Eerst Govert Buijs, daarna Joke Hermsen naar Assen
De kunstenaar in een neoliberalistisch systeem

Lamlendig, twee dagen na Het kleine gebeuren

Het Kleine Grote Gebeuren 2022
Ik kreeg de vraag hoe ik Het kleine gebeuren heb beleefd, de ingedikte editie van Het grote gebeuren, afgelopen zaterdag in Forum Groningen. Ik antwoordde dat ik op een enthousiast weerzien met schrijvers had gehoopt, maar na afloop van het feest voor lezers en schrijvers teleurgesteld naar huis was gegaan. Zou ik iets onder de leden hebben?

Wat misschien speelde, was de afwezigheid van Charlotte Beerda, welbeschouwd de enige naam op het affiche die mij vooraf nieuwsgierig had gemaakt. De andere gasten – Gerbrand Bakker, Hanna Bervoets, Auke Hulst – zag ik vaker optreden. Weinig nieuws onder de zon. Beerda bleek geveld voor corona. Hoe ziek ze was, met koorts en rillingen, vertelde interviewer Jellie Brouwer er niet bij.

Wat ook meespeelde, was dat de genodigde schrijvers weinig plezier leken te beleven aan het weerzien met publiek, wegens coronabeperkende maatregelen zo'n vijftig man. Gerbrand Bakker vertelde om te beginnen desgevraagd nog steeds met depressiviteit te worstelen. "Wat er vandaag gebeurt, is eigenlijk veel te veel. Ik moet één ding doen op een dag. Dit gesprek had het voor mij moeten zijn."

Interviewer nummer twee, Emy Koopman, wilde van Hanna Bervoets weten of deze het nog steeds eng vindt een boek uit te brengen. Dat bleek het geval. Aan schrijven beleeft Bervoets veel plezier, maar aan het gedoe eromheen steeds minder. "Vijf jaar geleden zou ik nooit hebben gedacht dat dit uit mijn mond zou komen: 'Alweer een interview'."

Auke Hulst vertelde op zijn beurt over een 'complete disconnect' tussen het leven dat een schrijver met een boek heeft en het leven dat het boek daarna gaat leiden. "De ergste periode is het moment vlak voordat ik het inlever en de drie maanden nadat het is uitgekomen, de periode waarin je er geen controle meer over hebt. En het stomme is, dat als het heel goed gaat, dat je het niet echt gelooft."

Heel openhartig allemaal. Maar als je maanden achtereen vanuit 'de culturele sector' hebt horen roepen hoe erg het is dat 'zij wel' open mogen en 'wij niet' en hoe onrechtvaardig dat is, en 'niet uit te leggen', dan is vijftien euro voor zoveel oprechtheid iets te veel van het goede.

Bovenstaande wil niet zeggen dat er zaterdagavond 'niets aan' was. Gedurende twee uur werd er zoveel gezegd, aangeraakt en vervolgens genuanceerd dat het welbeschouwd onmogelijk is de complete avond op deze plek recht te doen. Vandaar dat alle betrokkenen, de uitgenodigde schrijvers voorop, door mij tekort worden gedaan.

Bakker maakte een behoorlijk montere indruk en was bij vlagen zelfs grappig. Vooral toen hij onthulde dat het motto voorin zijn nieuwe roman De kapperszoon, het titellied van de tv-kinderserie Beertje Colargol, is opgenomen als sneer naar schrijvers die motto's opnemen van Ludwig Wittgenstein, Sylvia Plath et cetera.

Op weg naar huis wilde ik van mijn medeganger weten wat zij interessant had gevonden aan Het kleine gebeuren. Ze vatte daarop samen wat door Bervoets en Hulst was gezegd over de populariteit van science fiction onder Nederlandse schrijvers in Nederland op dit moment. Hulst toonde zich, ietwat beschroomd, beroofd van zijn niche en merkte voorzichtig op 'dat schrijvers een zekere kennis moeten hebben van wat er al is om niet alle open deuren in te trappen'.

Hanna Bervoets had stilgestaan bij de ondergeschikte positie van science fiction, toekomstverhalen en speculatieve fictie in het Nederlandse boekenvak. "In Nederland heb je literatuur en je hebt genreboeken. Genreboeken worden niet besproken – dat heeft te maken met het onderscheid tussen hoge en lage literatuur. Science fiction zijn genreboeken = lagere literatuur."  

Mij was van de avond vooral het antwoord van Bakker bijgebleven op de vraag 'of hij iemand is geworden door een boek te schrijven'. "Misschien was het ooit mijn doel, maar ik heb inmiddels gemerkt dat het voor mij zo niet werkt", had hij geantwoord. Met daarna een grote relativering van de literatuur: "We hebben het er bij ons thuis wel eens over als er weer een boek van mij uitkomt: Er komt weer een boek! En dan verschijnen de volgende dag nog tien andere boeken."