Over de Veenkoloniale ervaring en wat Vincent van Gogh nog altijd in Drenthe losmaakt
21-12-22
Ik reisde naar het provinciehuis in Assen voor een gesprek over de plannen rond de herdenking van de komst van Vincent van Gogh naar Drenthe, in september 2023 140 jaar geleden. En werd daar verrast door topambtenaar Gerrit Kamstra van de provincie die in mijn aanwezigheid een cadeau overhandigde aan Elizabeth Stoit van Marketing Drenthe.
Uitgepakt bleek het om een boek te gaan. Nu weet ik niet-toevallig dat op bladzijde 18 van dat boek, uitgegeven door kleine Uil, in het essay Hier is ja niks het volgende over Vincent van Gogh in Drenthe wordt geschreven:
'Aan het einde van de zomer in 1883 reisde Vincent van Gogh naar Drenthe. Anders dan zijn schildervriend Anthon van Rappard, die hem op het schilderachtige van Drenthe had gewezen, trok hij niet naar Assen om vandaaruit verder te reizen. Van Gogh stapte uit op het station van Hoogeveen met de bedoeling dieper het land in te gaan, ‘met de turfschuiten mee richting de Pruissische grens en ’t Zwarte Meer’.
Op 2 oktober reisde hij met een trekschuit naar Nieuw-Amsterdam, ‘den achterhoek van Drenthe’. Voor zijn broer Theo beschreef zijn eerste indrukken: ‘Wat een rust, wat een breedte, wat een kalmte in deze natuur, men voelt het pas als men mijlen en mijlen Michels tusschen zich en het gewone heeft.’ Wat Van Gogh met ‘Michels’ bedoelde is mij niet bekend. Wat hem beviel kan ik navoelen en bedenken.
In zijn Drentse brieven beschrijft Van Gogh wat ik een Veenkoloniale ervaring wil noemen, een sensatie halverwege geluk, ontzag en overweldiging. Aanvankelijk is hij nieuwsgierig en gretig. Hij heeft iets in zijn hoofd en als dat overeenkomt met wat hij ziet, wordt hij extatisch. ‘Het is hier zoo gansch en al dat wat ik mooi vind. Dat wil zeggen ’t Is hier vrede’, schrijft hij. En meteen daar achteraan: ‘Ik vind nog iets anders mooi dat is het drama, het is overal.’
Het woord koloniën komt in de brieven van Van Gogh niet voor. Het veengebied slingerde hem heen en weer. Hij zocht en vond mogelijkheden om zich als beginnend schilder naar eigen inzicht en overtuiging te ontwikkelen. Tegelijkertijd werd hij afgeremd. Contact met de plaatselijke bevolking was er nauwelijks, vermoedelijk kon hij ze niet verstaan. Daarnaast was sprake van geld- en materiaalgebrek. Alleen in Hoogeveen waren verfspullen te krijgen, in zeer beperkte mate.
Toen Van Gogh in Zuidoost-Drenthe arriveerde, liep de zomer ten einde. Naarmate hij er langer bleef, naderde de winter. Nergens in Nederland is de tegenstelling tussen zomer en winter zo groot als in de Veenkoloniën. Op 11 november noteert Van Gogh dat het in Nieuw-Amsterdam sneeuwt in de vorm van hagelstenen. Hij besluit zijn brief met ‘Drenthe is zóó mooi, zoo zeer pakt het me algeheel in en voldoet mij absoluut dat ik, indien niet vooral tijd hier kon zijn, ik liever ’t maar niet gezien had.’
Op 1 december zinspeelt hij op een tijdelijke terugkeer naar het ouderlijk huis in Nuenen, vermoedelijk uit geldgebrek. ‘Er is voor mij in Drenthe zeker een werkkring, maar ik moet van het begin af liefst het nog eenigszins anders kunnen opvatten, en ietwat meer vastigheid hebben in mijn finantiën.” En ook: “En hoe harder ik werk, hoe meer ik in 't nauw raak. We zijn nu op een punt dat ik zeg: momenteel kan ik niet voort.’
Op 6 december volgt ineens vanuit Brabant een verslag van de reis naar huis. ‘Op een stormachtigen namiddag met regen, met sneeuw. Deze wandeling heeft mij veel opgemonterd, of liever mijn gevoel was zóó in sympathie met die natuur, dat het mij meer calmeerde dan iets anders. Ik dacht dat het weerzien van thuis misschien mij juister inzicht kon geven in kwesties van wat ik doen moet. Drenthe is superbe, maar het er uithouden hangt van veel dingen af, hangt af of men bestand is tegen de eenzaamheid.’
Het betreffende boek Woest & ledig verscheen 11 november. (En ligt nu in de winkel, fluistert de verkoper in mij.) Dankzij lezer Annette Timmer, die Van Gogh-kenner Hans Luijten consulteerde, weet ik inmiddels dat Van Gogh met 'Michels' vermoedelijk de Franse kunstenaar Georges Michel (1763-1843) bedoelde.