Bij een interview met Jante Wortel
27-7-22
Pratend over haar debuutroman Weerlicht, waarin Jante Wortel vertelt over een meisje met een stoornis en een neiging tot zelfdestructie, ging het op een gegeven moment over waarom iemand autobiografisch wil schrijven en dat vervolgens publiceren. ,,Ik denk dat het een drang is om gezien te worden”, antwoordde Wortel, ,,om bevestiging te krijgen, om uitzonderlijk te willen zijn.”
Eerder had ze verteld over haar deelname aan Kunstbende en Write Now en de bekroning met de Drentse Talentprijs Cultuur. ,,Die prijzen vormden een bevestiging dat wat ik deed talentvol was. Het verhoogde de druk, maar ik zou het lastiger vinden als ik middelmatig ben”, zei ze. “Een zesje is net niks. Als ik iets doe, wil ik het goed doen.”
Meer dan middelmatig, vatte ik samen.
,,Het is niet dat ik dit verhaal koos om uitzonderlijk te zien”, sprak Wortel. ,,Het is meer dat ik dacht: Als ik dit vertel, is dat weliswaar heel eng, maar het zou bijzonder kúnnen zijn. Het is ook voor mij spannend als het op het randje zit. Durf ik dit wel te schrijven? Durf ik dit wel te publiceren? Dan staat er iets op het spel.”
Daarna trok ik de vergelijking waarvan ik mij had voorgenomen die te trekken: dat Lea, het hoofdpersonage in Weerlicht, mij deed denken aan de hoofdpersonen in Eline Vere en Van de koelen meren des doods. Of ze zich daar iets bij kon voorstellen, wilde ik weten. Want in die romans, hoewel ouder, worstelen vrouwen ook met zichzelf. Honderd, honderdvijftig jaar geleden zouden we zeggen dat Lea hysterisch is.
,,Ergens heeft ze wel iets geks, iets hysterisch”, beaamde Wortel. ,,Maar Weerlicht is toch meer een verhaal over coming of age. Lea is vijftien jaar. Op het kantelpunt in de roman, als er iets gebeurt met de caravan, stapt ze naar voren. Juist omdat anderen niets doen, niet weten wat ze moeten doen.”
Weerlicht is een roman over controle, meer dan dat het een roman is over een eetstoornis. We spraken over het gevaar dat in ‘de media’ veel aandacht uitgaat naar die eetstoornis, ook omdat er veel media-aandacht is voor eetstoornissen. Ook spraken we over hoe het is om over zo’n roman geïnterviewd te worden.
Wortel bleek het eng te vinden. ,,Omdat ik eigenlijk heel goed zou moet weten wat ik hier over moet vertellen. Maar ja, je kunt dat niet vooraf uitdenken. Ik heb geen controle over wat wordt gevraagd. Wat vertel ik over mezelf? Wat vertel ik over het boek? Het is allemaal nog zo nieuw. Ik vind het niet erg als Weerlicht als een eetstoornisboek wordt neergezet, maar ik hoop dat het meer wordt dan dat.”
Daarna vroeg ik haar om ze haar boek voor mij wilde signeren.