Bas Jan Ader kon ook schilderen, en allesbehalve slecht blijkt in de Hamburger Kunsthalle
16-5-25
Namens Dagblad van het Noorden bezocht ik de Hamburger Kunsthalle alwaar een grote tentoonstelling is te zien over leven en werk van Bas Jan Ader. Weer thuis schreef ik er een artikel over dat vandaag op papier en online staat en aldus begint:
‘We liepen in Emmen door de Hoofdstraat toen opeens een jongen kwam aanrennen. Vlak voor een hekje maakte hij een sprong om zich daarna ruggelings in een bosje te laten vallen. Iemand riep: ‘Hij wordt gefilmd.’ Even verderop hield inderdaad een andere jongen een smartphone in de lucht. Toen onze verbazing was gezakt, was het duo verdwenen.
Waarom halen mensen een dergelijke stunts uit? Welke gedachte schuilt daar achter? Zou het voor iets op sociale media zijn dat volgers en roem moet opleveren?
Bas Jan Ader liet zich in 1970 van het dak van zijn huis bij Los Angeles vallen. Een jaar later fietste hij in Amsterdam een gracht in. Daarna probeerde hij zich op een winderig straatje in Westkapelle tevergeefs staande te houden. Nog weer later probeerde hij, eveneens in Westkapelle, zo lang mogelijk aan de tak van boom boven water te hangen. Twee minuten hield hij het vol.’
Uiteraard gaat het daarna over het conceptuele werk waarmee Ader in – laten we wel wezen: relatief – kleine kring wereldberoemd is geworden. Maar ook gaat het over een minder bekende kant. Ader begon zoals veel kunstenaars op papier en doek. Daar was hij zelf niet heel tevreden over, en dat is onterecht.
Bijzonder aan de tentoonstelling in Hamburg is onder meer een Groninger landschap dat hij schilderde in 1961, toen hij voor even terug was in Drieborg en in de omgeving landarbeid verrichtte. Het schilderij dat daar uit voort is gekomen liet hij achter in Groningen, want niet goed genoeg, en hing jarenlang op de studentenkamer van broer Erik Ader.