Wat Bert Kamping, directeur van stichting Reur, ook nog zei
28-8-24
Dinsdag bracht stichting Reur naar buiten dat ze stopt – een verlies voor de streektaal in het algemeen, inclusief het Nedersaksisch en het Drents in het bijzonder. Ik maakte daar voor Dagblad van het Noorden dit bericht over. RTV Drenthe bracht dit bericht. Toen ik directeur Bert Kamping, dè man achter onder meer het Drèents Liedtiesfestival, om een reactie vroeg zei hij ook nog het volgende:
“Binnen de streektaalwereld wordt op lokaal niveau gekeken, vooral hoeveel verschillen er zijn en hoe op twee kilometer afstand een klinker wordt uitgesproken. Als je op microniveau acteert dan doe je het taalgebied te kort. In geval van het Nedersaksisch is het taalgebied megagroot. Als je ophoudt met het geneuzel over verschillen en gaat kijken wat je gemeen hebt, dan wordt de horizon breder en de wereld groter. Dan zie veel meer en kun je boven het maaiveld uitsteken.
Er is mij verweten dat ik knettergek ben, omdat niemand op zoiets als Reur zat te wachten. Dat is binnen de cultuursector normaal om te zeggen, op cultuur zit niemand te wachten. Het is het verhaal waarin mensen denken dat iets niet kan, tot iemand langskomt die dat niet weet en laat het zien dat het wel kan. Als je je netwerk op orde hebt en je neemt de mensen voor wie je het doet serieus, dat je ze niet alleen op papier een stap verder wil helpen, dan kan er veel meer.”
Daar heeft Kamping waar, om de overleden journalist Paul Bosman te parafraseren. Maar zonder geld kan er (bijna) niets, dat is ook waar. Het verdwijnen van Reur is een verlies, dat denk ik.