Peergroup deelt hartenkreet op de grote cultuursubsidieverdeeldag
Wat doen die Drentse schilders toch daar langs de Drentsche Aa?

Meer regionale spreiding van cultuurgelden? In Drenthe en Groningen zie ik het nauwelijks

Verdeling Raad voor Cultuur
Woensdag was een spannende dag voor de cultuursector in Nederland. Met paar drukken op de knop maakten zes fondsen plus de Raad voor Cultuur bekend welke gezelschappen en instellingen wat hen betreft steun verdienen voor komende jaren.

Als een bezetene probeerde ik, samen met collega's, in beeld te krijgen wat dat voor Drenthe, Friesland en Groningen betekent. In mijn geval luisterde ik eerst naar de uitleg van Raad voor Cultuur-voorzitter Kristel Baele, spitte haar adviezen door en las vervolgens de besluiten van het Fonds Podiumkunsten, het Fonds voor Cultuurparticipatie, het Mondriaan Fonds, het Letterenfonds, het Filmfonds en Stimuleringsfonds Creatieve Industrie.

Nog meer bezeten ging ik daarna appen en bellen met winnaars en verliezers. Dit alles om zo snel mogelijk een stuk online te krijgen, want ook in de cultuurjournalistiek geldt dat wie het eerste komt, die het eerst maalt. Wie het ‘nieuws’ later brengt, ook al is dat feitelijk, doordacht en beter geschreven, kortom waarheidsgetrouwer, die treft een lege zaal. Het verzadigde publiek is dan alweer op zoek naar iets anders.

Eenmaal klaar met mijn vergeefse arbeid dacht ik na over de heisa van vier jaar geleden, toen in ‘de regio’ verongelijkt was gesproken over hoe ‘het westen’ alle cultuursubsidies voor zichzelf hield en de rest van het land, beter bekend als ‘de provincie’, een paar kruimels liet. Was dat dit keer anders, vroeg ik mij af.

Het antwoord kende ik al. Want het misbaar van 2020 was vooral gebaseerd op de verdeling van geld door het Fonds Podiumkunsten. De Raad voor Cultuur, het Fonds voor Cultuurparticipatie, Het Mondriaan Fonds en zelfs het Letterenfonds letten gewoontegetrouw wel  op ‘de regio’. Daar hoor je niemand over. Net als over de geldverdeling door het Filmfonds en Stimuleringsfonds Creatieve Industrie, waar geen mens buiten Amsterdam wakker van ligt.

Verdeling MondriaanFonds
Toch was de spreiding van cultuurgelden een item geworden. Begin dit jaar ging er in mijn kringen, waar men eerst massaal FVD, daarna massaal BBB en weer daarna massaal PVV stemde, een gejuich op toen voornoemde Raad voor Cultuur het advies Toegang tot cultuur publiceerde met onder meer de constatering dat in ‘de regio’ leemtes bestaan die aandacht verdienen.

Enige tijd later verscheen in een krant, ik weet niet meer welke, een artikel waarin werd gesteld dat sommige gezelschappen na weging van kosten en tijd liever in het buitenland optreden dan in ‘de provincie’. Zie je wel, was de gedachte.

Vorige maand stond tijdschrift Boekman in het teken van ‘cultuur in de regio’. Liefst drie ondertitels telt het nummer: ‘eerlijke verdeling’, ‘verschillen en behoeften ‘en ‘onderbenut talent’. Wat ik in het blad las, in artikelen zoals van Edo Dijksterhuis, staat haaks op de idee dat ‘de regio’ meer geld voor cultuur zou moeten krijgen. Een gezamenlijke column van Cas Smithuijsen en Inge van der Vlies getiteld ‘Antirandstadretoriek’ volgde die toon.

Enfin, om Martin Bril te citeren, woensdag werd de subsidiedouche opengedraaid. Ik zag een herhaling van zetten.

Een Friese BIS-instelling erbij (Explore The North) en een Groningse BIS-instelling erbij (Eurosonic Noorderslag, die er al in zat). Maar ook: géén positief BIS-advies voor D:DNA uit Donderen, géén positief BIS-advies voor Garage TDI uit Assen, géén positief BIS-advies voor het Groninger Museum. Wel een voorwaardelijk advies voor het Drents Museum.

Tel uit je winst.

Raad voor Cultuur-voorzitter Baele had het al aangegeven: regionale spreiding is van belang, maar ondergeschikt aan andere criteria, waarvan artistieke kwaliteit het zwaarste telt.

En het Fonds Podiumkunsten, de meest spraakmakende van allemaal? Dat geeft dit keer gevraagd geld aan Garage DTI uit Assen, maar geen geld aan Peergroup uit datzelfde Assen. Dat is positief over de in de provincie Groningen gesitueerde  Profound Play, ShELFISH, X_Yusuf Boss en Zummerbühne, maar kan hen niet financieel steunen want het geld is op.

Mevrouw Ogterop uit Meppel, Bruckmanprojecten uit Groningen en Wabi Sabi uit Assen krijgen steun van het FPK, maar Jazz te Gast uit Zuidhorn en het Aurofestival krijgen het niet. Het fonds steunt weliswaar zes festivals in Drenthe en Groningen, maar deed dat in 2020 ook al. Opnieuw: tel uit je winst.

Ik citeer nu Viktorien van Hulst, directeur Fonds Podiumkunsten, die door NRC werd geconfronteerd met het gegeven dat tachtig procent van de aanvragen uit de vier grote steden een positief advies kreeg tegen nu 69 procent: “Ja, je ziet dat de extra criteria voor regionale spreiding daar hebben gewerkt. Maar we zien ook: als we geen aanvragen krijgen, kunnen we ze ook niet honoreren. Het aantal aanvragen uit de Randstad is veel hoger dan van daarbuiten.”

Als we daarnaast constateren dat het Mondriaan Fonds, het Fonds voor Cultuurparticipatie en het Letterenfonds dit keer hebben gedaan wat ze vier jaar geleden ook al deden, indien gerechtvaardigd aanvragen uit de regio positief beoordelen, is er niks of nauwelijks meer regionale spreiding.

Vermoedelijk heeft het te maken met de kwaliteit van de aanvragen. Ik heb zelf wel eens in een adviescommissie gezeten, in meerdere inmiddels, lezen is mijn lust en leven, en weet uit ervaring dat die commissies geld toekennen voor de beste aanvragen. En een goede aanvraag is een leesbare aanvraag die aan de criteria van de geldverstrekker voldoet, ongeacht waar die aanvraag vandaag komt. Jipsingboermussel of Kudelstaart, dat maakt niet uit.

En zo is het dit keer ook gegaan. Vermoed ik. Vrees ik. Denk ik. De tijd vliegt, maar beter wordt het nooit.