Previous month:
juni 2021
Next month:
augustus 2021

Officiële erkenning doet Piratencultuur tekort

Drentse Redneck
Met ingang van vandaag heeft de 'cultuur van de piratenmuziek' een plek op de lijst van Inventaris Immaterieel Erfgoed Nederland. De erkenning, zie daarvoor ook de website van door het Kenniscentrum Immaterieel Erfgoed Nederland, betreft echter een slechts deel van de cultuur.

"De ouderwetse 'illegale' zendpiraat is tijdens de benoeming van de loopplank geduwd en valt dus buiten de boot", vat RTV Drenthe samen. In een bericht kent de omroep de credits voor de erkenning toe aan het Drentse PvdA-statenlid Peter Zwiers, mede-initiatiefnemer van Stichting Piratencultuur.  

Vreemde zaak, want die illegale zendpiraat heeft er nu juist voor gezorgd dat er nog iets van piratencultuur bestaat. Als de zendpiraat geen mast had opgericht of beklommen, geen plaatjes was gaan draaien op een zolder of in een schuurtje, was iedereen gedwongen geweest om eerst naar Hilversum 1, 2, 3 en 4 te luisteren en daarna naar Radio 1, 2, 3FM, 4, 5 en FunX

Het is een beetje alsof het eindelijk opgeleide kind met een diploma erkend wordt en bij de uitreiking van het diploma tegen dat kind wordt gezegd dat het niet meer aan vader en moeder mag denken, omdat vader en moeder zich tijdens tijdens de opvoeding niet altijd aan de regels hebben kunnen houden.

Bij het levend houden van de piratencultuur hoort nadrukkelijk ook het ontstaan van die cultuur. In dit geval de boze stiefmoederlijke behandeling van Nederlandstalige muziek door de met belastinggeld gefinancierd publieke omroep. Iets waar de overheid, de PvdA van Zwiers incluis, nooit iets aan heeft willen doen. Aan wie is de erfenis te danken? Aan Zwiers, of aan de illegale zenders?

Dan nu de omschrijving van de Cultuur van de Piratenmuziek in de woorden van Kenniscentrum:

"De Cultuur van de Piratenmuziek bestaat uit de legale activiteiten die in het verleden vanuit de zendpiraterij zijn ontstaan. Het omvat zowel het draaien, het via internet uitzenden, het maken en zingen als het beluisteren van piratenmuziek. Het gaat veelal om Nederlandstalige muziek die niet of nauwelijks te horen is op de zenders uit 'Hilversum'.

De internetstations zijn vaak groepen piraten die allen een deel van de programmering voor hun rekening nemen om zodoende een dagvullend programma te kunnen realiseren. Het zenden is niet het enige wat bij de Cultuur van de Piratenmuziek hoort, in Noord en Oost Nederland is bij bijna ieder dorpsfeest piratenmuziek te horen. Meer specifieke piratenfeesten kennen vinylbattles, waarbij verschillende piraten live muziek draaien en het publiek bepaalt of ze origineel zijn qua muziek."

Laat RTV Drenthe maar eens een hele dag piratenmuziek draaien, inclusief vinylbattle. Ik zeg: kom er maar in.


Er is een Maria Magdalena voor elke tijd

Wie is Maria Magdela voor jou

In museum Catharijneconvent in Utrecht is tot en met 9 januari een tentoonstelling te zien over hoe we in de loop der eeuwen naar Maria Magdalena hebben gekeken, een van de weinige vrouwelijke personages in de Bijbelverhalen over Jezus Christus.

Bezoekers worden nadrukkelijk uitgenodigd zelf te bepalen wie Maria Magdalena zou kunnen zijn. Ze krijgen daartoe bij de entree een plastic muntje met de bedoeling deze na afloop van de tentoonstelling in een buis en van een zeven-buizige installatie te stoppen.

Tijdens ons bezoek was de buis 'Krachtige vrouw' het meest gevuld, na de buis 'Apostel der apostelen'. De buizen 'Wonderdoener' en 'Bekeerde zondares' scoorden het slechtst. Andere keuzemogelijkheden zijn 'Spiritueel ingewijde', 'Kroongetuige' en 'Geliefde van Jezus.'  Een van mijn reisgenoten was zo slim haar muntje niet in, maar naast de buizen te deponeren

The Magdalene Series (202) Kiki LamersIn de vier Evangeliën in het Nieuwe Testament speelt Maria Magdalena op verschillende momenten een rol in het leven van Jezus. Ze is er bijvoorbeeld bij als hij sterft en op Paasmorgen is ze de eerste die hem als herrezen zoon van God ziet en met hem spreekt.

Afgaand op de Bijbelteksten zou je dus kunnen spreken van een kroongetuige. Maar zoals gewoonlijk maken lezers er graag iets anders van.

Zo heb je lezers die na publicatie wilden weten wat Maria Magdalena deed voor ze in de Evangeliën werd opgevoerd. Was ze een van de apostelen, een zondares of zelfs geliefde? Ook zijn er lezers die geïnteresseerd zijn in het vervolg van Het Verhaal en komen op de proppen met de functies spiritueel ingewijde en wonderdoener.

In het Catharijneconvent zijn verbeeldingen te zien van al deze rollen. Er zijn mooie stukken te zien, zoals een beeld uit de The Magdalene Series (2021) van Kiki Lamers waarin wordt verwezen naar het apocriefe verhaal dat ze de voeten van Jezus zou hebben gewassen met haar tranen en gedroogd met haar haren.

Heel fijn is, als het je smaak is, de icoon van recente makelij Maria Magdalena met een rood ei (2020), waarbij mij niet helemaal duidelijk werd waar dat rode ei nu voor bedoeld was of is. En anders is er ook het schilderij Maria Magdalena van Alfred Stevens waarop ze met heur lange haren poseert met een schedel.

Maria Magdalena 1887) Alfred Stevens
Als ik het goed heb onthouden, gebruikte Stevens voor zijn schilderij de actrice Sarah Bernhardt als model. Hij beeldde haar af als een fatale vrouw, zoals dat wel vaker door kunstschilders in de 19e eeuw gebeurde en toonde zich daardoor een volger van de verhaallijn waarin Maria Magdalena geseksualiseerd wordt.

De tentoonstelling opent overigens met filmbeelden en duiding door Herman Pleij. Ook van dit onderwerp bleek de emeritus hoogleraar historische Nederlandse letterkunde verrassend veel te weten, bijvoorbeeld dat ons beeld van Maria Magdalena de afgelopen eeuw niet in de kerk, maar in de bioscoop is bijgesteld met films als Jesus Christ Superstar, The last temptation of Christ en The Da Vinci Code.

Ook Abel Ferrara, van Bad Lieutenant, schijnt een Maria Magdalena-film te hebben gemaakt, Mary. Die zou ik weel eens willen zien.

Los daarvan: niet alleen God en zijn zoon veranderen in de tijd en de media, het overkomt hun volgelingen net zo goed. Zo raken we nooit van hen verlost.


Na het zien van Mestmoeders van Peergroup

Mestmoeders (2021) Peergroup
We bezochten de theatervoorstelling Mestmoeders van Peergroup, afgelopen zondag aan de Hoofdweg in Zeegse. We zagen in een weiland een agrarisch familiedrama op het dak van een weggezakte stal. Of boerderij, dat kan ook. Weggezakt waarin? De stront? Het zand? De voorstelling greep mij bij vlagen aan. Dit hadden mijn moeder en vader moeten zien, dacht ik een paar keer.

Het verhaal van Mestmoeders samengevat: Jorre, beoogd bedrijfsopvolger van een melkveebedrijf is omgekomen bij wat in politiekringen een eenzijdig ongeval wordt genoemd. Auto tegen de boom. Hij laat vier vrouwen achter: zijn oudere zus, zijn boerende moeder, zijn oma en zijn dementerende overgrootmoeder. Achter de stal verdrinken zijn vrienden hun verdriet met bier.

De avond voor de begrafenis proberen de vrouwen de klap te boven te komen. Hoe doe je zoiets? Door de dominee te laten komen, zoals ooit gebruikelijk was. Door met elkaar te praten, zoals tegenwoordig gewoon schijnt te zijn. Dat gesprek zou kunnen gaan over de overleden mannen. Over de hartaanval van vader, de kanker van opa en de trap van het paard tegen de schedel van overgrootvader.

Mestmoeders gaat over verschillende perspectieven van verschillende generaties en de rol die vrouwen op een agrarisch bedrijf vervullen. Overgrootmoeder raakt steeds meer kwijt. Grootmoeder denkt terug aan de beloftevolle jaren toen boerinnen voorzichtig emancipeerden. Moeder is daarna klemgezet door de schaalvergroting en wil om die reden niet dat haar dochter het bedrijf voortzet.

Mestmoeders gaat over vrouwen. En dus over mannen die het zogenaamd beter weten. "Kind", hoorde ik de oma zeggen, "als wij ze niet bemoederen dan vallen die kerels over hun eigen voeten. Ze hebben ons nodig om hun gat af te vegen als ze klein zijn en als ze oud zijn weer. Daar tussenin baren we hun opvolgers en mesten we ondertussen de stal uit."

Mestmoeders – concept Dinanda Luttikhedde, tekst Herman van de Wijdeven, regie Jos van Kan – is een overzichtelijke voorstelling, zeer effectief. Wat mij aangreep kan het spel zijn geweest van Daisy Hagendoorn, Wendell Jaspers, Jose Kuijpers en Leny Dijkstra. En het kijken tegen de zon in, in een weiland met grassen, wat hooikoortsgevoeligen altijd doet snotteren.

Wellicht was het vermoeidheid. Of herkenbaarheid. De gedachte aan gezinnen die werken voor de stuiver die de markt ervoor overheeft en de aflossing van de schuld bij de bank. Het onvermogen om met elkaar te praten, omdat er altijd wel iets gedaan moet worden. Het zal mededogen met het lot van de moeder op een agrarisch bedrijf zijn, die zich afvraagt waar het heen moet en gaat. Waarom altijd groter en altijd meer?

De reactie van de dochter in Mestmoeders is even idealistisch als naïef. Kleiner, natuurlijk, schoner. Met minder koeien. In een familiekudde. Samen. Hoopt ze. Het is, dat weet iedereen, alleen mogelijk als de consument, de politiek en de bank denken dat de weg in het agrarisch landschap naar boven gaat. Iedereen, moeders en vaders, dochters en zonen, kijkt op haar of zijn manier naar een hellend vlak.


Maxime Garcia Diaz voegt ons toe aan de hivemind

Maxime Garcia Diaz Foto Noordwoord Reyer Boxem
Een van de hoogtepunten van festival Dichters in de Prinsentuin, dit jaar in de Hortus Botanicus in Haren, vond plaats tijdens de talkshow op de eerste avond in de Chinese tuin. Interviewer Jelte Posthumus sprak daar bij de vijver met dichter Maxime Garcia Diaz (foto Noordwoord/Reyer Boxem) over haar nog te verschijnen debuutbundel Het is warm in de hivemind.

"Ik heb de bundel al mogen inzien en voelde mij plotseling een oude man", begon Posthumus. Hij richtte zich tot ons, het publiek, en vervolgde: "Garcia Diaz' poëzie is van deze tijd. Ik moest veel woorden opzoeken. Octogenesis. Ilysm – dat betekent I love you so much. Hoeveel is een exabyte? Het gaat over games, over Simms, over urls, over cryptocurrencies en dus ook over Satoshi Sakamoto. Kun je te oud zijn voor deze poëzie?"

"Niemand met Google is te oud", reageerde Garcia Diaz. "Ik geloof heel erg in de Google-god. Ik google soms voor mijn gedichten zaken, waarvan ik weet dat mensen ze niet zullen begrijpen en waarvan ik weet dat ze het makkelijk via Google kunnen opzoeken. Dat je mijn gedichten googled, is precies de bedoeling. Google. En een beetje bereidwilligheid."

Ze omschreef de hivemind als intelligentie met de vorm van insectenzwerm. "Dit is super onwetenschappelijk onderbouwd: het verwijst naar een idee van een collectieve intelligentie, van een groep mensen of een hoeveelheid geesten die samen aan denken is. Het verwijst naar het internet, maar ook naar een generatie van mensen met wie je samen aan het denken bent."

Posthumus bekende dat hem al lezend iets leek te ontglippen. "Misschien is dat je bedoeling. Maar omdat ik zoveel woorden moest opzoeken en daar druk mee was, kon ik niet lekker doorlezen. Ik was aan het onderzoeken."

"Ik zette je aan het werk", vulde Garcia Diaz aan.

"Betekent dat dat jouw poëzie niet tijdloos is?", ging Posthumus vragend verder. "Wat voor functie heeft die over twintig of dertig jaar?"

Daar had ze 'superveel' over nagedacht. "Waar ik het meest geïnteresseerd in ben, is het specifieke van mijn tijd. Toch is het niet de bedoeling dat je het alleen mooi vindt als je weet wat een extrabyte is. Er moet wel iets onder zitten. Iets dat mooi is voor iemand van mijn leeftijd, die net zoveel op het internet zit als ik. Maar ook voor iemand die geen smartphone heeft of zo. Aan de andere kant vind ik het een mooi idee dat lezers er over dertig jaar geen fuck van snappen. Dat mijn poëzie een vreemd en vluchtig tijdsdocument wordt."

"Het voelt alsof het uit deze tijd geplukt is", vatte Posthumus samen. Hij informeerde naar haar leeftijd. Ze bleek 27 jaar te zijn.

Daarop vroeg Posthumus of ze iets wilde voordragen. Maxime Garcia Diaz haalde haar telefoon te voorschijn en begon voor te lezen.

Het is warm in de hivemind van Maxime Garcia Diaz verschijnt half juli bij uitgeverij De Bezige Bij.


'Wees verdomd zuinig op het Rensenpark'

Rensenhut 2
Ik woonde in het Rensenpark in Emmen de opening bij van de Rensenhut, een gebouwtje ontworpen door architect Rick Abeln op uitnodiging van de stichting Jaap en Aleid Rensen. Bij die gelegenheid maakte het Nymphéas Trombone Quartet muziek en werd bekend dat Peter Reen met ingang van 1 september aan de slag gaat als parkregisseur in wat ooit de dierentuin van Emmen was.

WimJoost Licht, voorzitter van de stichting Jaap en Aleid Rensen, hield een toespraak:

"Het park voorziet in een behoefte: er is heel veel bezoek. Waar je ook komt, het is een fantastisch gebied, ook zonder dieren. De kwaliteit die hier gerealiseerd is, is echt uniek. Uniek omdat het in het centrum van Emmen is, uniek omdat hier zoveel mensen komen en uniek omdat zoveel vrijwilliger in dit gebied parkbewoner zijn geworden.

De rol van de gemeente als eigenaar is een ingewikkelde. Moet de gemeente wachten tot het geld weer binnenkomt en weer kan uitgeven zoals het plan was? Of moet de melodie veranderen? Het is riskant, als je geen geld hebt en je zit met de last van het beheer en onduidelijkheid over wat het moet worden. Als dan in de gemeenteraad wordt gevraagd 'moeten er geen woningen komen, of moeten er geen andere commerciële functies komen' dan bestaat het gevaar dat de huidige kwaliteit verloren gaat.

Het lijkt mij een zware opgave voor het gemeentebestuur om na te denken over de manier waarop dit park verder vorm moet krijgen. Ik geef als advies mee: wees hier verdomd zuinig op, wees hier voorzichtig mee. En gebruik de kracht van de mensen die hier zitten, al die vrijwilliger die hier dingen doen. Ga met ze in gesprek. We moeten het voor elkaar krijgen dat de gebruikers niet zich alleen verantwoordelijk voelen voor wat van hen is, maar ook wat van iedereen is."


Over 'Het Noorse misverstand van W.F. Hermans'

Het Noorse misverstand van Willem Frederik Hermans (2021) Siep KooiOp 1 september is honderd jaar geleden dat Willem Frederik Hermans werd geboren. Daar hoort een momentum bij: 31 augustus wordt in de Nieuwe Kerk in Amsterdam een gedenksteen aangebracht. Eerder gebeurde dat voor Joost van den Vondel (1772), P.C. Hooft (2003), Hella S. Haasse (2018), Johan Huizinga (2019) en Multatuli (2020).

Eveneens ter nagedachtenis van W.F. Hermans stuurde uitgeverij Prominent het boek Het Noorse misverstand van Willem Frederik Hermans. Het is geschreven door Siep Kooi en bedoeld als tegenverhaal bij de roman Nooit meer slapen van Hermans uit 1966.  Kooi liet zich bij het schrijven van zijn boek inspireren door een ander tegenverhaal, een boek dat Kamel Daoud in 2013 schreef over De vreemdeling van Albert Camus.

Uitgangspunt voor Het Noorse misverstand is de ontmoeting in Nooit meer slapen van hoofdpersoon Alfred Issendorf met het 15-jarige Noorse meisje Inger Marie. Kooi vraagt zich al schrijvend af wat er voor de busrit is gebeurd en wat er van het meisje is geworden. In zijn boek blaast hij de ontmoeting nieuw leven in.

Maar Kooi doet meer dan dat. Hij gaat ook echt op zoek naar Inger. Ze blijkt in het plaatsje Asker bij Oslo te wonen. Tijdens een lang telefoongesprek vertelt ze dat het boek van Hermans altijd op haar nachtkastje ligt: 'Als ik niet kan slapen, leg ik mijn hand erop. Dat maakt mij rustig'.

Na afloop van het gesprek stuurt ze een foto van de opdracht die Hermans in de Noorse vertaling van Nooit meer slapen had geschreven. In het uitgebreide dankwoord bij Het Noorse misverstand schrijft Kooi ook dit: 'Wil men literatuur levend houden, dan kan het geen kwaad van tijd tot tijd nieuwe verhalen over de oude heen te schuiven en bijna verstomde stemmen opnieuw te laten klinken'.

Nieuwe verhalen over de oude heen schuiven, dat is wel even iets anders dan een gedenksteen leggen.   


Goedemiddag. Zo. Dat was 'm alweer

Na de tweede prik
Goedemiddag, u komt voor de vaccinatie? Vragenlijst bij u? ID-bewijs bij u? Dan mag u doorlopen naar die mevrouw bij de deur.

Goedemiddag, u komt voor de vaccinatie? ID-bewijs bij u? Vragenlijst ingevuld? Dan mag u doorlopen naar die mevrouw bij het loket.

Goedemiddag, u komt voor de vaccinatie? Tweede prik? Wat heeft u de vorige keer gehad? Had u de vorige keer last van bijwerkingen? Wat is uw geboortedatum? Heeft u ergens ja ingevuld op de vragenlijst? Heeft u uw ID-bewijs bij de hand? Dan mag u de gele route volgen.

Goedemiddag, loopt u maar door naar nummer 6.

Goedemiddag, heeft u de ingevulde vragenlijst voor mij? Wat is uw geboortedatum? Mag ik uw ID-bewijs zien? En nu de achterzijde. Dit is uw tweede prik? Had u de vorige keer last van bijwerkingen? Dan mag u doorlopen naar mijn collega.

Goedemiddag, wat is uw naam? En uw geboortedatum? Dit is uw tweede prik? Wilt u links, of wilt u rechts? Zo. Dat was 'm alweer. Tot de volgende keer, zegt u? Dat zou betekenen dat ik mijn baan mag houden. We gaan het zien. U kunt daar plaats nemen.

Goedemiddag, mag ik uw registratiekaart zien? Dit is uw tweede prik. Heel goed. En dan nu uw vaccinatieboekje. Prima. Dat is dat. Ook weer klaar. Fijne dag verder.


Bij Kasper Peters in de kerk, bij Jonge Sla in het bos

We hadden een kaartje bemachtigd voor een van de theatrale fietstochten tijdens de corona-editie  van Festivalderaa afgelopen weekeinde. Het kwam erop neer dat we zaterdag aan het eind van de middag bij de Kymmelsberg onder begeleiding van 'Japke' en 'Geeske' vertrokken voor een ritje van 2,5 uur door het stroomdal van de Drentsche Aa en aan het begin van de avond naar dezelfde plek werden teruggebracht.

Kasper Peters Anloo
Twee stops kende de tocht. De eerste was in Anloo waar Kasper Peters ons ontving om in de kerk zijn kleine voorstelling Eminescu te spelen over de dichter Mihai Eminescu (1850 – 1889). Hij deed dat met behulp van een imposante installatie, een op fietskracht voortgedreven planetarium. Peters klom erop om al trappend zijn verhaal te vertellen, een typemachine te bedienen en een minuscuul draaiorgelboek te 'betimmeren'.

Het opgeroepen aanvangsbeeld deed in de verte aan deze tijd denken. "Weet je dat je de schoonheid niet kunt kopen?", hoorden we Eminescu orakelen. "Dat je rijkdom en de sterren alleen kunt bereiken door er over te praten, door er gedichten over te schrijven. Is het niet absurd dat je eerst eigenaar of bezitter wilt zijn van iets voor je van rijkdom en schoonheid kunt genieten?"

Eminescu was tegen de vooruitgang en de industrialisatie, zoveel werd duidelijk. Hij werd gevangen gezet, was aan de drank, werd ziek en belandde in het ziekenhuis. Hij verzette zich tegen de orde en tegen de tijd: 'We klampen ons aan morgen vast, als gisteren heeft afgedaan en laten ons ook vandaag voortdurend eeuwigheid ontgaan'.

Jonge Sla FestivalderAa 2021
De tweede stop was ergens in de bossen bij Eext, waar theatergroep Jonge Sla in een veld O (duistere woorden) speelde, een tot 25 minuten teruggebrachte versie van Shakespeares Othello. Vier acteurs speelden meerdere rollen, niet alles en iedereen was even goed uit elkaar te houden. Gelukkig stond de afloop vast. Ook werd duidelijk dat de makers voor de pikante scenes dankbaar gebruik hadden gemaakt van een kasteelroman uit de Bouquet-reeks.

Onvergetelijk was het niet, en overrompelend evenmin, wel heel aardig en amusant. Daarbij: het werd toch maar weer mooi voor ons georganiseerd en opgevoerd.

Na afloop van O (duistere woorden) doken we al fietsend ergens onder de N34 door en reden we richting Annen om weer in Anloo te komen en vervolgens over een veelbesproken, want zonder veel inspraak en overleg aangelegd fietspad van betonplaten door het bos richting de Kymmelsberg  in Schipborg te pedaleren. We hadden er mooi weer bij. We hadden weer eens ja niks te klagen.

Eminescu van Kasper Peters is ook te zien tijdens festival Dichters in het Hortus. Jonge Sla speelt O (duistere woorden) ook tijdens festival Noorderzon.


Kunsthuis Secretarie heet nu Stedelijk Museum Meppel

Inrichting Stedelijk Museum Meppel
Kunsthuis Secretarie in Meppel heeft de naam gewijzigd in Stedelijk Museum Meppel. Vrijdag wordt de make-over gevierd door de vrijwilligers. Zaterdag gaat het museum open voor publiek. Zondag zijn genodigden welkom.

Wat zij te zien krijgen, is kunst en cultureel erfgoed uit Meppel en omstreken. Ruimer geformuleerd: donkere expressieve schilderijen en tekeningen van André Idserda (1879 – 1952),  kleurig expressionisme van Stien Eelsingh (1903 – 1964), poppentheaterobjecten van Henk Boerwinkel en een collectie stadszilver.

Op het eerste gezicht lijkt het voormalige gemeentehuis nauwelijks veranderd. In afwachting van een mogelijke verbouwing is de indeling ongewijzigd: zes ruimtes verspreid over drie afdelingen. In de voormalige raadzaal kan nog steeds getrouwd worden, het verschil zit in de inrichting. Grootste ingrepen zijn een Stien Eelsingh-zaal, een kabinet met poppen van Boerwinkel en de verruimde museumwinkel.

Waar de Secretarie de afgelopen 25 jaar in Drenthe naam maakte met wisseltentoonstellingen, combineert het Stedelijk Museum Meppel de wisseltentoonstelling met een vaste collectie. Eelsingh, Boerwinkel en het zilver zijn blijvend. Idserda wordt straks afgelost door 'hedendaagse noordelijke kunstenaars die aansluiten op de actuele landelijke kunstbewegingen'.

Meer in Dagblad van het Noorden, vanaf vrijdag op de website, vanaf zaterdag in de papieren krant.


Nederland 54 – Duitsland 1314 hunebedden

Großsteingrab Thuine
In de Leeuwarder Courant een bericht onder de kop 'Hunebedhunter bezocht alle 1314 hunebedden in Duitsland'. Waarom hebben wij dat niet, was mijn eerste journalistiek Dagblad van het Noorden-gedachte. Een bezoek aan De krant van toen, het digitale archief, leerde dat het nieuws niet aan ons voorbij was gegaan.

Op 25 juni had het een 1-kolommertje opgeleverd op pagina 26. Een beetje karig voor een klus waar de Hunebedhunter – makelaar Willem Donker (59) uit Oranjewoud – tien jaar van zijn leven mee bezig is geweest. Zijn zoektocht begon na 'een bezoek aan alle 55 Nederlandse hunebedden'. 55? Ik wist niet beter dat Nederland er 54 telt.

Volgens de LC raakte Donker geïnteresseerd in Duitse hunebedden toen hij net over de grens bij Emmen vier tot vijf exemplaren ontdekte. "Toen zag ik een bordje bij een hunebed met nummer 861. Daar schrok ik van. Ik dacht: of Duitsers beginnen met tellen bij 857 of er zijn er meer.”  Dat laatste bleek het geval.

Het mooiste Duitse hunebed is volgens Donker dat van Thuine (foto). "Dat is het compleetst. Vrijwel alle hunebedden zijn eind negentiende eeuw gesloopt of ontmanteld. De stenen waren nodig voor de aanleg van wegen en voor dijkverzwaring. Van de 1314 hunebedden in Duitsland zijn er nog vijftig tot zestig in originele staat."

Volgens de Leeuwarder Courant zijn alle gegevens die Donker verzamelde over de Duitse hunebedden, waaronder 20.000 foto’s, aan het Hunebedcentrum in Borger gegeven. Daar wordt gemeld dat Donker zich nu heeft voorgenomen om ook alle hunebedden in Polen op te zoeken.