Treed in het licht Nico Uppelschoten!
Biografie C.O. Jellema op komst

Poëzie: een ziekte die je met idioten deelt

Miru Choi leest Misverstand van Menno Wigman

Ter voorbereiding op de Poëzieweek 2022 keek ik vrijdag, na het kopen van een kaartje á 7,50 euro, via mijn tablet de Dichters­marathon van Perdu, het centrum voor poëzie en experiment in Amsterdam.

Klokslag 20.00 uur verscheen Peter Prins in beeld. Hij kondigde, eerst in het Nederlands en daarna in het Engels, een beeldschermvariant van een, in Amsterdam, vertrouwd evenement aan. Vervolgens verschenen gedurende twee uur twintig dichters in beeld die ieder drie gedichten mochten voordragen. Twee eigen werken, een cover.

(Twintig dichters? Ik zag er maar negentien. Bij Ranwa Alamsi bleef hier het beeld zwart, ook na driftig tikken op het scherm. Even later, toen de boel weer aan de praat kwam, zag ik Alfred Schaffer.)

Je hoort in deze tijd vaak dat er niets boven live gaat, zeker in podiumkunstkringen, maar in de poëzie is dat niet altijd het geval. Vaak is het fijner om zelf een gedicht te lezen, dan naar een voorlezende dichter te luisteren. Soms is het fijner naar een ingezonden videofilmpje te kijken, vooral als dat filmpje doordacht gemaakt is.

Logo_PW_2022-1Tijdens de marathon bleek dat een aantal maal het geval. Vooral de bijdragen van Sarah de Koning (die een lamp op de camera had gericht om zichzelf nog mysterieuzer maken), Jos van Hest (die uit zijn ogen keek alsof hij xtc had geslikt) en Claartje Chajes (wier reclamepraatje werd verstoord door klussende buren) oogden in filmisch opzicht intrigerend.

De marathon kende een internationaal deelnemersveld, wat de verstaanbaarheid en begrijpelijkheid niet altijd ten goede kwam. Lucia Dove (die bij kaarslicht in een krakende misschien wel door storm belaagde kamer voorlas) bezigde de Engelse taal, Shira Wolf (die een ode bracht aan de film noir) las voor in het Servisch, Milen Pavlovic in een taal die ik niet thuis kon brengen, Giovanna Vivian in het Italiaans en Yasser Al-Zayat in het, vermoed ik, Arabisch.

De finale was weer wel heel goed te volgen. Voor de geslaagde afsluiting door Marie Claus, zette Kamiel Choi zijn dochtertje Miru tussen de bladeren in een boom om Misverstand van Menno Wigman voor te lezen. Een gouden greep, ook omdat ze er een onweerstaanbaar rommeltje van maakte waardoor al het voorgaande prettig werd gerelativeerd:

Dit wordt een droef gedicht. Ik weet niet goed
Waarom ik dit geheim ophoest, maar sinds een maand
of drie geloof ik meer en meer dat poëzie
geen vorm van naastenliefde is. Eerder een ziekte
die je met een handvol hopeloze idioten deelt,

een uitgekookte klacht die anderen vooral verveelt
en 's nachts - een heelkunst is het niet.
De kamer blijft een kamer, het bed een bed.
Mijn leven is door poëzie verpest en ook
al wist ik vroeger beter, ik verbeeld me niets

wanneer ik met dit hoopje drukwerk vierenzestig
lezers kwel of, erger nog, twee bomen vel.