Op zoek naar het paradys, bij Oranjewoud
Bij een interview met Jante Wortel

‘Redacteuren bepaalden zelf waarover ze schreven’

Rinus Ferdinandusse Foto Mediahuis Noord
Met de professionele belangstelling die mij eigen is, las ik in NRC de necrologie van Rinus Ferdinandusse (1931 – 2022). Na de kop ‘Rinus Ferdinandusse leidde Vrij Nederland in hoogtijdagen, toen het blad geen leiding accepteerde’ bleef mijn oog haken bij de volgende zinnen:

‘In de jaren dat hij het vroegere verzetsblad aanstuurde, was er op de redactie geen sprake van hiërarchie. Redacteuren bepaalden zelf waarover ze schreven, en het was aan Ferdinandusse – die zaterdag op 90-jarige leeftijd overleed – om dat proces zo goed mogelijk te organiseren.’

Daarna NRC citeerde Ferdinandusse zelf:

„De redactievergadering was vooral bedoeld om iedereen de gelegenheid te bieden mee te delen wat hij ging doen”, blikte Ferdinandusse jaren later in Vrij Nederland terug, in één van de weinige interviews die hij gaf. „De één riep: ‘Zullen we een stuk maken over…’ waarop de ander zei: ‘Fantastisch, dat doen we’. Zo ging het. Meer was het niet.”

Er klonk iets van nostalgie door, zowel in het citaat zelf als in de keuze van het citaat. Alsof de goede oude tijd voorbij was en nooit meer weeromkwam. Bij Vrij Nederland was de tijd van Ferdinandusse beslist goed. Tijdens zijn hoofdredacteurschap groeide het blad uit tot een invloedrijke publicatie met eind jaren zeventig meer dan 120.000 abonnees.

Ferdinandusse had als hoofdredacteur de wind mee. Ik dacht nog net niet: zo kan iedereen het. Want ook al staat de wind goed, zonder kundige matrozen gaat de boot dobberen.

Wel vroeg ik mij af wie anders dan een redactie bepaalt waarover in een tijdschrift of krant wordt geschreven. Om meteen een reeks mogelijke antwoorden te bedenken: de adverteerders, de lezers, de directie, de aandeelhouders, de markt, het bestuur, de Oempa Loempa's, de managers, het algoritme.

Als ik niet beter wist, zou ik schrikken.