Ik interviewde Guillaume Pool, nestor van spoken word in Nederland. Pool (92) is dichter en verhalenverteller en doet dat op een manier die zo aan spoken word doet denken dat het spoken word lijkt of misschien wel is. Zelf houdt hij zich daar niet mee bezig. Om te plagen zegt hij dat spoken word in Groningen is uitgevonden.

Het interview vond plaats in Haren. Eerst kreeg ik een rondleiding door zijn huis vol verhalen en herinneringen. Te beginnen bij de boekenkast, eindigend bij een tafel waar hij thee serveerde met Knol’s Koek en aan het einde van het gesprek zijn handtekening zette in zijn dichtbundel De termieten van Tilifo.

Uiteraard ging het ook over Suriname, zijn geboorteland, waar armoederellen zijn uitgebroken. Verdrietig wordt hij ervan. “Ik probeer het op afstand te houden”, vertelde hij, “want ik kan er geen invloed op uitoefenen. Ik probeer er geen mening over te hebben, want ik zie dat alle aandacht nu gaat naar deskundigen en niet naar de oorzaken van het probleem.”

Maar het ging vooral over poëzie en hoe dat op zijn pad is gekomen. Zaterdag meer in Dagblad van het Noorden.