Op bezoek bij Aspazija in Jürmula
Aan Eva Broekmann ligt het in ieder geval niet

Wat raves en poëzie gemeen hebben: eenzaamheid

Oblivion (2016) Anne de Vries
Aangekomen op de bovenste verdieping van het spectaculaire Eesti Kunstimuuseumi in Tallinn – een ontwerp van de Finse architect Pekka Vapaavuori, opgeleverd in 2006 – bleek daar een duistere tentoonstelling over rave-cultuur gaande: Terve öö üleval. Reivikultuur lähivaatlusel. Trof ik het even.

De opening van de tentoonstelling werd gevormd door twee schermen met geluidloze videobeelden van een dansfeest gefilmd door Bogomir Doringer: I dance alone. Rechts zag ik vanuit vogelperspectief een eenling dansen. Links werd vanuit datzelfde perspectief een dansende meute getoond. Zo had ik het niet eerder bekeken.

Exhibition Proposals (1995)  Jeremy Deller
Het tweede 'werk' – Exhibition Proposals – bleek een reeks affiches van fictieve evenementen gemaakt door Jeremy Deller, een Brits kunstenaar. Mijn oog bleef onder meer hangen bij de belofte van een avond in Manchester over of met de poëzie van Shaun William Ryder, in mijn huis niet alleen bekend als voorman van Happy Mondays en zanger van 24 hour party people, maar ook van Black Grape en als solo-artiest.

Later tijdens mijn bezichtiging bekeek ik van diezelfde Deller de documentaire Everybody in the place waarin de Britse rave-cultuur van de jaren tachtig en negentig wordt verklaard aan een groep Britse studenten. Zeer interessant, ook omdat Deller onder meer een overtuigend verband weet te leggen tussen het neerslaan van de Miners' strike (oppressie) en de opkomst van de Travellers (vrijheidsverlangen).

Buzz Club Liverpool (1996) Rineke Dijkstra
Ik trof in Tallinn ook twee Nederlandse kunstwerken aan. De eerste was het diorama Oblivion waarvoor Anne de Vries een hardstyle-feest op schaal heeft nagebouwd. Het tweede werk was een video-installatie van Rineke Dijkstra die in de jaren negentig bezoekers van feesten in Liverpool en Zaandam uitnodigde om zich los van de massa in een aparte ruimte te laten filmen.

Rhythm is rhythm (2021) Kiwa
Wat mij zeer beviel aan de tentoonstelling was het abstracte en conceptuele karakter. Van een kunstenaar met de naam Kiwa werd bijvoorbeeld Rhythm is rhythm getoond: een minimale installatie opgebouwd uit twee draaitafels, een mengpaneel en twee lichtwerken. Geen geluid, Derrick May's Strings of life mochten we er zelf bij bedenken.

Aftermath (2016) Anna Lena Krause
De video Hydra Decapita van The Otolith Group geïnspireerd op de Afro-Futuristische theorieën van het duo Drexciya ging mij iets te ver. De Aftermath-serie van Anna Lena Krause kon ik daarentegen beter plaatsen, vermoedelijk omdat het hier zwart-wit fotoportretten betrof van bezoekers aan een Duitse technoclub.

Weer buiten het museum vond ik ergens op internet een interview met curator Kati Ilves. Een interviewer stelt daarin dat de videowerken in de tentoonstelling het ondergrondse nachtleven esthetisch en poëtisch verbeelden en wil vervolgens weten wat raves en poëzie gemeen hebben.

Daarop zegt Ilves het volgende:

"Ik denk dat er in beide een enorm potentieel voor vrijheid zit. Van alle kunstvormen is poëzie misschien wel de meest onbeperkte – het stelt je in staat te zijn wie je bent. Een goede rave heeft hetzelfde effect. Deze ervaring is volledig uniek - het is individueel, maar het poëtische karakter ervan ligt in het feit dat het een collectieve ervaring van eenzaamheid is."