Een handtekening vragen aan Gijs Wilbrink
17-4-23
In navolging van Eus, en anderen, mocht ik vrijdag tijdens De Literaire Hemel in Amen Gijs Wilbrink interviewen. Het gesprek trok veel bekijks, café De Amer was afgeladen, al zal dat ook te maken hebben gehad met de andere gasten, Hester den Boer en Judith Koelemeijer, die door Annette Timmer werden ondervraagd.
Wilbrink vertelde honderduit over zijn De beesten. Van zijn debuutroman zijn inmiddels zo’n 20.000 exemplaren verkocht, er zitten vertalingen aan te komen in Engels en het Duits, na de zomer wordt het boek gelezen door de Drentse literatuurclubs en na Amen reisde de schrijver door naar, geloof ik, een literair festival in Engeland. Daarna zal het wel weer wat rustiger worden, verwachtte hij.
Een jaar geleden hadden nog weinig lezers van Wilbrink gehoord. Een jaar geleden zagen zijn dagen er zo uit dat hij om zes uur ’s morgens op stond om een uur aan De beesten te gaan schrijven, daarna smeerde hij boterhammen voor zijn kind en vrouw en bracht vervolgens dat kind naar school. Terug in huis schreef hij nog eens twee uur en als dat was gebeurd ging hij aan het werk voor podcastplatform Vriend van de show.
Wat opviel was dat Wilbrink, als beginnend schrijver, aan alles leek te hebben gedacht. Op iedere vraag, ook de meest voor de hand liggende, had hij een beleefd overtuigend klinkend antwoord. Zelfs met de vraag waar De beesten in essentie over gaat, wist hij raad: ,,Over de zoektocht naar verlossing en het feit dat die verlossing alleen maar kan zitten in zelfacceptatie.”
Na afloop, toen alle aanwezigen de vragen hadden gesteld die ik omwille van de mij beschikbaar getelde tijd of uit domheid niet had gesteld, vroeg ik Wilbrink een handtekening te zetten in mijn leesexemplaar van De beesten. En dat deed hij. Gehuld in een Public Enemy-t-shirt. Don't believe the hype.