Makelaar, een moeilijk beroep?
20-2-20
Plaatste ik dinsdag een stuk waarin ik zinspeel op een verband tussen krimp en huizenprijzen, verschijnt een dag later in Dagblad van het Noorden prompt een stuk over diezelfde huizenprijzen.
Aanleiding: de laatste editie van het voortdurende onderzoek Huizenmarkt in Beeld door het Centraal Bureau voor de Statistiek. In de Drentse editie werd er over geschreven onder de kop 'Grote verschillen tussen huizenprijzen'. In de Groninger editie viel de keuze op 'Huizenprijzen in vrije val in Oost-Groningen'.
Beide stukken zijn verder identiek. In beide stukken laat Jon van Schilt Arnoud Wieringa van Ommeland Makelaardij uit Veendam aan het woord.
Gevraagd naar een verklaring waarom de prijzen in twee buurgemeenten – Tynaarlo en Veendam – zo enorm verschillen, antwoord Wieringa: "Drentse grond is duur."
Wim Stuursma van de Drentse NVM-makelaars wijst op het verschil tussen zand en veen en vult aan: "Dat is van oudsher al zo. Drenthe is gewoon een stuk populairder dan Oost-Groningen."
Het lijkt mij geen moeilijk beroep, makelaar. Je vertelt wat mensen al weten en toch willen horen en verzwijgt de rest. De rekening komt later.
Nu is het wachten op wat de politiek doet met het onderzoek van dr. Hans Elshof. Voorspelling: in de stad Groningen gaat de vlag uit en feliciteren ze zichzelf. In andere delen van Drenthe en Groningen wordt als vanouds gezwegen.