Leest ‘Etty Hillesum. Het verhaal van haar leven’
20-9-22
Ik lees voor Dagblad van het Noorden en vermoedelijk ook de Leeuwarder Courant, dat laatste weet je nooit, soms wijken Friezen op het laatste moment van gezamenlijke plannen af, al gaat het de laatste tijd beter, de biografie Etty Hillesum. Het verhaal van haar leven. Schrijver is Judith Koelemeijer. Volgens het nawoord heeft ze tien jaar aan haar boek gewerkt. De presentatie is vandaag, dinsdag 20 september.
Dat ik de biografie van Etty Hillesum van belang vind voor de lezers van mijn krant(en) heeft deels te maken met het gegeven dat zij een paar jaar van haar leven in Winschoten heeft doorgebracht. Geen bepalende jaren, weet ik. Ze was vier jaar toen ze als dochter van een leraar klassieke talen in Winschoten arriveerde. Ze was elf jaar toen het gezin naar Deventer verhuisde waar vader conrector kon worden.
Dat Koelemeijer over de Oost-Groninger jaren schrijft, heeft ermee te maken dat het verblijf iets zegt over het karakter van haar vader. Louis Hillesum was een man die zichzelf probeerde op te werken via het onderwijs. ‘Een carrière als leraar betekende veel verhuizen, gestaag dienstjaren opbouwen, streven naar een steeds hogere jaarwedde, en als bekroning hopelijk de gooi naar het (con)rectorschap,’ schrijft ze.
De vader van Etty Hillesum was een job-hopper. Na anderhalf jaar in Tiel solliciteerde hij naar de baan van conrector aan het gymnasium van Winschoten. Het Winschoter gymnasium had volgens Koelemeijer op dat moment een slechte naam. Het totale aantal leerlingen was met 31 tot een dieptepunt gedaald, en het voortbestaan van de school had in de voorgaande jaren in de gemeenteraad herhaaldelijk ter discussie gestaan.
Ze schrijft ook dit:
‘Vooral in Winschoten en Deventer werd er vreselijk geroddeld over mevrouw Hillesum, die zo raar Nederlands sprak, met een rollende r, en in wier huis het een chaos was. Ze had ‘’n hoeshòln van Jan Stain’, fluisterden de huisvrouwen op z’n Gronings in het noorden.’
Hierbij is het goed om te weten dat de moeder van oorsprong uit Rusland kwam en dochter Etty een moeizame verhouding met haar had. De temperamentvolle moeder vluchtte ooit voor barre omstandigheden en pogroms door verkleed als soldaat op de trein naar het Westen te stappen. Een van de knappe staaltjes in de biografie is dat Koelemeijer erin is geslaagd deze Russische wortels van de familie bloot te leggen.
Die Russische komaf wordt later nog een keer belangrijk als de moeder vanuit Amsterdam op de trein naar Westerbork dreigt te worden gezet. Ze probeert dit te voorkomen door de Duitsers te wijzen op haar papieren waarin wel staat dat ze uit Rusland komt, maar niet dat ze joods is. Vader Louis en dochter Etty hebben zich er dan al bij neergelegd dat ze joods zijn en hun lot moeten ondergaan. Moeder komt binnen het gezin min of meer alleen te staan.
Nog even terug naar Winschoten. Hoewel er geen – voor de biografie – cruciale gebeurtenissen hebben plaatsgevonden, vond Koelemeijer het toch nodig om naar Groningen te reizen en het huis te bezoeken.
‘De familie Hillesum woonde in Winschoten in een ruime, pas opgeleverde tweeondereenkapwoning aan de Oranjestraat 2. Het huis had een zolder, die je via een steile trap kon bereiken. Een lange, smalle ruimte onder het puntdak; alleen in het midden kon je er rechtop staan. In de schuine zolderwand bevond zich een raampje met een uitzetijzer, zodat je het kon opendoen om te luchten. Honderd jaar na dato zit dat raampje er nog steeds.’
Nu weer verder lezen.