Bij 'Wegzehr' van Neo Rauch in het Drents Museum
Op komst: Kunstcafé over 'Kunstenaars IN BEELD' bij CBK Emmen in De Fabriek

Bevriend raken met een dichter aan de vooravond van de Poëzieweek

Er Staat Te Gebeuren
Vooruitlopend op de Poëzieweek, die donderdag begint met Gedichtendag, interviewde ik voor Dagblad van het Noorden de ‘rebels neo-klassieke’ dichter Hester Knibbe. Ik wilde het met haar hebben over het Poëziegeschenk Er staat te gebeuren, maar ik wilde ook met haar praten over vriendschap, dit jaar het thema van de week.

Knibbe schreef het geschenk samen met Miriam Van hee, sinds een ontmoeting op Poetry International in 1985 een goede vriendin van haar. Aanvankelijk zou ik ook Van hee spreken, maar deze moest vanwege familieomstandigheden op het laatste moment verstek laten gaan.

Het interview was nog niet begonnen toen Knibbe vroeg of ze de uitgeschreven tekst vooraf mocht lezen. “Niet om jou te controleren, maar ik weet dat ik af en toe heel ongelukkig kan formuleren in het wilde weg en als ik dat dan teruglees, is dat geen pretje”, vertelde ze.

Ik schoot in de lach, vooral om dat van die dichter die heel ongelukkig kan formuleren, en zegde toe de tekst voor te leggen. Wat volgde was een ontspannen gesprek waarin we, in mijn beleving, openhartig spraken over poëzie en vriendschap, over hoe gedichten vrienden voor het leven kunnen worden en wat vriendschap kan betekenen.

Hoe maak je vrienden, vroeg ik Knibbe aan het einde. Dagblad van het Noorden wil graag een praktische krant zijn.

“Ik ben niet op zoek naar vriendschappen. Ze ontstaan spontaan”, antwoordde ze. “Miriam dicht daar in het geschenk heel mooi over. Zij dicht ook over hoe je ze moet onderhouden, want dat moet ook, zeker naarmate je ouder wordt. Op uitnodigingen ingaan, mensen uitnodigingen, mensen die het nodig hebben extra aandacht geven, zelf aandacht willen ontvangen. Openstaan, hartelijk zijn, vertrouwen.”

Zouden wij vrienden kunnen worden, vroeg ik.

“Best”, zei Knibbe.

Het eerste contact is gelegd, stelde ik vast. Wanneer merken we dat het verder gaat?

“Als we elkaar opnieuw ontmoeten”, zei Knibbe, die komende vrijdag in Groningen optreedt tijdens Poetry per tutti, samen met Van hee.

Daarna spraken we nog wat verder en tot slot herhaalde ze haar verzoek om het interview vooraf te mogen lezen. Geen probleem, antwoordde ik.

Daags na het toezenden van het stuk, reageerde ze. Met dank en de opmerking dat ze er weinig op aan te merken had. Slechts een paar correcties. En de suggestie om aan het slot de passage over het vriendschapsverzoek te verwijderen. Ze wist niet dat het nog bij het interview hoorde, schreef ze. Ze dacht dat ik mijn vraag tijdens ons gesprek als grap had bedoeld.

“Dat zegt genoeg over de ongedwongenheid waarmee jij een gesprek kunt voeren, dus het is een compliment.” Als ik er voor koos het slot te handhaven, wilde ze graag haar antwoord veranderd zien in ‘misschien’.

Lees dinsdag (en andere dagen) Dagblad van het Noorden. Op papier en online.