Ik wilde weten wat gedeputeerde Cees Bijl en het provinciebestuur van Drenthe de komende vier jaar van plan zijn te doen voor de literatuur. En nam daartoe de deze week gepresenteerde concept cultuurnota Cultuur om te delen ter hand. Waar moest ik kijken?
Bij het Huus van de Taol, de organisatie die zich inzet voor het behoud en de verspreiding van het Nedersaksisch? Ik las in de nota dat ze in Beilen de komende periode jaarlijks zo'n 420.000 euro uit Assen mogen ontvangen. Ik las ook, op bladzijde 20, dit: 'De Drentse streektaal is herkenning, communicatie, saamhorigheid, emotie, meertaligheid, altijd in ontwikkeling en een bron van inspiratie voor literaire en culturele activiteiten.'
Maar wat als je niet in het Drents schrijft, zoals een groeiende meerderheid?
Ik keek bij de bibliotheken. Die mogen jaarlijks zo'n 3,6 miljoen euro uit Assen ontvangen voor de uitvoering van de haperende Bibliotheekwet. Vijf verantwoordelijkheden hebben de bibliotheken, verantwoordelijkheden die hier en daar doubleren en desondanks tot op heden niet allemaal even goed worden nagekomen. Dat weten we dankzij de Raad voor Cultuur.
Bibliotheken, ook in Drenthe, verspreiden informatie en bieden een podium. Ze zijn er voor de lezer, luisteraar, kijker en kaartspeler, dat is mooi en dat is het. Om de productie van literatuur gaat het ze niet – een incidentele workshop gedichten schrijven voor beginners die nooit vorderen daargelaten.
Vervolgens zocht ik met met Control F in de concept cultuurnota naar het woord 'literatuur'. Ik belandde op bladzijde 30 en las dit: 'Museum De Buitenplaats is een museum voor figuratieve kunst van na 1945, gevestigd in Eelde. Het bestaat uit een museumpaviljoen, een museumtuin met oranjerie en museumcafé en het zeventiende-eeuwse Nijsinghhuis. Het museum biedt naast beeldende kunst ook een podium voor uitvoerende kunsten en literatuur. Museum De Buitenplaats ontvangt een subsidie van € 110.000 per jaar.'
Buiten De Buitenplaats kwam ik het woord literatuur in de nota nergens meer tegen.
Het theater, het poppenspel, de klassieke muziek, de beeldende kunsten, de (uit)festivals, de musea, het erfgoed, de archieven de cultuurondersteuners, het Drents Senioren Orkest, Geopark De Hondsrug, de website Terug in Drenthe - ze worden op het provinciehuis in Assen gezien, gehoord en gesteund. Maar de literatuur, die doet eigenlijk niet mee. Waarom is dat?
Het ligt niet aan gedeputeerde Bijl, het ligt aan de schrijvers. Die zijn georganiseerd, in de Neie Drentse Schrieverskring, waar ondanks die naam zowel Nederlandstalige als Drentstalige schrijvers aan verbonden zijn. Die produceren en publiceren, onder meer in tijdschriften die onder de vlag van het Huus van de Taol verschijnen, Roet en Zinnig. Die zijn daar blijkbaar heel tevreden mee. Gezelligheid voor alles.
In de vorige periode was onder het kopje festivals in de cultuurnota een post Zomerzinnen opgenomen, jaarlijks goed voor 30.000 euro. Eind vorig jaar werd bekend dat Zomerzinnen in 2020 niet wordt gehouden. De organisatoren waren zoveel tijd en energie kwijt aan randzaken en randprogrammering dat de kernzaak, het presenteren van literatuur, erbij inschoot. Zomerzinnen komt ook de komende vier jaar niet terug. Dus heeft de provincie geen geld voor het festival – of een opvolger ervan in de winter – gereserveerd.
En zo gaan tienduizenden euro's voor de literatuur verloren. Of naar Museum De Buitenplaats. Vanwege Drenthe.
Dat moet anders kunnen. Bijvoorbeeld door alsnog een post literatuur in de nota op te nemen, een bedragje op de provinciale plank waar schrijvers en organisatoren een beroep kunnen doen als ze de literatuur in Drenthe een structurele dienst bewijzen. Waar, bijvoorbeeld, uitgevers, organisatoren van schrijversinterviews, bedenkers van schrijfopdrachten, de mensen achter Lichtvoetig of misschien zelfs de gezamenlijke leden van Neie Drentse Schrieverskring mee vooruit worden geholpen?
Want vooruit moet het met de Drentse letteren. En niet, zoals nu, achteruit. Schrijvers in Drenthe, schrijf eens een doordacht plan. Roep er desnoods de hulp van Noordwoord voor in. De ambtenaren van Bijl zullen het graag lezen. Anders ik wel.