
Ook omdat vijftig jaar geleden Sonsbeek Open heeft plaatsgevonden, de legendarische tentoonstelling met gevolgen tot in Emmen aan toe, bezocht ik de twaalfde editie van deze kunstmanifestatie in Arnhem. Titel dit keer: sonsbeek 20→24. Force Times Distance.
Het grotendeels gratis toegankelijk evenement speelt zich deze zomer af op vier plekken: twee in Arnhem, een bij Schaarsbergen, een bij museum Kröller-Müller. Sommige werken zijn tijdelijk, andere werken zijn langer te zien. De artistiek hoofd verantwoordelijke is Bonaventura Soh Bejeng Ndikung. Hoofd communicatie is Joke Verhoeven.
Ruim voor sonsbeek 20→24. Force Times Distance gerust drie dagen in. Waarvan een halve dag als voorbereiding op de soms ondoorgrondelijke opzet én om bij te komen van de vaak weerbarstige kunstpraat. Het viel mij niet mee, vooral het navigeren niet. Aan de Sonsbeek-kunst bij Kröller-Müller noch de geluidskunstroutes kwam ik toe.
Van mijn broers, zij zijn slimmer en handiger dan ik, heb ik ooit geleerd dat het aan mij ligt als iets niet goed lukt. Dit als waarschuwing vooraf op een verslag dat ik deze week in drie delen zal publiceren. Dit is deel 1.
Het was geen verrassing dat ik thuis de weg kwijtraakte op de website. Die bleek ontworpen vanuit de vooral in kunstkringen heersende opvatting dat mensen zijn graag veel tijd op internet doorbrengen. En het dus is toe te juichen als een website zo wordt ontworpen dat je nauwelijks praktische informatie kunt vinden.
Met als gevolg dat eenmaal aangekomen in Gelderland de adresloze tentoonstellingslocatie 'Buitenplaats Koningsweg' – mijn beginpunt – zich pas na veel heen en weer rijden liet vinden. Het op de website beschreven 'portiershuisje' werd uiteindelijk aangetroffen aan de Koningsweg 23a bij Schaarsbergen. Daar werd ik ontvangen door een zenuwachtige vrijwilliger die mij naar de eerste twee kunstwerken leidde.
Het eerste werk wil ik omschrijven als een pop gemaakt uit mondkapjes voorstellende Vrouwe Justitie, gemaakt door Ndidi Dike – kunstenaars met oude Hollandsche namen worden steeds schaarser. Het tweede werk, gemaakt door Mithu Sen, een lichtbox met een qr-code die een performance zou opleveren, functioneerde het niet. De onbegrijpelijke titel UnMYthU Unquantize 2018 – 2021 deed al het ergste vrezen.
De zenuwachtige vrijwilliger kon het ook niet helpen en schoot in de verdediging. Gevraagd naar informatie om de rest van de tentoonstelling zonder ergernis te kunnen vervolgen, wees ze op drie uitgaven: een onhandig uitgevallen catalogus á 37,50 euro, een Engelstalig boekwerk met statements van het artistiek team á 15 euro en stapeltje dubbelgevouwen a4-tjes met glimkaft en twee nietjes á 5 euro.

Op aanraden van de vrijwilliger schafte ik vooralsnog niets aan, hopende dat rest zich wel vanzelf zou wijzen. Zoals op de website geadviseerd, had ik thuis een app gedownload. "Daar heb je meer aan", bevestigde de vrijwilliger. Ter plekke bleek ik weer eens slecht met mijn eigen mobiele telefoon uit de voeten te kunnen. Het is nooit een goed teken als je veel op een scherm moet kijken om iets je heen te kunnen zien.
Toch stelde het vervolg niet teleur. Vrij snel werd de ondertitel van de tentoonstelling concreter: on labour and its ecologies. Vooral na het zien van drie korte filmpjes waarin twee mannen en een vrouw met trots vertelden over hun ambacht – ijzergieten, kalligraferen zonder armen, theeplukken en drogen – dat ze in Azië en Afrika onder erbarmelijke omstandigheden moesten verrichten.
Wat echt binnenkwam was All that perishes at the edge of land van Hira Nabi. In deze dertig minuten durende film vertellen Pakistaanse vissers – soms huilend – hoe ze ver van huis en haard zijn gedwongen om containerschepen te slopen en daarmee de zee net zoveel vervuilen als de olie-industrie die hun vissersbestaan om zeep heeft geholpen. Ronduit deprimerend.
Ter compensatie eindigde 'de blauwe route' met romantische esthetiek. Via een gemaaid pad liep ik door een graanveld naar een schuur met openstaande deuren waarachter een groot doek stond opgesteld. Het werk, gemaakt door Sunette L. Viljoen in een voormalige hangar, Buitenplaats Koningsweg was ooit militair terrein, bleek Hoc Opus Hic te heten: Dit werk hier.
