Luisteren naar Thijs Lijster en zijn pleidooi voor commonisme
20-4-23
Ter gelegenheid van de Maand van de Filosofie bezocht ik in Emmen een bijeenkomst in het Rensenpark met Thijs Lijster. De filosoof vertelde er op uitnodiging van de mensen van het Filosofiecafé Emmen over zijn boek Wat we gemeen hebben, door mij hier met mijn beperkte denkraam samengevat als een pleidooi om minder aan de neo-liberale markt over te laten en op zoek te gaan naar een systeem waarin diensten en goederen anders worden verdeeld. Beter uiteraard.
Aan het einde van zijn lezing liet Lijster in dit verband het woord ‘commonisme’ vallen. De ‘u’ was niet zomaar veranderd in een ‘o’, vertelde hij. “Als je vandaag de dag over communisme spreekt, word je direct geassocieerd met Stalin en de Goelag. Heel lang is gedacht dat iedere poging om met een alternatief te komen voor het kapitalisme eindigt in de Stalin-hoek. Dat heeft een banvloek op alternatieven gelegd.”
Het boek van Lijster draait om het begrip ‘common’. “En niet alleen in de zin van gemeenschappelijk bezit, maar ook om collectieve zeggenschap en democratie. Wat ik op het oog heb, is nadenken over alternatieven, op vele verschillende terreinen. We leven nu in tijden van protest, die allemaal op een eigen eilandje plaatsvinden. Al die protesten maken deel uit van een en hetzelfde probleem: een onteigening van gemeenschappelijke waarden en zaken die essentieel zijn voor het menselijk leven.”
Hij noemde onderwijs, zorg, huisvesting, transport en uiteindelijk de aarde zelf. “Waarden en goederen die ons allemaal zouden moeten toebehoren, maar onteigend en vernietigd worden door de rijksten 0,1 procent. Of je nou wilt of niet, we zijn verwikkeld in een strijd om de meent.”
Strijd. Tegen de rijksten? Ik durfde het tijdens het nagesprek niet te berde te brengen, mijn vrees als cultuurpessimist is dat zo'n strijd niet ten koste gaat van de 0,1 procent, maar eerst en vooral slachtoffers maakt onder een veel grotere, aanzienlijke minder rijke groep.
Op de fiets naar mijn te duurbetaalde koophuis in de krimpregio Zuidoost-Drenthe spookte, denkend over het historisch materialisme, het woord strijd nog een tijdje door mijn hoofd. Luisteren naar Lijster had mij misschien wel wijzer, maar niet vrolijker gemaakt.