Anthon van Rappard is zaterdag slechts op bezoek
Vier agrosculpturen

Over 'Wat de pod schaft' van Evers & De Haan

Wat de pod schaftEen ritje met buslijn 300 bood gelegenheid om literaire podcasts bij te luisteren. Van Wat de pod schaft bleken eindelijk nieuwe afleveringen beschikbaar. Voor de jongste waren Marit Evers en Nynke de Haan op bezoek geweest bij Cisca Wijmenga, rector magnificus van de Rijksuniversiteit Groningen. Ze spraken met haar over De Amerikaanse prinses van Annejet van der Zijl en kookten spaghetti, een gerecht dat in het boek van Van der Zijl voorkomt.

Ondanks een paar uitstekende vragen – 'Ben je altijd al een leidersfiguur geweest?' en 'Ben jij iemand die na tegenslag de draad makkelijk oppakt?' – leidde het niet tot een heel spannende aflevering. Gedwongen door de pandemie leidt Wijmenga de universiteit vanachter een scherm in haar appartement in de binnenstad van Groningen. Naar de knellende band met China werd niet gevraagd en over de overlast door studenten ging het gesprek evenmin, vermoedelijk dateert de opname van voor die laatstgenoemde kwestie.

Veel geslaagder bleek de aflevering met de in Amersfoort woonachtige (kinderboeken)schrijver Edward van de Vendel, voor wie Evers en De Haan een witlofsalade hadden bereid, een van de gerechten die wordt beschreven in het boek De tranen knallen uit mijn kop van Guus Kuijer. Ze wilden hem aanvankelijk iets anders voorzetten, stamppot boerenkool, maar durfden daar de trein niet mee in. Voor kroketten kregen ze de ingrediënten niet bij elkaar.

Interessant werd het vooral toen Van de Vendel kwam te spreken over ontlezing door kinderen en de Albert Verweij-lezing door Bibi Dumon Tak. In die lezing wordt Van de Vendel genoemd als een hedendaags schrijver van kinderboeken die meer lezers verdient en vaker door ouders en leerkrachten aangeprezen zou moeten worden. Hij zei daarop het volgende:

"Mensen zijn niet op de hoogte van het bestaan van Nederlandse kinderliteratuur, een van de meest bloeiende kinderliteraturen in Europa, en grijpen daardoor eerder terug op Pinkeltje en Wipneus en Pim. Er is ontlezing, maar niet alleen dat. Het leesniveau in Nederland behoort tot het slechtste in Europa en dat terwijl we al tientallen jaren een leesmethode hebben waarvan wordt gezegd dat-ie zeer doordacht is.

Het AVI-systeem gaat alleen over de technische kant van het lezen en niet over de lol van het boeken lezen. Er is veel onderzoek gedaan naar hoe kinderen beter gaan lezen. De uitkomst is simpel: ze gaan beter lezen als ze zin hebben. Hoe kun je daar voor zorgen? Door ervoor te zorgen dat boeken er fokking goed uitzien, door voor spannende en of grappige boeken te zorgen. Je moet meer doen dan alleen op het AVI-niveau letten."

Gevraagd naar de concurrentie door internet, games, telefoons en tablets zei Van de Vendel:

"Op zich hoeft dat niet uit te maken. Who cares? Van gamen kun je ook veel leren. Maar als er dan gelezen wordt, moeten die boeken kloppen. Wat je als lezer wilt, is aansluiting met een boek en dat je voelt dat er een spannende schrijver is waar je alle boeken van wilt lezen. Je wilt jezelf definiëren. Dat is wat boeken met je doen.

Iedereen die van lezen houdt, heeft in zijn hoofd een rijtje boeken die belangrijk zijn. Die boeken zijn een aspect van jou, daarmee word je in je hoofd een bepaald persoon die van die-en-die boeken houdt. Daar wil je geen grijsheid. Niemand definieert zich met grijsheid."

Gevraagd naar wie daarin een taak heeft, of scholen het veilig leren lezen ondergeschikt moeten maken aan het leesplezier en of ouders beter op de hoogte moeten zijn van wat er aan boeken voor kinderen beschikbaar zijn, zei Van de Vendel:

"Er zit een sprankje verantwoordelijkheid bij iedereen. Kinderboeken moeten opvallen in het algemene media-aanbod. Toen De Wereld Draait Door nog bestond, hadden ze als actieve regel dat ze geen kinderboeken behandelden. Daar spreekt minachting voor kinderen uit. Iets van: dat is niet iets waar wij ons mee bezighouden en wij belangrijk vinden.

Dat wat voor kinderen gemaakt wordt, is uit zicht geraakt. Omdat we niet meer bezig zijn met wat kinderen zijn. Je kunt zeggen dat er veel televisieprogramma's voor kinderen zijn, ja, maar dat zijn juniorversies van tv-programma's voor volwassenen. Kinderen mogen gezien worden als ze precies dat doen wat volwassenen doen, maar dan op een schattige manier. Dat vinden we interessanter dan iets wat echt van kinderen is."