Previous month:
oktober 2021
Next month:
december 2021

Graffiti in Groningen en daarbuiten

Kladmuur  Pioniersjaren van graffiti in Groningen 1978 1992
De werkzaamheden van Writer's Block in Emmen, Museum Straat in Amsterdam, de tentoonstelling JR: Chronicles in Groningen, imposante muurschilderingen in Assen en Stadskanaal. Er is veel te doen over straatkunst de laatste tijd.

Voor Dagblad van het Noorden bezocht ik de tentoonstelling Graffiti in Groningen, ook in het Groninger Museum. Hugo Engwerda en Aileen Middel hebben in de ovale zaal een overzicht samengesteld met graffitikunst die in jaren zeventig, tachtig en negentig in Groningen de kop op stak.

Daar is ook een boekje bij gemaakt, een gestencild fanzine getiteld Kladmuur: Pioniersjaren van graffiti in Groningen 1978-1992. Het museum heeft vervolgens een aantal graffitiwerken uit depot gehaald die nog onder directeur Frans Haks zijn aangekocht. Samen met museum Boijmans van Beuningen was het Groninger Museum het eerste museum in Nederland dat graffiti als kunstvorm erkende.

Graffiti in Groningen is tot en met 6 februari te zien in het Groninger Museum. De publicatie Kladmuur: Pioniersjaren van graffiti in Groningen 1978-1992 is verkrijgbaar in de museumwinkel. Het Groninger Museum, SPOT en Noordstaat hebben een multimediale wandel- en fietstocht langs street art en graffiti in de stad Groningen uitgezet. De tour is te downloaden via https://gm.tour.tapart.me/app/tours.


Weer staat Emmen onderaan

Bestrijding Japanse duizendknoop

In de Volkskrant van afgelopen zaterdag aandacht voor de bestrijding van de Japanse duizendknoop, een plant die nogal wat schade aanricht aan gebouwen,  wegen en riolen en om die reden bestreden moet worden.

Werd de duizendknoop in 2006 slechts in enkele tientallen gemeenten gezien, inmiddels duikt de plant bijna overal in Nederland op, meldt de krant. Het tempo waarin dat gebeurt liegt er niet om: met soms tien centimeter per dag wordt de bebouwing ondermijnd.

Om een beeld te krijgen van de gevolgen vroeg de krant bij de vijftig grootste gemeenten na of en zo ja welke kosten ze maken om de plant te bestrijden. "De grote gemeenten geven samen ruim 5 miljoen euro uit om de Japanse duizendknoop aan te pakken. In 43 van de 50 gemeenten zet de lokale overheid al geld opzij voor het verwijderen van wortels en plantenresten."

Amsterdam blijkt door afbrokkelende kades zwaar getroffen. Jaarlijks wordt om die reden in de hoofdstad ruim 2 miljoen euro in de bestrijding van de woekerplant gestoken. Uit de inventarisatie blijkt dat de uitgaven in Rotterdam en Den Haag aanzienlijk lager zijn, maar wel goed voor de tweede en derde plek.

"Als je het inwonertal in aanmerking neemt, geven ook Helmond, Ede en Deventer veel uit. Gezien het geringe grondoppervlak zijn ook de kosten in de gemeente Haarlem redelijk hoog. Alle bedragen zijn nog een onderschatting van het probleem, omdat gemeentelijke diensten ook los van het extra geld aan bestrijding doen."

Met 42.000 euro jaarlijkse bestrijdingskosten staat Emmen weer eens onderaan in een lijst.

Dat hoeft dit keer geen slecht nieuws te zijn. Emmen mag dan in oppervlakte – 337,48 km² – een van de grootste gemeenten van Nederland zijn en daarmee een potentiële groeimarkt voor de duizendknoop, misschien mijdt de plant Zuidoost-Drenthe vanwege de negatieve berichtgeving. Je weet het niet, je kan het niet zeggen.

Wat ook kan is dat de enige natuurlijke vijand van de duizendknoop, de Japanse vlo, zich wel thuis voelt in Emmen. Net als de eikenprocessierups.


Via de metro naar het Groninger Museum

JR's eerste camera (2000) Foto DvhN
Daar ligt hij. Een Samsung Zoom Auto Macro. Of meer precies: een ECX1 Panorama Camera met een lens die tussen de 38 en 140 millimeter scherp kan stellen. Op Marktplaats te koop voor 50 euro.

JR betaalde er niets voor. Hij vond zijn Samsung als 17-jarige graffititagger op metrostation Charles de Gaulle in Parijs en bracht hem níet naar de afdeling gevonden voorwerpen. In plaats daarvan besloot hij zijn vrienden te fotograferen terwijl ze tags aan zetten waren.

Een jaar later exposeerde hij die foto's als posters, illegaal geplakt in de metro en op muren. En nu heeft diezelfde JR een grote expositie in het Groninger Museum: Chronicles. Nu ligt zijn eerste fototoestel in een vitrine als een historisch object. Zijn straatnaam is zijn kunstenaarsnaam geworden.

Vrijdag meer in de cultuurbijlage van Dagblad van het Noorden en Leeuwarder Courant.


Problemen waar Emmen het over moet hebben

Calimero
Kees Groenevelt mailde een reactie op de berichtgeving over het Atlas voor Gemeenten-onderzoek in Dagblad van het Noorden. Groenevelt, onder meer oud-voorzitter van Filmhuis Emmen, is al jaren kritisch cultuurspotter in Emmen. Voor de liefhebber hieronder de kern van zijn betoog:

"Wat mij verbaast en ergert is dat er alleen fanboys aan het woord komen. Geen enkele kritische opmerking. Alleen mensen die volkomen onkritisch lof zingen over hoe fijn het wonen in Emmen is. Er wordt net gedaan of dat onderzoek niks voorstelt. Zelfs de burgemeester probeert het onderzoek te bagatelliseren.

Daarom alsnog:

Voor het tiende jaar op rij is Emmen de minst aantrekkelijke gemeente om te wonen volgens de Atlas voor Gemeenten. Maar is dat echt zo? Ja, dat is echt zo. Een niet zo prominente Emmenaar over zijn gemeente. Het gaat om een regelmatig terugkerend onafhankelijk onderzoek. Er wordt op objectieve wijze naar een groot aantal criteria gekeken en die worden gewogen.

Er zijn diverse punten waar je als gemeente niks aan kan doen. Ja, Emmen ligt in een buitenregio, dus ver weg. Ja, Emmen is niet goed bereikbaar (denk aan het enkelspoor naar Zwolle en geen treinverbinding naar Groningen of komt er ooit nog een verdubbeling?). Ja, Emmen heeft geen historisch centrum (logisch, Emmen is een na 1945 uitgebreid dorp, toen het als centrumgemeente werd aangewezen).

Maar dan:

Emmen is slecht bedeeld met beperkte school en opleidingsmogelijkheden. Emmen loopt ver achter met cultureel aanbod en het amusement en culinaire aanbod is ook zeer beperkt. Emmen heeft een (te) grote groep met een laag opleidingsniveau en/of een te kleine groep met een middelbaar of hoog opleidingsniveau. Hoger opgeleiden zijn de motor voor economische vooruitgang en het draagvlak voor de kwaliteit van het culturele leven.

De groep hoger opgeleiden die in Emmen werken wonen daar niet. Ook de hogere ambtenaren in Emmen wonen liever in Groningen. Velen zijn ook voorbijgangers, ze werken hier een paar jaar en zijn dan weer verdwenen. Zo ook straks deze burgemeester. Kinderen die van de middelbare school komen en een beetje ambitie hebben, vertrekken zo snel mogelijk naar Groningen, Zwolle of Utrecht en Amsterdam en komen nooit meer terug.

Emmen is een centrumgemeente in de regio, maar maakt die rol niet waar. Dit zijn de problemen waar we het over moeten hebben. Emmen bevindt zich in een zorgelijke situatie, die de laatste dertig jaar verergerd is door het beleid van de centrale overheid. Minder geld, waardoor minder zorg, sociale voorzieningen, scholen, etc.

Deze gegevens kan je niet ontkennen en wegwuiven, of zeggen dat ze niet gelden. Natuurlijk zijn er mensen die hier goed en prettig leven, maar daar gaat het hier niet om. Het gaat er om of Emmen aantrekkelijk is vergeleken met andere steden. Nee dus.

Objectief komt Emmen er slecht af en ik maak mij extra zorgen om die egocentrische, afkeurende en ontkennende reacties. Waar het om gaat is dat je je niet persoonlijk aangevallen moet voelen met zo’n uitslag. Emmenaren moeten zich met zelfbewustzijn afvragen hoe we dit kunnen verbeteren.

Helaas is daar de afgelopen dertig (?) jaar bijzonder weinig van gemaakt door de lokale politiek. Waar is de ambitie en de inzet? Als tegenvoorbeeld kunnen we Heerlen noemen, voorheen een concurrent om de laatste plaats. Door fors in te zetten op ontwikkeling heeft Heerlen een flinke sprong gemaakt op de lijst van de Atlas.

Ik vond het zwakke stukjes in de krant. Eerst al de verkeerde insteek. Het gaat niet om wat een Emmenaar over zijn woonsituatie vind, het gaat er om dat in vergelijking met andere gemeenten Emmen er slecht af komt. De vraagstelling leidt tot ontkenning en we zien reacties met zelfbeklag en een Calimerocomplex, zelfs bij de burgemeester, zonder enige kritische noot. Hebben we ooit een burgemeester horen klagen over zijn woonsituatie? Ik ben van mening dat de krant juist ook de andere kant zou moeten belichten. En wat mij betreft: Wat doen we eraan?"


Over Emmen en het Atlas voor Gemeenten-onderzoek

Vrijdagmarkt Emmen
Of ik iets wilde zeggen over de slechte positie van Emmen in het jongste onderzoek van Atlas voor Gemeenten? Ik dacht na. Alweer? Was er iets veranderd ten opzichte van de vorige onderzoeken waarin de vijftig grootste gemeenten jaarlijks met elkaar worden vergeleken op meer dan vijftig punten? Volgens mij niet. Emmen was weer eens onderaan geëindigd.

Voor de vorm hekelde ik de onderzoeksopzet. Zei ik dat het, bijvoorbeeld, vreemd is Emmen te diskwalificeren op het geringe aantal vooroorlogse woningen. Wat kan Emmen er aan doen dat het na 1945 spectaculair begon te groeien, toen ergens werd besloten dat ook Zuidoost-Drenthe een industriekern moest worden? Waarna in hoog tempo voor die tijd uiterst moderne woonwijken werden gebouwd als Angelslo en Emmerhout?

Zei ik dat de bereikbaarheid van Emmen pas als slecht beoordeeld kan worden als daarmee de bereikbaarheid ten opzichte van de Randstad wordt bedoeld. Vanuit Borger, Ter Apel, Hoogeveen en Coevorden is de bereikbaarheid uitstekend. Vanuit Duitsland gezien, toch geen onbelangrijk land in de wereld, is de bereikbaarheid vele malen beter dan die van, zeg, Den Haag.

Merkte ik op dat Emmen welbeschouwd helemaal niet in het onderzoek van Atlas voor Gemeenten moest worden meegenomen, omdat Emmen als plaats slechts 56.000 inwoners telt. Pas als de bewoners in omringende dorpen als Emmer-Compascuum, Nieuw-Amsterdam en Klazienaveen worden meegeteld komt Emmen als gemeente in de buurt van de 100.000 inwoners die voor de Atlas worden gehanteerd.

Om het gesprek een beetje gaande te houden, citeerde ik burgemeester Eric van Oosterhout. Die heeft tegen Dagblad van het Noorden gezegd dat hij nog nooit door een Emmenaar erop is aangesproken dat Emmen geen Rijksmuseum of restaurants van de buitencategorie heeft. Hij vertelde er niet bij wat dat  zegt over de interesse van Emmenaren voor de meer aangename kant van het leven in het algemeen en de belangstelling voor kunst en cultuur in het bijzonder.

Ook zei ik iets over zijn opmerking dat hij tijdens de vrijdagmarkt wordt gevraagd hoe het met hem gaat. "Kom daar eens om op de Albert Cuypmarkt", had Van Oosterhout gezegd, bedoelend dat in Emmen sprake is van naoberschap en in Amsterdam niet. Nou, zei ik, als Van Oosterhout ooit nog eens burgemeester van Amsterdam wordt, reken maar dat hij dan op de Albert Cuyp door Amsterdammers zal worden aangesproken. Op van alles en nog wat.

Ineens werd ik nieuwsgierig naar de vragen die van Van Oosterhout op de vrijdagmarkt door burgers worden gesteld. Zouden die over zijn gedroomde nieuwe raadzaal gaan, over de nog steeds gitzwarte pieten in Emmen, over de belabberde staat van het Rensenpark, over het zorgwekkende onderzoek dat de Rabobank onlangs presenteerde over de achterblijvende economische ontwikkelingen in Zuidoost-Drenthe en wat er met dat onderzoek wordt gedaan?

Het is dat ik, vanwege besmettingsgevaar niet graag de vrijdagmarkt bezoekt, maar mocht ik Eric van Oosterhout weer eens een keer tegen het lange lijf lopen dan zal ik eerst naar zijn welbevinden informeren en daarna of iedereen in Emmen zo schitterend woont als hij Weerdinge. Vervolgens zal ik hem vragen naar het bedrag dat de gemeente Emmen iedere maand moet betalen om attractiepark Wildlands in de benen te houden. Geld dat ook aan de verbetering van de 'sociaaleconomische variabelen' had kunnen worden besteed.

Over de Atlas voor Gemeenten zal ik niet beginnen.


Van dorpshuis tot mfa en kulturhus

Erfgoed MagazineIn Erfgoed Magazine nummer 6, jaargang 42, lees ik op bladzijde 10 het volgende:

'In het Drentse Paterswolde sticht de sociaal bewogen Gezina Bähler-Boerma (1847 – 1953) in 1915 het eerste dorpshuis van Nederland. Dit initiatief krijgt tijdens het interbellum – aangespoord door provinciaal beleid – een vervolg in talloze dorpen. Na de Tweede Wereldoorlog worden lokale initiatieven ondersteund door de Rijksoverheid.'

Het artikel, Van verheffen naar ontmoeten, geschreven door Amanda Terpstra en Wijnand Galema, schenkt ook aandacht aan wat met de dorpshuizen gebeurde tussen 1950 en 1965, de periode dat het Ministerie voor Maatschappelijk Werk wordt opgericht, en dorpshuizen worden gebouwd 'meestal opgezet rondom een multifunctionele zaal met toneel waar omheen een aantal ondersteunende functies is gerangschikt in afzonderlijke kleine ruimten'.

Ik meld dit alles in verband met de discussie over de toekomst van het Rensenpark in Emmen, zie ook deze link, een eerder stukje onder de kop Hoeveel cultuurpodia kan een provincie (ver)dragen? en het recent verschenen boek Klein theater, groot hart waarin Patrick van den Hanenberg aandacht schenkt aan culturele vrijplaatsen in de twaalf provincies. Wat betreft Drenthe spreken Tony Neef en Ellen ten Damme in dat boek vol lof over De Winsinghhof in Roden, wat Groningen is Bert Visscher enthousiast over 't Marnehoes in Wehe-den-Horn.


Voor wat hoort wat bij Van der Velde in Assen

Levi Weemoedt SigneertGoedemiddag, is * misschien aanwezig?

– Nee die is er niet. Kan ik u helpen?

Ik hoop het. Mij is gevraagd om 10 december in De Literaire Hemel in Amen Marie-Jose ten Cate te interview over haar roman Kavelkind. Ik mailde haar over een lees-exemplaar en ze verwees mij naar jullie. * zou twee dozen hebben verdeeld over verschillende filialen en er misschien wel een over hebben.

– O, ja, nu zie ik wie u bent. Een leesexemplaar ? Dat zou toch moeten kunnen. Ik zal eens kijken.

(…)

– Ik geloof dat ik naar boven moet. Heeft u een momentje?

(…)

– Ik heb even overlegd. U kunt een leesexemplaar meekrijgen, maar we willen wel een tegenprestatie. (Wijst naar twee posters waarop twee signeersessies worden aangekondigd: Lévi Weemoedt op 20 november om 14.00 uur en Teun Toebes op 23 november om 10.30 uur.)

Een tegenprestatie? U bedoelt aandacht. Iedereen wil aandacht.  


Iemandsland in tien liedjes en een 'boek'

In Iemandsland Bert Hadders en De NozemsPost van de door mij vanuit de verte bewonderde (geluids)kunstenaar Bert Hadders. Hij wil zijn gevolg attenderen op een album met 'de mooiste liedjes' uit voorstellingen die zijn gemaakt door stichting Iemandsland. Daar help ik graag aan mee:

'Van 2015-2020 maakte Iemandsland zeven theatervoorstellingen. De laatste, Gezing en geplaas, had net haar première beleefd toen alle theaters sloten. Iemandslanders Carmen Schilstra en Bert Hadders zijn geen stilzitters en dus werd besloten tot een grote zolderopruiming.

Dat resulteerde in de CD In Iemandsland en het boek* De Staat van Iemandsland. De foto’s, flyers, posters en recensies werden door vaste ontwerper Menno Schreuder gebundeld in een boekje en huisband de Nozems kwam weer bij elkaar om de mooiste liedjes uit de voorstellingen op te nemen of te remixen.'

Voor de liefhebbers: Gezing en geplaas, de samenwerking tussen Hadders en Herman Sandman is – corona volente – op 3 december te bezoeken in Vanslag Borger, op 4 december in Forum Groningen, 11 december Winsinghhof Roden en 17 december De Molenberg. Op de website van Hadders staan voor 2022 meer data.

(*Boek is hier een groot woord. Ik zou eerder van een luxe brochure spreken.)


Jelle Brandt Corstius bij de mensen thuis

Jelle Brandt CorstiusUit een persbericht van Biblionet Drenthe:

'Woensdag 24 november interviewt Joep van Ruiten schrijver en programmamaker Jelle Brandt Corstius. De bibliotheken aangesloten bij Biblionet Drenthe organiseren dit interview in het kader van de campagne ‘Nederland Leest’. Jelle Brandt Corstius wordt geïnterviewd over zijn vele boeken en reizen. Het interview is gratis online vanuit huis bij te wonen.

Jelle Brandt Corstius (1978) is ook wel bekend als 'de minst saaie Nederlandse reisschrijver'. Hij is niet alleen auteur van meerdere succesvolle boeken, maar is ook programmamaker, regisseur en presentator. Jelle heeft jaren in de VS en in Moskou gewoond. Hij schreef onder andere Rusland voor gevorderden, Universele reisgids voor moeilijke landen, Van Bakoe tot Batoemi - Een gids voor de Kaukasus en As in tas. Daarnaast maakte hij vele reportages, zoals De Bergen achter Sotsji en Grensland. Als regisseur werkte Jelle Brandt Corstius mee aan Tokidoki met Paulien Cornelisse. In 2010 en 2011 presenteerde hij Zomergasten.

Geïnteresseerden kunnen zich gratis aanmelden voor het online bijwonen van het interview. Aanmelden kan via deze link. Het interview begint om 20.00 uur.' 


In de studio met MAM

MaternitePost van de door mij vanuit de verte bewonderde (geluids)kunstenaar Tom America. Hij wil zijn gevolg attenderen op beeldopnamen van Maternité, een op het gelijknamige schilderij van Pablo Picasso geïnspireerde compositie die zijn popgroep MAM 35 jaar geleden maakte voor het verzamelalbum La Grande Parade. Daar help ik graag aan mee:

'Het project was geïnspireerd op de gelijknamige afscheidstentoonstelling van Stedelijk Museum directeur Edy de Wilde. Daar werd een overzicht vertoond van de schilderkunst van na 1940. Henk Hofstede was zo onder de indruk dat hij een aantal bevriende bands/componisten uitnodigde om odes te maken aan de kunstwerken van die expositie.

Hofstede, die het project produceerde was zo vooruitziend, om o.a. de sessie van MAM op video vast te leggen. Onlangs dook deze registratie van bijna een uur weer op. Dit is een verkorte samenvatting van de oorspronkelijke opname. Te zien en te horen is hoe laag voor laag dit nummer in de WERF studio tot zijn definitieve vorm kwam.'