Gezocht: spelers voor eenakterfestival Kört & Goed
Voor de liefhebber: coronaschrijvers en -uitgevers

Een Bert Wagendorp terugvinden

Een zaterdagmiddag (2016) Bert Wagendorp
Bij het uitruimen van haar appartement dook Een zaterdagmiddag van Bert Wagendorp weer op. Daar was ik blij mee. Ik had het boekje, een novelle, een jaar of vijf geleden uitgeleend in de hoop dat het haar een paar goede momenten zou opleveren.

Wagendorp is daartoe in staat, hij heeft een heldere en overzichtelijke stijl. Wat ook meehelpt, is dat in Een zaterdagmiddag een moeder aan het woord is. Ze vertelt kalm aan haar zoon over de dood van haar broertje tijdens de Tweede Wereldoorlog en gunt die zoon een glimp op hoe de dood haar leven en dat van haar naasten heeft getekend.

Ik ben er nooit achter gekomen of ze het boekje – grote letter, slechts tachtig bladzijden – daadwerkelijk heeft gelezen. Steeds als ik bij haar op bezoek kwam, iedere donderdagavond, zag ik het bij de televisie in een grote koperen schaal tussen de tijdschriften en puzzels liggen. De paar keer dat ik ernaar informeerde, gaf ze afleidende antwoorden.

Ze was een afstandelijke vrouw, hartelijk als het haar uitkwam. Bijna alles ging met een omweg, met suggesties en hints. Je moest haar begrijpen. Aanvoelen. De laatste jaren werd dat steeds moeilijker. Er groeide een vlies over haar heen. Ik vermoedde dat ze nauwelijks nog las, maar dat niet wilde toegeven. Niet aan mij althans. Ik denk dat ze aan het einde van een bladzijde niet meer wist wat ze daarvoor had gelezen.

Toen verdween het boekje.

– Dat boekje van Bert Wagendorp heb je dat nog ergens?

Wagendorp? Wie is dat? Ik ken geen Wagendorp.

– Bert Wagendorp, die columnist van de Volkskrant. Ik heb jou zijn boekje geleend. Een zaterdagmiddag, heet het. Een rood boekje. (Dat het boekje eigenlijk grijs is, maar ik de omslag thuis had gehouden, omdat het anders misschien zoek of beschadigd zou raken, verzweeg ik.)

Ze wist niet van een rood boekje, zei ze.

Ik heb nooit iets van jou geleend. En als ik iets van jou leen, krijg je het terug, dat weet je best. Maar ik heb geen boekje van jou. Nooit gehad. De Volkskrant lees ik niet. Ik ben geabonneerd op de Emmer Courant.

Dat laatste was onjuist. Je kunt je niet op de Emmer Courant abonneren. Al sinds de jaren negentig niet meer. Wat wel kan, is 'm met de juiste sticker op de brievenbus bezorgd krijgen. Nooit zag ik haar de Emmer Courant lezen. Op zaterdagen bracht ik haar Dagblad van het Noorden, daar was ze blij mee, maar nooit hoorde ik haar over wat ze had gelezen.

Thuisgekomen doorzocht ik mijn boekenkast. Een zaterdagmiddag was nergens te vinden. Wel vond ik het omslag. Grijs met witte en rode letters. Het lag bij de 'w' op een stapeltje boeken te wachten tot het weer met zijn inhoud zou worden verenigd.

Nu is de inhoud dus weer terug. Een rood boekje, zonder gebruikerssporen, klaar voor de kaft. Al werd ze laatste jaren een beetje morsig, ze was altijd zeer netjes op spullen.

Op het voorplat van Een zaterdagmiddag heeft de uitgever van Wagendorp een zwart vliegtuigje laten drukken. De piloot heeft net een bom laten vallen en vliegt weg. Naar huis. De grijze kaft kan ik nergens vinden.