Previous month:
december 2021
Next month:
februari 2022

Het verhaal van Nederland begint in Drenthe

Drents wagenwiel. Collectie Drents Museum
Vanaf 2 februari is via NPO1 Het verhaal van Nederland te zien, een 10-delige televisieserie over 'de hoogte- en dieptepunten van onze geschiedenis'. Makers zijn Tuvalu Media, Pupkin Film en de NTR. In de eerste aflevering voert acteur en verteller Daan Schuurmans de kijker mee naar de tijd van jagers en boeren, een periode van 300.000 voor en 50 jaar na Christus.

Uit het persbericht: "Na de ijstijd krijgt Nederland langzaam zijn huidige vorm. Door klimaatveranderingen moeten de eerste bewoners zich aan hun nieuwe leefomstandigheden aanpassen. We volgen Ava, een jonge jagersvrouw. Haar leven zal radicaal veranderen wanneer ze in aanraking komt met de eerste boerenkolonisten.

In een veentje bij Ubbena werd een grote eikenhouten schijf gevonden, het oudste wiel is 5000 jaar lang bewaard gebleven in het Drentse veen. Ook vertelt Daan ons over het grootste monument van Nederland waar eeuwenlang aan is gewerkt: grafheuvels. De Veluwe telt zeker 1500 van deze grafheuvels. Wat zijn het? Waarom zijn ze zo belangrijk? En wat vertellen ze ons over onze voorouders?"

De NPO presenteert Het Verhaal van Nederland als 'een transmediaal project' met naast de televisieserie ook een kinderserie voor Zapp.nl, een podcast met Diederik van Vleuten en een serie podwalks, tien interactieve wandelverhalen op verschillende historische locaties in Nederland.

Nogmaals het persbericht: "De podwalk over de Hondsrug voert je vanaf het dorpje Anloo door het prachtige Drentse landschap. Onderweg kun je je verbazen over en genieten van prehistorische grafheuvels, hunebedden en een adembenemende natuur." De audiotours zijn te beluisteren via de podwalk app Het verhaal van Nederland.

De televisieserie is komende week iedere woensdagavond te zien om 20.35. Zie ook hetverhaalvannederland.nl.


Dat (voor Peter Veen)

Bargerveen

Dat je een persbericht krijgt van kunstenaar en schrijver Peter Veen over een luisterwandeling in het Bargerveen.
Dat je denkt: alweer kunst in het Bargerveen? We hebben net Into Nature achter de rug.
Dat je denkt: alweer aandacht creëren voor Peter Veen na de bespreking van zijn tentoonstelling in het CBK Emmen, een signalement van zijn verhalenbundel Grensgebied en de vermelding van zijn bijdrage aan de groepsexpositie in de DSG-galerie in Assen?
Dat je toch wel nieuwsgierig bent en een beetje beweging in de buitenlucht misschien geen kwaad kan.

Dat het downloaden van alweer een app begint te vervelen. Ook als die app echoes.xyz heet en gratis is.
Dat het in het Bargerveen verrassend druk kan zijn.
Dat iedereen je aankijkt met een blik van 'ben je er een van hier?'
Dat het even kan duren alvorens je wilt laten leiden door een bewegende stip op een telefoonscherm.
Dat je een belletje hoort waarna een stem een verhaal vertelt op een plek waar dat verhaal is bedacht.

Dat de term minipodcast even begrijpelijk als overdreven is.
Dat je een foto maakt van mensen die een foto maken nadat je geluisterd hebt naar een verhaal waarin iemand een foto maakt van mensen die een foto maken.
Dat jouw vrouw een foto van jou wil maken, maar dat niet zo goed kan als de vrouw van Peter Veen, die museale foto's maakt.
Dat het Zuidoost-Drentse landschap doet denken aan een elegie.
Dat het tijdens het wandelen lastig is een audiowandeling te combineren met een goed gesprek.
Dat de twijfel toeslaat over de route nadat andere wandelaars hebben gewaarschuwd voor drassige paden: 'Wij zijn niet verder gegaan.'

Dat het verrassend is in een moeras een bekende tegen te komen.
Dat het lang niet altijd traditionele verhalen zijn die Peter Veen schrijft en vertelt.
Dat soms een diepere laag ontbreekt, net als in het leven.
Dat Peter Veen soms razend rake observaties weet te verwoorden.
Dat zijn slotverhaal Dat eigenlijk een gedicht is.
Dat je denkt: emotie + imitatie x experiment = somtijds kunst.
En blij bent dat je eropuit bent gegaan.


Biografie C.O. Jellema op komst

C.O. Jellema
Een opbeurend nieuwtje passend bij de Poëzieweek. Afkomstig uit de nieuwsbrief van het Biografisch Instituut: Gerben Wynia heeft Aan rozen denk ik in de winter voltooid, zijn biografie van C.O. Jellema (1936 – 2003).

Op 10 maart verdedigt Wynia zijn proefschrift in het Academiegebouw in Groningen. Begeleiders van zijn onderzoek waren Gillis Dorleijn en Hans Renders. Wanneer de publieksuitgave van de biografie verschijnt is nog niet duidelijk.

De in Groningen geboren Jellema was dichter van bundels als Droomtijd (1999) en Stemtest (2003) en doceerde Duitse literatuur aan de Rijksuniversiteit Groningen. Zijn werk is vertaald in het Engels, Duits en Frans, en bekroond met een paar prijzen.


Poëzie: een ziekte die je met idioten deelt

Miru Choi leest Misverstand van Menno Wigman

Ter voorbereiding op de Poëzieweek 2022 keek ik vrijdag, na het kopen van een kaartje á 7,50 euro, via mijn tablet de Dichters­marathon van Perdu, het centrum voor poëzie en experiment in Amsterdam.

Klokslag 20.00 uur verscheen Peter Prins in beeld. Hij kondigde, eerst in het Nederlands en daarna in het Engels, een beeldschermvariant van een, in Amsterdam, vertrouwd evenement aan. Vervolgens verschenen gedurende twee uur twintig dichters in beeld die ieder drie gedichten mochten voordragen. Twee eigen werken, een cover.

(Twintig dichters? Ik zag er maar negentien. Bij Ranwa Alamsi bleef hier het beeld zwart, ook na driftig tikken op het scherm. Even later, toen de boel weer aan de praat kwam, zag ik Alfred Schaffer.)

Je hoort in deze tijd vaak dat er niets boven live gaat, zeker in podiumkunstkringen, maar in de poëzie is dat niet altijd het geval. Vaak is het fijner om zelf een gedicht te lezen, dan naar een voorlezende dichter te luisteren. Soms is het fijner naar een ingezonden videofilmpje te kijken, vooral als dat filmpje doordacht gemaakt is.

Logo_PW_2022-1Tijdens de marathon bleek dat een aantal maal het geval. Vooral de bijdragen van Sarah de Koning (die een lamp op de camera had gericht om zichzelf nog mysterieuzer maken), Jos van Hest (die uit zijn ogen keek alsof hij xtc had geslikt) en Claartje Chajes (wier reclamepraatje werd verstoord door klussende buren) oogden in filmisch opzicht intrigerend.

De marathon kende een internationaal deelnemersveld, wat de verstaanbaarheid en begrijpelijkheid niet altijd ten goede kwam. Lucia Dove (die bij kaarslicht in een krakende misschien wel door storm belaagde kamer voorlas) bezigde de Engelse taal, Shira Wolf (die een ode bracht aan de film noir) las voor in het Servisch, Milen Pavlovic in een taal die ik niet thuis kon brengen, Giovanna Vivian in het Italiaans en Yasser Al-Zayat in het, vermoed ik, Arabisch.

De finale was weer wel heel goed te volgen. Voor de geslaagde afsluiting door Marie Claus, zette Kamiel Choi zijn dochtertje Miru tussen de bladeren in een boom om Misverstand van Menno Wigman voor te lezen. Een gouden greep, ook omdat ze er een onweerstaanbaar rommeltje van maakte waardoor al het voorgaande prettig werd gerelativeerd:

Dit wordt een droef gedicht. Ik weet niet goed
Waarom ik dit geheim ophoest, maar sinds een maand
of drie geloof ik meer en meer dat poëzie
geen vorm van naastenliefde is. Eerder een ziekte
die je met een handvol hopeloze idioten deelt,

een uitgekookte klacht die anderen vooral verveelt
en 's nachts - een heelkunst is het niet.
De kamer blijft een kamer, het bed een bed.
Mijn leven is door poëzie verpest en ook
al wist ik vroeger beter, ik verbeeld me niets

wanneer ik met dit hoopje drukwerk vierenzestig
lezers kwel of, erger nog, twee bomen vel.


Treed in het licht Nico Uppelschoten!

Nico Uppelschoten
De vergadering van de Statencommissie financiën, cultuur, bestuur en economie in Drenthe, woensdag, bleek zeer interessant. De bijdrage van Statenlid Nico Uppelschoten over de subsidiëring van Into Nature had zelfs een ontroerend effect, op mij althans.

Het begon ermee dat Uppelschoten het ontbreken van een onafhankelijke evaluatie van Into Nature hekelde. "De organisatie evalueert zichzelf en komt tot de conclusie dat het fantastisch is", hoorde ik hem zeggen. "De aanbevelingen die ze doen, zijn alleen maar programmatisch en procesverbeteringen, maar geen enkele opmerking over de kwaliteit van het getoonde."

Ik ging er even goed voor zitten. Hier leek een politicus aan het woord die zijn waardeoordeel over kunst ging uitspreken. Verfrissend! Doorgaans wordt zoiets als not done beschouwd, altijd met een verwijzing naar een uitspraak van Johan Rudolph Thorbecke in 1862: 'De regering is geen oordelaar van wetenschap en kunst.' Maar waarom is het not done?

Terwijl ik mijn gedachten probeerde te ordenen, sprak Uppelschoten voort. "Al een aantal jaren willen wij over de inhoud van Into Nature praten, want kwaliteit is ook een verantwoordelijkheid van de politiek. Wij horen ook iets te vinden van wat plaatsvindt. En dan willen wij zeggen: wij vinden het niks."

Uppelschoten sprak op de toon of instructie van, hoe zal ik het zeggen, de leider van de PVV in de Tweede Kamer. "Dit project is als de Nieuwe kleren van de keizer. We moeten het allemaal fantastisch vinden. En het is niks. De natuur zelf is al mooi genoeg. De dingen die er neergezet worden en voor kunst doorgaan, zijn een belediging voor het gebied. Het heeft volgens ons niets met kunst te maken. Veel gepruts. Bezigheidstherapie. Veel grote woorden en gekoketteer."

Op dit punt aangekomen werd hij onderbroken door de voorzitter van de vergadering, Siemen Vegter. Interrupties door de Statenleden Renate Zuiker en Anry Kleine-Deters volgden. Ze lieten weten dat Uppelschoten wat hen betreft met zijn 'minachting voor de sector een grens was overgegaan'. Het woord 'gepruts' moest worden teruggenomen. Dat weigerde Uppelschoten.

"Ik heb niks gezegd over de sector, ik heb het over het project Into Nature. Sterker, wij zouden willen voorstellen het geld voor de sector beschikbaar te houden, voor de cultuurzzp'ers", vervolgde hij. "Ik heb de tentoonstelling uitvoerig bekeken. Het heeft voor mij geen enkele associatie met kunst. Ik zie wel dat heel veel mensen heel veel tijd en heel liefdevol heel bijzondere dingetjes gemaakt hebben, maar het heeft niks met kunst te maken."

Voorzitter Vegter, die een herhaling van zette vreesde, rondde af met een blik op de klok en een verwijzing naar een dichtregel: "Dit was uw aller-individueelste expressie van uw aller-individueelste emotie."

Hehe Into Nature 2021

Ineens meende ik een antwoord te hebben gevonden op de vraag waarom de regering geen oordelaar van wetenschap en kunst behoort te zijn. Het zou zomaar kunnen dat sommige politici niet weten wat kunst is of kan zijn.

Ik liet de betekenis van het betoog van Uppelschoten op mij inwerken. Terwijl allerlei bezoekers aan Into Nature – 9000 betalend, 16000 niet-betalend – van mening zijn dat zij afgelopen zomer hedendaagse beeldende kunst in het Bargerveen hebben gezien, hebben zij volgens Uppelschoten in werkelijkheid naar een naakte keizer en beledigingen van de natuur gekeken. Zij keken, in zijn woorden, naar 'niks'.

Ik schrok ervan. Ook omdat ik zelf, afgelopen zomer, meerdere malen naar Into Nature ben geweest. Een aantal keer als cultuurjournalist, een aantal keer als liefhebber van kunst in de openbare ruimte. Ik heb er gefietst, gewandeld, gekeken, nagedacht, gediscussieerd. Ik heb mij verwonderd, verbaasd, geërgerd, gestoord. Ik heb 'iets' ervaren. Maar als ik Statenlid Uppelschoten moet geloven was het om 'niks'.

Terwijl de vergadering voortging, dacht ik verder na. Uppelschoten is niet tegen de cultuursector, analyseerde ik. Hij is niet tegen mensen die met kunst geld proberen te verdienen. Hij is, afgaand op zijn woorden, tegen een bepaalde vorm van kunst. Tegen kunst in de natuur.

Waarom het een wel en het ander niet, vroeg ik mij af. Waarom een schilderij waarop Drenthe is afgebeeld als een idylle wel waarderen en een installatie waarbij een treintje onzichtbaar door het Drentse landschap glijdt afwijzen?

Zou het kunnen dat Uppelschoten niet heeft meegekregen dat de kunst zich ontwikkelt? Dat kunstenaars na eeuwenlang hunebedden bouwen in de natuur  besloten dat landschap te gaan schilderen. En dat ze na eeuwenlang schilderen daarna op het idee kwamen iets anders te maken, dit keer niet met verf en een kwast, maar met hout en een hamer?

Zou het kunnen dat Uppelschoten een bepaalde ontwikkeling in de kunst heeft gemist? Gelet op de staat van het cultuuronderwijs in Nederland en het wegbezuinigingen van kunstencentra mogen we niet uitsluiten dat zijn kennis ergens is blijven steken. Wat toch vervelend en pijnlijk is als je later als politicus in Drenthe over dat onderwerp wilt oordelen.

Er schoot mij een beeld te binnen van een man die achter gesloten gordijnen leeft. Op een dag schrikt die man in de vroege ochtend wakker van een geluid. Hij stapt zijn bed uit, draait de lichtknop om, trekt zijn broek aan en steekt zijn hoofd buiten de deur. Daar ziet hij in de schemer de zon opkomen. Hij schrikt van de felheid en toenemende warmte. Wat een geschitter en hitte, zegt de man knipperend met de ogen. En het wordt steeds erger. Hoe kan dat? Ik ken het niet, mompelt hij. Ik begrijp het niet. Dus is het niks.

Afwijzen wat je niet kent, het is een merkwaardige reflex. Stel dat kinderen zo reageren als ze op school arriveren. Lezen? Rekenen? Sorry, dat ken ik niet. Dat is niks. Meester en juffen? Andere jongens en meisjes? Sorry, die ken ik niet. Dat is niks. Mensen met een hoofddoekje? Een ander geloof? Een andere geaardheid? Dat is niks.

De behandeling van het agendapunt naderde het einde. Nelleke Vedelaar, de gedeputeerde kreeg het woord. Statenlid Willemien Meeuwissen mocht nog iets zeggen. Voorzitter Vegter sloot af.

Ik kreeg medelijden met Nico Uppelschoten. Niemand had hem verteld dat je niet bang hoeft te zijn voor kunst in de natuur en de wereld buiten de grot. Niemand was op het idee hem uit te nodigen voor bijscholing. Niemand vertelde hem over het bestaan van Willem Kloos.

Heel jammer. Treurig ook.


Mijn antwoorden op de VVD-vragen over Into Nature

Into Nature Scheepsmotorblok (2021) Roger Hiorns
Vandaag, woensdag, vindt op het provinciehuis in Assen een vergadering plaats van de Statencommissie financiën, cultuur, bestuur en economie. Ik kijk uit naar de behandeling van agendapunt 8, als de VVD in Drenthe aan het woord komt over het voornemen van Gedeputeerde Staten om een nieuwe editie van Into Nature te subsidiëren.

Volgens de partij wordt met de tweejaarlijkse kunstexpeditie een 'zeer beperkte groep' bereikt. 'Assen' stopt per jaar 125.000 euro in Into Nature. 'Den Haag' legt daar per jaar 90.000 euro bij. Volgens de organisatoren van Into Nature trok de laatste editie 'naar schatting' 9116 betalende bezoekers met daarnaast 16232 niet-betalende bezoekers.

Dit, en een evaluatie, heeft bij de VVD-fractie tot vier vragen geleid. Als onafhankelijke, maar betrokken burger en liefhebber van kunst en cultuur in Drenthe en daarbuiten zal ik ze hier proberen te beantwoorden.

Vraag 1: 'Is er met deze toch forse bedragen niet een andere invulling mogelijk en ook wenselijk, waarbij meer Drenten, jong en oud, actief cultuurminnend of (nog) niet, in aanraking komen met beeldende kunst? Wellicht minder gericht op de internationale kunstenaarsscène, maar toegankelijker voor ons ‘gewone mensen’, waardoor meer inwoners bereikt worden?'

Antwoord 1: Ja, dat is mogelijk. Je zou bijvoorbeeld 430.000 euro kunnen delen door de 492.167 inwoners van Drenthe. Dan krijgt iedere inwoner 87 cent. Als die burgers er dan zelf iets bijleggen (participatie) kan iedereen een postzegel kopen. Omdat de afbeeldingen op postzegels door een graficus worden ontworpen zou je dat beeldende kunst kunnen noemen.

Postzegels zijn zeer toegankelijk. Iedereen kan ze gebruiken om, bijvoorbeeld, een ansichtkaart te sturen naar, bijvoorbeeld, een kunstenaar in het buitenland. De uitdrukking 'ons gewone mensen' vind ik problematisch. Wellicht kan de VVD een 'gewoon mens' van straat plukken en ten voorbeeld stellen. Een exemplaar volstaat.

Vraag 2. 'Als je het hebt over talentontwikkeling: moet het dan gaan over de ‘topkunstenaars uit het noorden’? Of kunnen we ervoor kiezen iets te betekenen voor veel meer kunstenaars en bijvoorbeeld galeriehouders?'

Antwoord 2: Het moet niet, maar er valt veel voor te zeggen. Into Nature werkt met internationale topkunstenaars. Daardoor heeft de manifestatie een internationale uitstraling én een aantrekkingskracht op mensen die van buiten Nederland komen, zoals het nabijgelegen Duitsland, of het buitenland bezoeken. Dat laatste is ook onder Nederlanders gebruikelijk.

Als je die mensen – naast internationale topkunst – onder het mom van talentontwikkeling kunst uit het Noorden van amateurkunstenaars laat zien, kan de indruk ontstaan dat het niveau van de kunstenaars in het Noorden belabberd is. Voor de uitstraling van Drenthe moet dat worden voorkomen. Een van de economische doelen van Into Nature is immers de uitstraling van Drenthe verbeteren. Anders had het net zo goed 'Bie ons in 't veld' kunnen heten.

De vraag of er gekozen kan worden 'iets te betekenen voor veel meer kunstenaars en bijvoorbeeld galeriehouders' is verwarrend. Als je dan toch meer mensen wilt bereiken: buiten Drenthe zijn veel meer kunstenaars actief dan binnen Drenthe. Het aantal galeriehouders in Drenthe is te verwaarlozen. Het aantal Drentse galeriehouders dat monumentale sculpturen en installaties verkoopt is minder dan drie.

Vraag 3. 'Als de conclusie is dat er weinig belangstelling was voor bijvoorbeeld het randprogramma, moet je dan wel besluiten er meer op te gaan inzetten? Je zou dan toch juist ook kunnen besluiten om het te stoppen?'

Antwoord 3. Goede vraag. Een goed mogelijk antwoord ook. Er kleeft echter een gevaar aan. Zo kan het schrappen van het randprogramma ten koste gaan van het ook door de VVD bejubelde adagium 'Jeugd, Jannes en Spreiding'. Jannes drie maanden lang tijdens het hoofdprogramma tussen zonsop- en –ondergang naast motorblok laten optreden, is gelet op zijn tarief een kostbare oplossing - een tentje tegen wind en regen niet meegerekend.

Vraag 4. 'Zouden we niet, alles overwegende, willen laten onderzoeken hoe met een bedrag van deze omvang met een andere aanpak veel meer Drenten in aanraking kunnen komen met beeldende kunst?'

Antwoord 4. Interessant voorstel. Wat ook kan, is in ergens in de provincie een dependance van het Drents Museum openen. Bijvoorbeeld in het Rensenpark in Emmen, hoewel de plaatselijke VVD dat park liever volbouwt met zaken waarmee geen subsidie is gemoeid. Er zou dan wel hedendaagse kunst en installaties moeten worden aangekocht, want op dat gebied kent de collectie van het Drents Museum enige leemte. Postzegels inlijsten kan uiteraard ook.

Tot slot. Ik las dat GS het afgelopen jaar 1 miljoen euro heeft besteed aan het verbeteren van verschillende fietspaden. En dat in 2022 3 miljoen beschikbaar is om de kwaliteit van recreatieve fietspaden projectmatig te verbeteren. Dat maakt samen 4 miljoen euro. Voor een half miljoentje minder kan Into Nature verder worden verbeterd en valt er vanaf die fietspaden ook nog iets anders te zien dan bos en heide.

En dan nog dit: uit het feit het aantal kijkers voor digitale vergaderingen van Provinciale Staten laag is, moet niet de conclusie worden getrokken dat deze vergaderingen maar beter kunnen worden afgeschaft. 


Geen Lezend meisje, wel een Drents Gloepertie

Fladderoar Jan Bosman
Kunst kan vragen oproepen. Zoals, om te beginnen: wat is kunst? En vervolgens: wat is mooi? Daarna: wat maakt kunst de moeite waard? Is lelijk erg? Wanneer wordt kunst slecht? Wie heeft dit bedacht? Waarom staat dit hier? Is er een loket voor klachten?

Vragen oproepen heet iets goeds, ook in een wereld waar niemand naar antwoorden luistert.

In het centrum van Emmen zijn twee beelden neergezet die, althans bij mij, een reeks vragen oproept.

Het ene beeld staat aan de Hoofdstraat vlak bij de Grote Kerk. Het heet Fladderoar, is gemaakt door Jan Bosman en voorzien van een  bord met tekst die oproept een selfie te maken en de belofte dat zo'n selfie wordt beloond wordt met een kunstwerk van Bosman. Het andere beeld staat aan de Noorderstraat en heeft als titel Drents Gloepertie. Ook dit beeld is gemaakt door Jan Bosman.

Drents Gloepertie Jan Bosman
Emmen heeft een naam op te houden als plek met sculpturen in de openbare ruimte. Ze worden geplaatst op voorspraak van een commissie met deskundigen en vallen onder het beheer van het Centrum Beeldende Kunst.

Recentelijk is het 'het oude centrum' van Emmen opgeknapt. Om de werkzaamheden mogelijk te maken is een beeld uit de Noorderstraat verwijderd: Lezend meisje van Bert Kiewiet*. Op de plek van deze sculptuur, niet ver van Drents Gloepertie, staat nu een jong boompje.

Als er geen plaats meer is voor Lezend meisje, waarom dan wel voor Drents Gloepertie en Fladderoar?

Lezend meisje Bert Kiewiet. Foto Mirjam Schiethart
Soms win je iets, soms verlies je iets.

(De foto van Lezend meisje is gemaakt door Mirjam Schiethart en afkomstig van www.photobiblio.nl, een website met foto's die met lezen en boeken te maken hebben.)


Over de nachwuchs van W.F. Hermans

De bibliotheken zijn open, als essentiële voorziening, maar activiteiten mogen er niet plaats vinden. Toch streek 'het team' van De Literaire Hemel vrijdagavond neer in de bibliotheek van Rolde om opnamen te maken van drie schrijversinterviews: met Rinske Hillen over Mannenmaal, met Marie José ten Cate over Kavelkind en met Wilbert Smulders over W.F. Hermans.

Wilbert Smulders & Annette Timmer
Tijdens het gesprek dat Annette Timmer met laatstgenoemde had, kwam onder meer een opinieartikel in NRC/Handelsblad ter sprake waarin van Hans Maarten van den Brink zich afvraagt waar de polemiek is: 'Kwesties genoeg maar nota bene in het jubeljaar van W.F. Hermans is het literaire debat op sterven na dood.'

Timmer wilde van Smulders weten of Hermans navolgers heeft. Smulders zag ze niet: "Hij heeft als polemist wel navolgers gehad: Karel van het Reve, Rudy Kousbroek, Jeroen Brouwers, Gerrit Komrij. Maar in de jaren negentig is dat afgelopen. De generatie die nu aan zet is, de millennials, Nina Polak, Niña Weijers, Hanna Bervoets…"

Timmer probeerde nog Tommy Wieringa en Arnon Grunberg. "Grunberg is opgeschoven", reageerde Smulders. "Dat is iemand die het contact en engagement zoekt. Dat is heel iets anders dan dan je zoals Hermans uit sceptische overwegingen werkelijk overal buiten plaatst."

"Hugo Brandt Corstius en Theo van Gogh zijn Hermans vlijtigste leerlingen genoemd, maar helaas zonder rechtvaardiging in de vorm van briljante romans en verhalen", citeerde Timmer iemand waarvan ik nu even de naam niet weet.

"Er is evenveel gif in de samenleving als toen, maar nu vormen de sociale media de uitlaatklep", analyseerde Smulders. "Het is heel treurig om te zeggen dat Geen Stijl en al die alt-right-bende op sociale media de nachwuchs zijn van iemand als Hermans. Dat is ook niet zo. Al die mensen die door Hermans werden afgemaakt, gingen niet naar de rechter. Als kunstenaars onderling moest je dat tegen elkaar kunnen zeggen. Als je naar de rechter ging, zou je je buiten de republiek der letteren plaatsen. Nu loopt iedereen die zich beledigd voelt naar de rechter."

De rest van het gesprek, ook die met Hillen en Ten Cate, kan worden bekeken via www.literairehemel.nl, deze, deze en deze link.


Friese Nieuwjaarsfilmpjes gerecenseerd

Nieuwjaarfilmpjes
Als gevolg van de coronabeperkingen waren de nieuwjaarsbijeenkomsten van gemeenten ook dit jaar anders dan gewenst. Om toch nog iets te doen, en burgers een hart onder de de riem te steken, hebben veel gemeentebesturen filmpjes gemaakt. De Leeuwarder Courant heeft deze filmpjes gerecenseerd. Met sterren.

Ik begrijp, op bovenstaande afbeelding zijn die recensies lastig te lezen. En in Drenthe en Groningen, is de Leeuwarder Courant niet los te koop - in Friesland zelf vanwege de lockdown ook nauwelijks. Neem daarom een (proef)abonnement op de digitale versie van de krant via lc.nl. En recenseer in de tussentijd het onderstaande 'Nieuwjaarsfilmpje' van de gemeente Emmen waarin de burgemeester onder meer een gedicht van Ingmar Heytze voorleest:

 


Drentse centra voor cultuureducatie reorganiseren

Wytze de Vries en Marieke Vegt Foto K&C

De afgelopen weken las ik drie los van elkaar verstuurde (pers)berichten die, blijkens de gedeeltelijke overlap, met elkaar te maken hebben. Alle drie duiden op een reorganisatie bij instellingen die zich in Drenthe bezighouden met cultuureducatie.

Bericht 1, gedateerd 23 december 2021, afkomstig uit de Hoogeveensche Courant:

"Scala, Centrum voor de Kunsten, gaat zich opsplitsen in twee organisaties. De reden hiervoor is de veranderende subsidierelatie. De vijf gemeenten, waarvoor Scala actief is, willen het subsidiegeld verder gaan inzetten voor het binnenschoolse aanbod en de verbinding tussen cultuur en het sociale domein.

Het subsidiedeel van Scala gaat verder onder de naam CultuurKLIK en gaat vallen onder Stichting Cultuurzaam. Dit is een samenwerking met Stichting Kunst & Cultuur (K&C) en ICO, partner in Kunst & Cultuur. Het vrijetijdsonderwijs blijft actief onder de naam Scala en gaat onafhankelijk van de subsidie verder met het geven van lessen, cursussen en workshops over kunst en cultuur aan kinderen, jongeren en volwassenen.

De leiding van Scala, Centrum voor de Kunsten, komt in handen van zakelijk leider Constance Leppen."

Nicole Stiekema en Rineke Marwitz Foto Bibliotheke Emmen (1)

Bericht 2, gedateerd 6 januari 2022, verstuurd als persbericht

'Bibliotheek Emmen en De Kunstbeweging gaan samen verder in een nieuwe organisatie. De fusie van beide stichtingen is deze week definitief gemaakt. Na zorgvuldig onderzoek besloten beide organisaties in 2020 te gaan fuseren. Per januari 2022 zijn de krachten gebundeld in één stichting.

De afgelopen jaren werkten de Bibliotheek Emmen en De Kunstbeweging steeds meer samen. Dat beide organisaties elkaar goed aanvullen werd daardoor steeds meer duidelijk. De nieuwe organisatie wil een belangrijke functie vervullen voor alle inwoners van de gemeente Emmen door samen nog relevanter te zijn.

Nicole Stiekema neemt de rol als directeur-bestuurder van de nieuwe organisatie op zich. Rineke Marwitz is aangesteld als plaatsvervangend directeur en teammanager Samenleving.'

Bericht 3, gedateerd 10 januari, verspreid als persbericht:

ICO, Stichting Kunst & Cultuur en CultuurKLIK (voorheen onderdeel van Scala Centrum voor de Kunsten) bundelen door middel van een bestuurlijke fusie hun krachten om het cultuuronderwijs in Drenthe verder te verbeteren. Ook gaan de organisaties zich gezamenlijk inzetten voor talentontwikkeling in de provincie en de koppeling van cultuur aan het sociaal domein.

De samenwerking is per 1 januari 2022 ingegaan onder de naam Cultuurzaam. De drie partijen verstevigen hiermee hun positie als betrouwbare partner in de cultuursector van Drenthe, Groningen en de kop van Overijssel.

Wytze de Vries en Marieke Vegt zijn de nieuwe bestuurders van stichting Cultuurzaam: “Door deze bestuurfusie kunnen we samen meer impact maken en meer mensen raken met kunst en cultuur. Onder de vlag van Cultuurzaam kunnen we het onderwijs beter begeleiden om te werken aan kwaliteit met het doel een vaste plek voor cultuuronderwijs in het curriculum van de scholen.”

Wytze de Vries en Marieke Vegt zijn de nieuwe bestuurders van stichting Cultuurzaam.'

Na lezing is het, voor volwassenen, nog steeds onmogelijk om in Drenthe, zeg, een cursus gedichten schrijven te volgen.