De terugkeer van Van Gogh in Drenthe
Ding mee naar de Gerrit Krolprijs. Schrijf een essay met het thema ‘De taal als breekijzer’

De post-magisch realist Kees Thijn werd net geen negentig jaar, toch kreeg hij zijn zin


Werk van Kees Thjn 1933 - 2023
Vandaag, woensdag 26 april, zou Kees Thijn 90 jaar zijn geworden. Toen hij nog leefde, een half jaar geleden, had hij bedacht dat er rond zijn verjaardag een expositie moest komen met zijn werk in zijn museum. De directeur van het Drents Museum moest die expositie openen.

En zo geschiedde. Harry Tupan kwam vorige week naar de beleefstad Coevorden om zijn licht te laten schijnen over de schilderijen van Kees Thijn in Museum Thijnhof.

Eerst stond Tupan stil bij zijn eerste ontmoeting met Thijn, ‘een lange rustige man met kort stekeltjeshaar’. Het was in 1980. Behalve schilder was Thijn in die periode voorzitter van het Drents Schildersgenootschap.

Daarna werd Thijn als kunstenaar in context geplaatst. Een post-magisch realist, noemde Tupan hem, ‘misschien wel een surrealist’. Ter verduidelijking werden de namen van beroemde geestverwanten genoemd: Giorgio de Chirico, René Margritte, Salvador Dali, Carel Willink, Raoul Hynckes.

Kees Thijn zou het prachtig hebben gevonden. Ware het niet dat hij 8 januari is overleden. Daags voor de opening van een andere expositie in zijn museum had hij zich niet fit gevoeld en was hij thuisgebleven, in Stegeren bij Hardenberg. Daar stierf hij. 89 jaar oud.

Of de tentoonstelling ter gelegenheid van zijn 90ste verjaardag geworden is zoals Thijn het had gewild, is niet na te gaan. Maar in bijna alle zaaltjes en zalen van de voormalige muziekschool - door hem aangekocht en in 2015 door hemzelf geopend - hangen nu zo’n honderd schilderijen. In depot worden nog eens vijfhonderd werken bewaard. Ook is een kamertje ingericht waar is te zien hoe hij werkte.

Kees Thijn Museum Thijnhof Coevorden

Thijn (Emmen, 1933) was zeer productief, zeker als je bedenkt dat hij laat met schilderen is begonnen. Dat was in 1966, toen hij in Groningen woonde, de stad waar hij hoogleraar radiologie aan de universiteit Groningen zou worden. Om de techniek onder de knie te krijgen, won hij advies in van Minerva-docenten. Het meeste leerde hij zichzelf.

Was Thijn een goede schilder? Niet als je naar zijn portretten kijkt. Er zitten een paar rake tussen, maar ook mindere. Hij hield onmiskenbaar van fijnschilderen, maar soms legde het fijne het af tegen het tempo waarin hij werkte. Waar Thijn goed in was, was in het maken van kleurrijke composities vol symbolen die hem fascineerden: dieren, insecten, vruchten, bloemen en bloedvaten.

Van figuratief schilderende kunstenaars wordt gezegd dat het vertellers zijn, een belangrijk deel van hun populariteit is daarop gebaseerd. De schilderijen van Thijn hebben, door het gebruik van symbolen, iets van vertelselplaten waarmee de schilder als docent uitleg geeft over leven, liefde en het verglijden van tijden, maar ook zorgen uit over politiek, macht en maatschappelijke ontwikkelingen.

Zelfportret Kees Thijn1

In Drenthe neemt Kees Thijn een aparte plaats in, sprak Evert Musch ooit in een poging het werk te duiden. ,,Hij wil zich zo goed mogelijk uiten en tracht dit te doen in een duidelijke en heldere taal voor zichzelf en (vaak met een boodschap) naar de mensen toe.” Daar zit geen woord Spaans tussen.

Toen Kees Thijn nog leefde, maakte hij zich hard voor betere omstandigheden waaronder werk van Drentse kunstenaars, dood en levend, museaal kan worden getoond. Er is vooralsnog geen reden te twijfelen of de stichting achter Museum Thijnhof zich daarvoor zal blijven inzetten.

De overzichtstentoonstelling Kees Thijn (1933-2023) is tot en met 28 augustus te zien in Museum Thijnhof Coevorden.