Mijn antwoorden op de VVD-vragen over Into Nature
19-1-22
Vandaag, woensdag, vindt op het provinciehuis in Assen een vergadering plaats van de Statencommissie financiën, cultuur, bestuur en economie. Ik kijk uit naar de behandeling van agendapunt 8, als de VVD in Drenthe aan het woord komt over het voornemen van Gedeputeerde Staten om een nieuwe editie van Into Nature te subsidiëren.
Volgens de partij wordt met de tweejaarlijkse kunstexpeditie een 'zeer beperkte groep' bereikt. 'Assen' stopt per jaar 125.000 euro in Into Nature. 'Den Haag' legt daar per jaar 90.000 euro bij. Volgens de organisatoren van Into Nature trok de laatste editie 'naar schatting' 9116 betalende bezoekers met daarnaast 16232 niet-betalende bezoekers.
Dit, en een evaluatie, heeft bij de VVD-fractie tot vier vragen geleid. Als onafhankelijke, maar betrokken burger en liefhebber van kunst en cultuur in Drenthe en daarbuiten zal ik ze hier proberen te beantwoorden.
Vraag 1: 'Is er met deze toch forse bedragen niet een andere invulling mogelijk en ook wenselijk, waarbij meer Drenten, jong en oud, actief cultuurminnend of (nog) niet, in aanraking komen met beeldende kunst? Wellicht minder gericht op de internationale kunstenaarsscène, maar toegankelijker voor ons ‘gewone mensen’, waardoor meer inwoners bereikt worden?'
Antwoord 1: Ja, dat is mogelijk. Je zou bijvoorbeeld 430.000 euro kunnen delen door de 492.167 inwoners van Drenthe. Dan krijgt iedere inwoner 87 cent. Als die burgers er dan zelf iets bijleggen (participatie) kan iedereen een postzegel kopen. Omdat de afbeeldingen op postzegels door een graficus worden ontworpen zou je dat beeldende kunst kunnen noemen.
Postzegels zijn zeer toegankelijk. Iedereen kan ze gebruiken om, bijvoorbeeld, een ansichtkaart te sturen naar, bijvoorbeeld, een kunstenaar in het buitenland. De uitdrukking 'ons gewone mensen' vind ik problematisch. Wellicht kan de VVD een 'gewoon mens' van straat plukken en ten voorbeeld stellen. Een exemplaar volstaat.
Vraag 2. 'Als je het hebt over talentontwikkeling: moet het dan gaan over de ‘topkunstenaars uit het noorden’? Of kunnen we ervoor kiezen iets te betekenen voor veel meer kunstenaars en bijvoorbeeld galeriehouders?'
Antwoord 2: Het moet niet, maar er valt veel voor te zeggen. Into Nature werkt met internationale topkunstenaars. Daardoor heeft de manifestatie een internationale uitstraling én een aantrekkingskracht op mensen die van buiten Nederland komen, zoals het nabijgelegen Duitsland, of het buitenland bezoeken. Dat laatste is ook onder Nederlanders gebruikelijk.
Als je die mensen – naast internationale topkunst – onder het mom van talentontwikkeling kunst uit het Noorden van amateurkunstenaars laat zien, kan de indruk ontstaan dat het niveau van de kunstenaars in het Noorden belabberd is. Voor de uitstraling van Drenthe moet dat worden voorkomen. Een van de economische doelen van Into Nature is immers de uitstraling van Drenthe verbeteren. Anders had het net zo goed 'Bie ons in 't veld' kunnen heten.
De vraag of er gekozen kan worden 'iets te betekenen voor veel meer kunstenaars en bijvoorbeeld galeriehouders' is verwarrend. Als je dan toch meer mensen wilt bereiken: buiten Drenthe zijn veel meer kunstenaars actief dan binnen Drenthe. Het aantal galeriehouders in Drenthe is te verwaarlozen. Het aantal Drentse galeriehouders dat monumentale sculpturen en installaties verkoopt is minder dan drie.
Vraag 3. 'Als de conclusie is dat er weinig belangstelling was voor bijvoorbeeld het randprogramma, moet je dan wel besluiten er meer op te gaan inzetten? Je zou dan toch juist ook kunnen besluiten om het te stoppen?'
Antwoord 3. Goede vraag. Een goed mogelijk antwoord ook. Er kleeft echter een gevaar aan. Zo kan het schrappen van het randprogramma ten koste gaan van het ook door de VVD bejubelde adagium 'Jeugd, Jannes en Spreiding'. Jannes drie maanden lang tijdens het hoofdprogramma tussen zonsop- en –ondergang naast motorblok laten optreden, is gelet op zijn tarief een kostbare oplossing - een tentje tegen wind en regen niet meegerekend.
Vraag 4. 'Zouden we niet, alles overwegende, willen laten onderzoeken hoe met een bedrag van deze omvang met een andere aanpak veel meer Drenten in aanraking kunnen komen met beeldende kunst?'
Antwoord 4. Interessant voorstel. Wat ook kan, is in ergens in de provincie een dependance van het Drents Museum openen. Bijvoorbeeld in het Rensenpark in Emmen, hoewel de plaatselijke VVD dat park liever volbouwt met zaken waarmee geen subsidie is gemoeid. Er zou dan wel hedendaagse kunst en installaties moeten worden aangekocht, want op dat gebied kent de collectie van het Drents Museum enige leemte. Postzegels inlijsten kan uiteraard ook.
Tot slot. Ik las dat GS het afgelopen jaar 1 miljoen euro heeft besteed aan het verbeteren van verschillende fietspaden. En dat in 2022 3 miljoen beschikbaar is om de kwaliteit van recreatieve fietspaden projectmatig te verbeteren. Dat maakt samen 4 miljoen euro. Voor een half miljoentje minder kan Into Nature verder worden verbeterd en valt er vanaf die fietspaden ook nog iets anders te zien dan bos en heide.
En dan nog dit: uit het feit het aantal kijkers voor digitale vergaderingen van Provinciale Staten laag is, moet niet de conclusie worden getrokken dat deze vergaderingen maar beter kunnen worden afgeschaft.