Een poging het oprukkende leger tegen te houden. Te beginnen in Drenthe
26-9-24
In Dagblad van het Noorden staat vandaag een hoofdredactioneel commentaar over de roep om meer ruimte voor munitiedepots, oefenterreinen en gevechtsvliegtuigen. Het is ook te lezen als een pleidooi voor meer ruimte voor het leger in Noord-Nederland.
Dat dit onderwerp actueel en urgent is, mag duidelijk zijn. Tal van deskundigen, vooral het deel dat is geïnteresseerd in geopolitiek, de voorstanders van grote gebaren over de hoofden van kleine mensen heen, zeggen dat meer defensie noodzakelijk en onvermijdelijk is geworden.
In het commentaar formuleert Laura Popken het zo: ‘De tijd van onbezorgdheid is voorbij. Ook voor Nederland is het, als lid van de NAVO, tijd om zich voor te bereiden op een eventuele oorlog. Een dreiging die inmiddels niet meer zo’n ver-van-het-bedshow is. De oorlog in Oekraïne is nog altijd gaande en in het Midden-Oosten voeren Israël, Gaza en Libanon de spanning flink op.’
Even los van het gegeven dat Gaza inmiddels is vernietigd, valt het lastig te ontkennen. En inderdaad, verschillende Drentse commissarissen van de koning hebben de afgelopen jaren meermaals in Den Haag gelobbyd om de kazerne in Assen open te houden. Vanwege de werkgelegenheid, om economische reden. Nu ineens doen alsof dat leger niet welkom is, zou dubbelhartig zijn.
Na lezing zette ik Shipbuilding van Elvis Costello op, gezongen door Robert Wyatt met ijle stem : ‘Is it worth it?/ A new winter coat, and shoes for the wife/ And a bicycle on the boy’s birthday// It's just a rumor that was spread around town/ By the women and children/ Soon we'll be shipbuilding’
Mijn argumenten zijn geen winnende argumenten. Toch mogen ze genoemd, gelezen en gehoord worden, zelfs als ze zijn verpakt als vragen. Zoals: Wat is er straks over van Drenthe als provincie met rust en ruimte? Zoals: Waarom zou je niet tegen het oprukkende leger mogen zijn? En vooral: waarom krijgt de vrede geen stem?
Wat opvalt in de discussie die nauwelijks een discussie mag heten, is hoe snel de frase Not in my backyard van stal wordt gehaald. Niet zeuren, dit is het echte werk. Maak ruim baan voor de tanks en de vliegtuigen. Mondje dicht, laat onze jongens marcheren.
Met een paar pennenvegen wordt een decennialange geschiedenis doorgestreept waarin mensen zich hebben ingezet vóór leegte, vóór stilte, vóór natuur, vóór de ontwapening. Die mensen hebben ook recht van spreken.
Veiligheid voorop, ja. Maar het geeft geen pas om mensen die opkomen voor andere waarden dan geweld weg te zetten als types die alleen geïnteresseerd zijn in eigen huis en haard. Het geeft ook geen pas om van diezelfde mensen alternatieve locaties te vragen - zo groot is de Flevopolder niet. Het is raar dat je wordt geacht een probleem op te lossen dat je zelf niet hebt veroorzaakt.
Bovenal is het nooit naïef om voor vrede te pleiten. Vladimir Putin mag dan een op feiten gebaseerde bloeddorstige reputatie hebben, een grote meerderheid van de bevolking van Rusland wil volgens mijn bron in de buurt van het Kremlin – slechts 2300 kilometer van hier – met rust gelaten worden. Het zijn in dat opzicht net Oekraïners.
Benjamin Netanyahu mag dan voor alles en iedereen doof zijn, behalve voor jachtvliegtuigen die door de geluidsbarrière knallen en niet te vergeten de allesbehalve precisie-bombardementen. Het verplicht Nederland allerminst tot het leveren van onderdelen om het bombarderen van niet-Israëlisch grondgebied mogelijk te maken en soepel te laten verlopen.
Nou ja, zo dus. Oorlog kent alleen verliezers. Nog maar een stukje Elvis Costello, met nog steeds die stem van Robert Wyatt: ‘With all the will in the world/ Diving for dear life/ When we could be diving for pearls’.