Eric ‘Visualia’ Bos over kunst van toen en de jeugd van tegenwoordig
5-11-24
Dagblad van het Noorden publiceert de 1500ste aflevering van Eric Bos’ Visualia, de langst bestaande krantenrubriek over beelden en kunst in een Nederlandse krant.
Net als in 2013, bij de verschijning van Visualia 1000, mocht ik Bos interviewen aan de hand van een aantal door hem gekozen kunstwerken. Het leidde tot een prettig gesprek over – onder meer – de veranderingen in de wereld van kunst en cultuur.
Bos heeft veel zien komen en gaan, maar klaagt daar niet over. Sterker, hij is nog steeds van mening dat in Nederland fantastische kunst wordt gemaakt en getoond. Dat geldt zeker ook Drenthe en Groningen, al is hij kritisch over het verdwijnen van galerieën en de mogelijkheden voor het Groninger Museum.
Pratend over museum De Buitenplaats in Eelde, waar het momenteel zeer druk is, vooral door oudere bezoekers, kwamen we ook te spreken over de jeugd van tegenwoordig en de veel geuite klacht van kunstpodia dat ‘de jongeren’ zich nergens laten zien of niet geïnteresseerd lijken in wat de generaties voor hen hebben gedaan.
Vooral in het Noorden valt de hoge leeftijd van het cultuurpubliek op. “Als ik in Amsterdam in het Rijksmuseum, het Stedelijk of het Van Gogh Museum ben, is dat wel even anders”, merkte Bos op. “Hier zie je ze niet. Het is heel raadselachtig wat ze doen.”
Is dat een probleem, wilde ik weten met de nieuwsgierigheid die bij mijn werk hoort.
“Je zou verwachten dat ze willen weten wat de professionelen doen, maar het tegendeel blijkt waar”, sprak Bos. “Jongeren willen het allemaal zelf bedenken. Ze zijn geïnteresseerd in elkaar, ze willen met elkaar zijn. Ze moeten een partner vinden voor het leven. Dat is veel belangrijker.”
Een probleem is het niet, meende Bos. “Als je mij hier vijftien jaar geleden naar had gevraagd, had ik er misschien anders over gedacht. Dan had ik het misschien zorgelijk genoemd. Maar ik word ook ouder, ik relativeer het meer. Interesse in kunst wordt bepaald door levensfases. Wat je nu niet interessant vindt, kan later wel interessant blijken.”