Over vrouwen in de nieuwe Nederlandstalige literaire canon
Limburgse schrijvers voelen zich genegeerd en wijzen naar Groningen

Een paard dankzij de hakselaar, bij Lhee

Lhee Agrosculptuur

Een officiële kunsthistorische stroming vormen ze (nog) niet, maar ze bestaan wel degelijk: agrosculpturen. Ik schreef er eerder over, zie hier.

Vorige week ontdekte ik er een bij Lhee, in de berm voor loonwerk- en mechanisatiebedrijf Vink BV. Het is onmiskenbaar een paard, maar dan wel een die opvallend weinig moeite doet op een paard te lijken. Dat is wel zo aardig in een wereld waar kunst meestal alleen kunst wordt genoemd als het ‘net echt’ is.

"Gemaakt door een van onze werknemers", vertelde Danny Wijntjes van Vink over de telefoon toen ik naar het paard van Lhee informeerde. "Uit allemaal losse onderdelen van machines, voornamelijk van een hakselaar. Hij staat er sinds een paar maanden, eerder stond-ie op een andere plek. We krijgen er heel veel reacties op. Je wilt niet weten hoeveel mensen ermee op de foto gaan."

Het aantal agrokunstwerken in Nederland neemt af. Wellicht dat het met de biodiversiteit en/of de bedreigde boerenstand te maken heeft – bij Vink hangt er een omgekeerde Nederlandse vlag naast. Met name in de jaren tachtig en negentig waren het er veel meer, weet ik dankzij mijn oplettende blik en voorliefde voor het nutteloze.

Ook populair op het platteland, maar dan van een andere orde zijn in het gras verzonken fietsen. Meestal maken de lassers beelden die op mensfiguren lijken, dieren zijn zeldzamer. In Emmerschans, nota bene op het terrein waar zich het wereldberoemde land art-werk Broken Circle/Spiral Hill van Robert Smithson bevindt staan er meerdere, waaronder een grazend paard met een eeuwig lege maag. Die bij Lhee heeft nooit honger.

Emmerschans Agrosculptuur