Leest 'Derksen' van Van Egmond en Scheulderman
16-6-21
Ik lees, tussen de bedrijven door, Derksen van Michel van Egmond en Antoinnette Scheulderman. Bespreken voor Dagblad van het Noorden en Leeuwarder Courant hoeft niet, dat is al door anderen gedaan, op een prominente plek voorin de krant. Boeken over of van mensen die bekend zijn van sport en televisie veroorzaken een bijzondere dynamiek, zeker als ze in Grolloo wonen.
Dat merkte ik reeds toen de verschijning van Derksen werd aangekondigd. Ik vroeg terstond een proef aan, zodat ik op de dag van publicatie, 31 mei, met een bespreking zou kunnen komen. Die proef kreeg ik niet, ook niet onder embargo. Ik moest geduldig wachten tot het boek in de winkels zou liggen. Toen dat gebeurde, was de sturende marketing door het 'team Derksen' reeds bedreven bij Op1 en in het Algemeen Dagblad. Tot zover de vrije nieuwsgaring.
Het motto van Derksen wordt toegeschreven aan Tijl Uilenspiegel: 'Ze hebben een hekel aan me, maar daar heb ik het ook naar gemaakt'. Misschien dat ik in het mediaoffensief van uitgeverij Inside niet goed heb opgelet, maar nergens heb ik gelezen dat Derksen het verhaal van deze schelm daadwerkelijk kent.
Derksen is geen lezer, krijg ik de indruk. Hij houdt volgens mij niet van boeken, anders had hij nooit toegestaan dat zijn voorlopige openhartge biografie op zulk goedkoop papier zou zijn gedrukt. Pulp, daar doet het aan denken. Derksen is een voetbalman en een liefhebber van muziek voor volwassen. Waar dat laatste toe kan leiden, blijkt uit de volgende passage:
'Het tuinhuis van Johan Derksen is geen hobbyhok met een modelspoorbaan, maar de natte droom van iedere getrouwde man: een mancave met de allure van een museum, inclusief genoeg muziekmemorabilia om een complete keten Hardrock Cafés mee te bevoorraden.
(…)
Je kunt hier verdwalen tussen de felblauwe en op maat gemaakte kasten met cd’s, want zoals in zoveel dingen is Derksen ook in het verzamelen van muziek maniakaal. Hoewel hij altijd zegt dat hij ze nooit heeft geteld, bezit hij naar schatting meer dan dertigduizend cd’s.
Soms, wanneer hij langs zijn verzameling loopt, aait hij er een paar. ‘Hier word ik altijd gelukkig van,’ zegt hij dan. Of: ‘Als ik zou moeten kiezen tussen voetbal of muziek kies ik voor muziek. Altijd.’ Alles staat kaarsrecht en op alfabet, behalve de verzamelaars; die staan kaarsrecht en op genre.
‘Hier heb je country, Americana, singer-songwriters, dit is allemaal blues, hier begint soul, even kijken, Elvis, de sixties, seventies, Cajun & Zydeco en ga zo maar door. Ik heb alles. Ik heb zelfs muziek waar ik niet van hou. Ik heb bijvoorbeeld helemaal niets met jazz, maar ik heb wel een box met alle cd’s van Miles Davis. En ook van Charlie Parker. Dat moet je gewoon in huis hebben. Beach Boys hetzelfde verhaal. Ik zal het nooit draaien, maar ze zijn wel belangrijk geweest in de ontwikkeling van de muziekgeschiedenis, dus staat er hier iets van in de kast. Datzelfde geldt voor AC/DC en zelfs voor The Bee Gees en Abba en Bon Jovi. Mijn muziek is het niet, maar ik moet het wel hebben. Ja, ik ben een tikje autistisch in die dingen en dan haal je je soms weleens wat op de hals. Er zijn nummers in de popmuziek die zeshonderd keer zijn gecoverd. Ik ben dan zo’n gek die ze alle zeshonderd wil hebben. Dan zoek je je dus je hele leven lang de pleuris.’
De platen- en cd-collectie is na zestig jaar verzamelen dusdanig groot dat hij soms wordt verrast door zijn eigen bezittingen. ‘Iemand begon laatst over Little Milton en dat ik daar eens naar moest luisteren. Ging ik in mijn kast kijken; bleek ik 43 cd’s van Little Milton te hebben.’
Jammer dat Van Egmond en Scheulderman niet hebben gevraagd wat Derksen van het bestaan van Spotify vindt. Nu weer verder lezen.