Leest ‘Mordechai’ van Marcel Möring
6-1-25
Misschien om mij gedurende de jaarwisseling van straat te houden stuurde uitgeverij Prometheus een ongecorrigeerd vooruitexemplaar van de nieuwe roman van Marcel Möring. Mordechai heet het boek, de hoofdperspoon, een schrijver op leeftijd, is vernoemd naar iemand uit het Bijbelboek Esther.
Tot voor kort werden de boeken van Möring uitgegeven door De Bezige Bij, een uitgeverij met nogal wat problemen en waarover NRC recent meldde dat het door uitgeversconcern WPG wordt ‘verzelfstandigd’. Eind augustus berichtte Tzum al over de overstap van Möring. Hem was gevraagd het woord ‘neger’ niet te gebruiken in zijn nieuwe roman. Dat weigerde hij, uit principe, ook omdat het wordt gebruikt in een passage die speelt in 1967.
Onderaan bladzijde 137 lees ik erover. De vrouw waar de hoofpersoon seks mee heeft gehad, een actrice, wil niet naar een jazz-concert. Mordechai vermoedt dat ze racistisch is. ‘Zwarte musici, ’zei hij. ‘Wat is het probleem?’ ‘I don’t like the negro’s,’ zei ze, alsof het om een gerecht ging. ‘What about Jews?’ zei hij.
Daarop dreigt ruzie te ontstaan. De actrice vraagt of die ruzie ermee te maken heeft dat ze niet van negers houdt. ‘Nee, Chiara. Daar ga ik geen ruzie om maken. Sommige uitspraken zijn zo stupide dat je er geen ruzie over hoeft te maken.’
Natuurlijk gaat het in Mordechai erover wat het betekent om Jood te zijn. Niet alleen bij Möring gaat het daar meestal om, ook Mordechai Gompertz heeft meerdere romans geschreven waarin het een rol speelt.
Als de roman begint, wordt hij geïnterviewd voor een biografie over zijn leven en werk. Mordechai vliegt de interviewer aan als deze zijn grootvader een pornograaf noemt. Grootvader heeft ooit een paar erotische boeken gepubliceerd – later lezen we onder welke omstandigheden hij dat heeft gedaan.
Het voorval met journalist leidt tot een mediarel op een moment dat Mordechai wordt genoemd als kanshebber voor de Nobelprijs. ‘Die zou hij allang hebben gekregen als hij niet zoveel over joden en zo weinig over politiek had geschreven’, schrijft Möring.
Ligt schrijven over joden gevoelig? Ik denk het wel. Dat is niet alleen op dit moment zo, nu Benjamin Netanyahu volgens Chaja Polak een Groot en Bijbels Israël probeert te verwezenlijken bovenop de lijken van Palestijnen. Dat is waarschijnlijk altijd al zo geweest.
Zijstapje: Möring laat zijn succesvolle schrijver onder meer op reis gaan naar Bangladesh waar een van zijn boeken in vertaling is verschenen. Na een moeizaam verlopen en vooral verwarrend publieksinterview komt Mordechai erachter dat zijn vertalers het woord Joden hebben vervangen voor Hollanders, omdat Joden non-existent zijn Bangladesh.
Na het mishandelen van de journalist trekt Mordechai Gompertz zich terug in zijn villa in Noordoost-Nederland – ik meen het Drentse dorp De Wijk te herkennen. Daar zet de schrijver het op een denken en begint hij in archieven te spitten. Zo komt een stroom op gang waarbij Möring jeugdherinneringen, familiegeschiedenissen, seksuele affaires, trauma’s, anekdotes, schrijversreizen, meningen, cultuurkritiek en schijnbaar op zich staande verhalen aaneenrijgt.
Hij doet dat op een geweldige manier, in een even geweldige stijl. De postpostmodernist Möring is zo zeer op dreef dat af en toe een paar zwakke plekken in zijn boek opvallen. Dat krijg je ervan als je op de toppen van je kunnen schrijft.
Het verlangen naar de verdwenen grote liefde, Klara, vind ik bijvoorbeeld niet sterk neergezet, eerder dweperig. Daarnaast laat hij Mordechai naar mijn beleving wel erg makkelijk met allerlei vrouwen in en uit bed stappen. Het kunnen de genen van de pornograaf zijn, maar ook de invloed van Mai Spijkers.
In de kern gaat Mordechai, denk ik, over identiteit. Waar komen we vandaan, wie zijn we, hoe zijn we zo geworden en waar moet het heen. Het antwoord van de fatalist Möring op die laatste vraag: nergens. Dat staat weliswaar ook in het Bijbelboek Prediker, maar op zich is er weinig joods aan, al wordt het er wel aanzienlijk tragischer van.
Nu weer verder lezen. Ik heb nog een deel te gaan. Om deel zeven heb ik een paar keer hard moeten lachen, onder meer toen het over Bob Dylan als verkeerde Nobelprijswinnaar ging en opdringerige journalisten de naam van de nieuwe Nobelprijskandidaat niet bleken te kennen. ‘Kun je voorstellen dat ze een voetballer interviewen en zijn naam niet kennen? Of een zanger? Maar naar een schrijver sturen ze de eerste de beste gecoiffeerde sukkel met twee jaar blindegeleidehondenschool.’
Mordechai ligt vanaf dinsdag in de winkel.