Nog net geen herfst
20-9-24
Twee mannen aan de deur, keurig gekleed, met aktetassen. Ze wensen mij een goede morgen. Een van hen ruikt licht geparfumeerd en neemt in gebroken Nederlands het woord. De toon is vriendelijk, maar de woorden klinken bezorgd. Of ik ook van mening ben dat het slecht gaat in de wereld. Israël, Oekraïne, oorlogen, het klimaat.
In een moeite door begint de man over de Bijbel, waarin alles wat ons nu overkomt beschreven staat. Hij vertelt over het einde der tijden, over Jezus en over het koninkrijk Gods, dat in de Bijbel wordt beloofd en we hard nodig hebben. De man vraagt hoe ik daar naar kijk.
Dat er te veel oorlogen zijn, kan ik niet ontkennen. En als je de kranten leest en naar televisie kijkt, ziet het er op dit moment inderdaad niet goed uit. Ik beweer dat ik niet in de toekomst kan kijken, dat het zomaar kan zijn dat het hierna weer beter wordt. Blijkbaar ben ik in een goede bui.
De geparfumeerde man begint opnieuw over de Bijbel en wat daar allemaal voor nuttige informatie in staat, voorspellingen ook. Hij citeert Timotheüs: ‘Weet dat in de laatste dagen zware tijden zullen aanbreken. Want de mensen zullen liefhebbers zijn van zichzelf, geldzuchtig, grootsprekers, hoogmoedig, lasteraars, hun ouders ongehoorzaam, ondankbaar, onheilig, onverzoenlijk, kwaadsprekers, onmatig, wreed.’
Er wonen bijna acht miljard mensen op aarde, zeg ik. Van dat aantal willen 7,5 miljard mensen in vrede leven. De meeste mensen willen het goede, werp ik tegen.
De geparfumeerde man begint nu over Mattheüs. Die schreef dat het ene volk tegen het andere volk zal opstaan, dat er hongersnoden en aardbevingen zullen zijn. Het is allemaal uitgekomen, zegt de man. Wat in de Bijbel staat, is waar.
Ik kijk over de hoofden van het duo de straat in. Het is prachtig weer, bijna windstil, de temperatuur voelt aangenaam.
Jullie zijn hier gekomen op een mooie dag, zeg ik. Het is nog zomer, nog net geen herfst. Straks gaat het misschien waaien en regenen en dan pas vallen alle bladeren. Daarna wordt vermoedelijk het winter, kil en grijs. Maar dan, dan wordt het opnieuw lente. Meestal wordt het dan weer beter en begint alles opnieuw.
Dat is waar, zegt nu de andere man. Hij spreekt met een licht Drents accent. In elke knop van een tak zit een nieuwe knop verborgen, dat staat ook in de Bijbel. Ten afscheid krijgt ik een brochure overhandigd. Voor eeuwig gelukkig leven.