Bezocht Open Stal in Oldeberkoop
Hela gij Hydra (kent gij hen nog?)

Aardig zijn zonder het te menen

Vrouw Bartels en Bartje
'Dit de moeder. Ze staat het eerst op en gaat het laatst naar bed. Ze is nog een jonge vrouw, maar ze mist de vreugde om de beginnende dag die het kind nog heeft.

Dit is de vader, ook zijn dag begint met weerzin. Weerzin tegen het onrecht en de onzekerheid, tegen het slavenloon.

Dit is het kind. De zon is er al zo vroeg bij in deze tijd van het jaar. Er is al zoveel leven, zoveel avontuur.

En dit zijn de mensen waar het kind mee te maken heeft. De kerels in het bos, ome Ko en Lammert en Harm van Zwarte Jaante.

En de rijke boerin waar vader altijd zo aardig tegen doet, terwijl je weet dat-ie het niet meent.

En als het kind groter wordt, moet het zich leren aanpassen aan de grote mensen en aardig zijn zonder het te menen.

Dan komt het ogenblijk waarop het kind voor het eerst in zijn leven de dood ontmoet, de dood van een oude man. Zo leert het te leven met recht en onrecht, met goed en kwaad, met arm en rijk, met zwak en sterk.

En zoals het voor het raadsel van de dood kwam te staan zo leert het ook het geheim van het leven kennen. Het geheim van de dieren, het leven van de mensen.

Zo wendt het zich af van zijn vader en ontdekt het zijn moeder opnieuw.

Kleine Bartje dwaalde om het huis, bang om het geheim van het leven dat zijn moeder gaf aan het nieuwe zusje.

Grote Bartje dwaalde om het huis, bang om het geheim van de dood die naderde. De dag die zijn moeder tot een onbekende maakte. Een herinnering aan het aller dierbaarste dat voorbij is. Voorbij in dit leven.

En dan zijn er nieuwe dromen. De beelden van iets liefs dat ergens moet zijn en waaraan je je kunt vastklampen.

De jaren gaan voorbij. De eenzaamheid is je vader te machtig geworden. Er is een andere vrouw in zijn leven, een goed mens, maar ze lijkt in niets op zijn moeder.

En het onbekende blijft lokken. De onbekende wijde wereld waar het geluk moet wonen.'