Een landmijnenjager aangetroffen bij Diep in Villa Lindenhof in Emmen
29-4-25
In Villa Lindenhof, het tijdelijke onderkomen van Diep, de voortzetting van het Centrum Beeldende Kunst in Emmen (CBK), is eindelijk weer een tentoonstelling te zien. Titel is Hier kom ik weg.
De tentoonstelling laat werk zien van kunstenaars die zich linksom of rechtsom laten inspireren door hun geboortegrond en of -land. Onderliggende vraag is hoe afkomst doorwerkt in wie je bent en wat je doet. Voor Dagblad van het Noorden interviewde ik vier kunstenaars. Zie ook hier.
Graag had ik ook de maker gesproken van een zeer in het oog springend werk op de tentoonstelling: Mine Kafon van Massoud Hassani – maar hij was niet aanwezig. Jammer, maar misschien ook wel begrijpelijk. Hassani is vermoedelijk te druk voor een de opening van een kleine tentoonstelling aan deze kant van het land.
Zijn bijdrage komt neer op het afstaan van een grote bal van plastic en bamboe die, voortgedreven door de wind, landmijnen kan ruimen. Hassani ontwierp het object samen met zijn broer op basis van hun ervaringen als kind in Afghanistan en ontwikkelde het zo'n vijftien jaar geleden verder tijdens een studie aan de Design Academie in Eindhoven.
Het ding won een reeks internationale prijzen en kreeg ook een plek in het Museum voor Modern Art in New York. De ontvangst van de mijnenruimer inspireerde de broers tot het ontwerpen van andere oplossingen die kunnen helpen om landmijn te ruimen, zoals met een onbemand detectiesysteem in de lucht.
Volgens de samenstellers van Hier kom ik weg telt de wereld 110 miljoen landmijnen. Officiële cijfers zijn er niet. Mijnenleggers zijn slechte boekhouders. Jaarlijks veroorzaken ze vele duizenden slachtoffers.