Eerst in Assen luisteren naar Valentijn de Heer, drie dagen daarna naar Murat Isik
Verduld Bartje! Kom er nog wat van?

De morgen na de finale van het Drèents Liedtiesfestival

Ellen Dost Dreents Liedtiesfestival
Sla je de volgende dag de krant open en dan staat er niet in wie de twaalfde editie van het Drèents Liedtiesfestival heeft gewonnen. Hoe kan dat? We vragen het de dienstdoende verslaggever, die afgelopen donderdag het festival live in het Atlas Theater bijwoonde terwijl hij ook thuis voor de televisie had kunnen zitten.

– Dat komt door de deadline voor ‘papier’. Die ligt zo vroeg, dat avondnieuws nog zelden de krant haalt. Vanwege de vooruitgang en de digitale versnelling gaan alleen heel belangrijke berichten nog op papier mee, tot een bepaald moment uiteraard. De finaleplaats van Joost Klein in Malmö, die een uur later bekend werd, kreeg een twee-kolommer. Op de website hebben we overigens wel gebracht dat Marianne Veenstra met t Is zo wisse (as een klontie zuut is) de meeste punten verzamelde.

Jammer.

– Het is zoals het is. Zaterdag staat de uitslag wel in de papieren krant. Kort weliswaar, vanwege ruimtegebrek en omdat het nieuws dan alweer dik een dag oud is, maar toch. Het is gezien, het is niet onopgemerkt gebleven. Het leven gaat door, steeds sneller, valt mij op.

In dat bericht staat niet in wat jullie van het winnende liedje vinden, daar lees ik niets over de rest van de deelnemers.

– Wij houden feiten en meningen graag gescheiden. Maar nu je het vraagt: Veenstra had niet mijn voorkeur. Die ging naar Altied nog wat kind van Laura Dik: een vlot liedje, goed gezongen, goed uitgevoerd, mooi Drents. In mijn oren ook muzikaal een uitstekende toevoeging aan het Drentstalige repertoire – en daar is het festival toch voor bedoeld.

Zeg je nu dat de jury een fout heeft gemaakt?

– Er was niet één jury. Er waren er vier. Er was een vakjury, er was een internationale jury met een Duitser en een Italiaan, de mensen van de organiserende stichting Reur hadden een stem en het publiek had een stem. Het publiek koos ook voor Veenstra. Misschien omdat ze voor de vierde keer meedeed, misschien omdat Veenstra bekend is van het televisieprogramma Meiden die rijden. Bij het publiek weet je nooit wat echt de doorslag geeft. Publiek heeft een heel eigen kijk op kwaliteit en wat goed is. Kijk maar naar de Tweede Kamer-verkiezingen.

Wat viel je nog meer op?

– Dat het festival een goed-geoliede machine is, mede dankzij de inbreng van RTV Drenthe. Zo’n live-uitzending maakt een strakke organisatie noodzakelijk, goddank. Dat de zangkwaliteit van de deelnemers nogal uiteenliep, dat niet alle liedjes de Drentse taal vooruit helpen, dat co-presentator Wesly Struik het enorm naar de zin heeft achter de schermen, al kon dat ook gespeeld zijn, dat Bert Kamping de gitaar hanteerde tijdens de uitvoering van het nieuwe nummer van Lisa Harms, dat die Harms, vorig jaar winnaar, beter is gaan zingen, dat Jan Henk de Groot van de buitencategorie is.

Jan Henk de Groot is toch een Groninger? Wat deed hij op het Drèents liedtiesfestival?

– Twee pauzeliedjes zingen. Het goede voorbeeld geven. Vertellen dat je ook streektaalmuziek kunt maken met computerapparatuur en software. In Emmen was het weer snaren voor en snaren na. Toch vond ik het muzikaal verrassender dan de jaren daarvoor. Veel bluegrass dit keer, met zelfs een protestsong over de oliewinning in Schoonebeek door Dréents Grøs. En, heel gedurfd, een met kopstem gezongen liedje met vier strijkers: Soms van Werilt.

Wat denk je dat je over een jaar nog herinnert van dit festival?

– Het optreden van Ellen Dost. Zij zong t Padtie met een enorme dadendrang. Ze had voor het festival een workshop liedjesschrijven gevolgd, ze had zangles genomen. Ze richtte zich tijdens haar optreden niet op de televisiecamera, maar op het publiek in de zaal. Heel goed was het niet, maar ze moest en ze zou. En ze deed het. Ik kreeg er een brok van in de keel.