kaartje bijna 30 euro worden betaald. Wat ruim 10 euro meer is dan in de oude situatie, toen je als bezoeker wel van dichtbij dieren kon zien. Veel meer dieren dan nu, dat ook nog eens.
Als het de nieuwe directie van Wildlands lukt om het oude publiek terug te winnen, over welk publiek hebben we het dan? De Emmenaren en de inwoners van Drenthe, bij elkaar 490.000 potentiële parkbezoekers? De krap 700.000 bezoekers aan de Hoofdstraat in 2015? Of de 1,3 miljoen bezoekers die ooit ergens in de jaren negentig tijdens een warme zomer een keer naar Zuidoost-Drenthe kwamen, de jaren waarin voor een vliegreis nog wel veel geld betaald moest worden en de BBC geen natuurdocumentaires op HD-kwaliteit maakte?
Stel dat het wel lukt jaarlijks 1,3 miljoen parkbezoekers naar Emmen te halen, wat hebben we dan met de hele operatie gewonnen?
Ik schrijf op deze plek al jaren over wat op het gemeentehuis Atalanta is genoemd, het project waarbij het centrum van Emmen voor een half miljard euro op de schop is gegaan en waarbij Wildlands als katalysator heeft gefungeerd. In sommige van die stukken, die meestal sceptisch van toon zijn, komt de uitdrukking 'vlucht naar voren' voor.
In dat verband wil ik hier, vandaag, besluiten door mezelf te citeren uit een stuk uit 2010 onder de kop 'In een lekke schuit met burgemeester Cees Bijl':
'Traagheid van begrip is niets om je over te schamen in deze gecompliceerde tijden. Ook niet als gemeenteraad. Toch lijkt hier iets anders aan de hand. Het zou zo maar kunnen dat de raad informatie is onthouden, in dit geval door de projectleider, door de burgemeester. Dat schijnt een doodzonde te zijn in de politiek. Wat ook kan, is dat die informatie helemaal niet voorhanden was. In dat geval is er sprake van een onbezonnen avontuur. Eigenlijk is zoiets nog veel erger.'