« april 2019 | Hoofdmenu | juni 2019 »
Vorige week zijn bij de wijk Ossehaar in Coevorden de resten verwijderd van het kunstwerk Palissade van kunstenaar Paul de Kort. De cirkel van houten palen – in Coevorden omschreven als Woodhenge – heeft het nog geen tien jaar uitgehouden.
Als vanzelf gingen na lezing van het bericht over de verwijdering de gedachten terug naar Henk Everts. Dat was dè ambtenaar in de gemeente Coevorden die jarenlang met blaren op zijn tong het vuur uit de sloffen liep om in 'zijn' gemeente de kunst en cultuur zichtbaar te maken en te houden.
Soms lukte dat, zoals bij de totstandkoming van de Palissade, de GreenArtSpot bij Dalen en de kwatrijnen in staal van Jean Pierre Rawie in het centrum van Coevorden. Soms werd het een lange-termijn-project, zoals Eva naar het gelijknamige schilderij van Max Liebermann in Zweeloo.
Achter elke wethouder en burgemeester staat een ambtenaar bij wie alles samenkomt, een man of vrouw die ideeën weet vorm te geven, in de week zet en richting het college kan schuiven. Waarna het wachten is op het politiek momentum. Henk Everts overleed in maart 2018.
Vorige maand presenteerde het Stedelijk Museum Coevorden op verzoek van wethouder Jeroen Huizing een wensbeeld, een stuk met ideeën over de toekomst van het museum. Het bleek neer te komen op nieuwbouw op de Weeshuisweide, een in 2025 te openen museum dat de geschiedenis van Zuidoost- Drenthe wil tonen.
"Ons wensbeeld is bedoeld als discussiestuk", sprak directeur Stefanie Horneman-Ottens bescheiden bij de presentatie van het plan. Het bestuur van haar museum wees er in een begeleidend rapport op dat het huidig onderkomen van het museum in het Arsenaal, het oudste gebouw van Coevorden, te beperkt is en wat onderhoud betreft te wensen overlaat.
Daarna viel de discussie stil
In de week dat met de sloop van de Palissade werd begonnen, kwam het nieuws naar buiten dat de gemeente Coevorden over 2018 een bedrag van 935.000 euro overhoudt. Dat is niet iets om van achterover te vallen, maar voor een gemeente die jarenlang op zwart zaad heeft gezeten, is het een opsteker.
In de stukken bij de jaarrekening staat dat Coevorden in 2018 de meeste toeristische overnachtingen van Drenthe had. Citaat uit een bericht van RTV Drenthe: "In de binnenstad vorderen de plannen gestaag. Er wordt met de samenwerkingspartners hard gewerkt aan een binnenstad met historie, water en gezelligheid."
Gestaag. Gezelligheid.
Als een deel van dat kleine, overgebleven miljoen nu eens wordt gebruikt voor een degelijk plan voor nieuw museum, dan kan toeristisch Coevorden mooi verder groeien. En houdt de gemeente gelijke tred met al die andere Drentse gemeenten waar recent extra in musea is en wordt geïnvesteerd: Assen (Drents Museum), Westerveld (Oermuseum, Museum De Proefkolonie), Midden-Drenthe (Herinneringscentrum Kamp Westerbork, Jan Kruis Museum) en Borger (Hunebedcentrum).
Henk Everts zou het niet alleen prachtig hebben gevonden. Hij zou er met nog meer blaren op zijn tong nog meer vuur uit de sloffen voor hebben gelopen.
Ik vermoed dat ik ben uitgegroeid tot een influencer. Ik concludeer dit op basis van de uitkomst van het debat over de beste plek voor het piepschuimen beeld van Bartje Bartels, hoofdpersoon in de naar hem vernoemde roman van Anne de Vries.
Voor de enkeling die het niet heeft meegekregen: dat beeld, een veel te groot uitgevallen kopie van de oorspronkelijke sculptuur van Suze Boschma-Berkhout, stond aanvankelijk ter hoogte van het TT Circuit langs de A28 bij Assen. Het moest daar weg omdat mensen met de mega-Bartje op de foto wilden, wat tot gevaarlijke toestanden leidde.
Daarop ontstond een discussie over wat de beste plek voor deze Bartje zou zijn. Zowel RTV Drenthe als Dagblad van het Noorden boden een podium voor het debat. Ik deed een duit in zakje door te stellen dat het heel veel genoemde Assen geen goede plek zou zijn voor het beeld, omdat Assen al over twee beelden van Bartje beschikt.
Prompt las ik dat Harry Tupan, directeur van het Drents Museum, hoeder van de schone kunsten in Noord-Nederland, mijn argument heeft gebruikt om zijn twijfels te uiten over de kop van de Vaart als plek voor de piepschuimen Bartje. Tupan is een van mijn lezers. Ik weet dat als Drentse influencer uit goede bron. Tupan zelf.
(De directeur zei er niet bij dat de beoogde plek aan de Vaart door zijn museum graag wordt gebruikt voor de promotie van de tentoonstellingen in zijn museum. Hij zag de bui al hangen. Die ellendige mega-Bart als sta-in-de-weg voor de Rialtobrug van pallethout die de Sprezzatura-tentoonstelling moet promoten.)
Naar Harry Tupan wordt geluisterd. En terecht. Afgelopen vrijdag heeft Bartje een nieuwe plek gekregen. Ergens bij de afslag Beilen-zuid, bij leisurecentrum de Poort van Beilen, kortweg eetpark Beilen, aldus fotograaf Marcel Jurian de Jong. Daar waar binnenkort ook een bowling en een Burger King worden geopend.
Niet in Assen dus. Heb ik toch mijn zin gekregen. Niet helemaal, inderdaad, dat is waar, want ik pleitte voor Zeist, daar waar de roman Bartje door Anne de Vries is geschreven. Ik ben dan ook slechts een micro-influencer.
Gelukkig is er nu een nieuw debat. De kleur van de coating van de piepschuimen Bartje moet nog worden bepaald. We gaan het zien. Op 13 juni wordt de grootste inwoner van Beilen feestelijk welkom geheten door burgemeester Mieke Damsma. Ik stel paars voor. Heide-paars.
Ik interviewde Erik Betten, schrijver te Dronryp en journalist bij het Friesch Dagblad te Leeuwarden. Aanleiding: de bekendmaking van de winnaar van de Schaduwprijs komende woensdag in Amsterdam, vlak voor de start van de Spannende Boeken Weken, komende zaterdag. Betten is genomineerd met Quarantaine, een thriller met horror-elementen geïnspireerd door de gevolgen van de gaswinning in Groningen en de kloof tussen het Noorden en het Westen.
Over zijn nominatie vertelde Betten dit:
"Het is mooi genomineerd te zijn, vooral omdat het onderdeel is van een geheel. Het begon ermee dat ik in de week van publicatie van Quarantaine vier sterren kreeg in de thrillergids van Vrij Nederland. Daarna kwamen er enthousiaste lezersreacties en mooie recensies in kranten. En vervolgens een nominatie voor de Thrillzone award en het Beste Groninger boek. En nu dan deze. Het is een goede ontvangst, het is erkenning. Het is prettig als mensen enthousiast zijn over wat je doet."
Volgende week verschijnt een nieuw boek van Betten, het in Rotterdam spelende De prijs, waarin een jonge gameontwikkelaar een app maakt, die voor zoveel problemen zorgt dat zijn bedrijfje in het nauw komt. De oplossing dient zich aan in de vorm van een schimmige organisatie, een particuliere geheime dienst, die via gratis appjes mensen in de gaten houdt. Het stelt de gameontwikkelaar voor een dilemma. Wat is hem het meest waard: zijn veiligheid of zijn comfort?
De foto's bij het interview werden gemaakt door Niels Westra. Vandaag staat het resultaat in zowel Dagblad van het Noorden als Leeuwarder Courant. Heelhuids uit Friesland thuisgekomen, reserveerde ik bij de bibliotheek een ander boek van Betten, De Fries, een journalistieke zoektocht en een populair-wetenschappelijk werk ineen over identiteit. De bibliotheken in Drenthe bleken gezamenlijk over één exemplaar te beschikken, veilig opgeborgen in Meppel.
In het Spaarbankbos bij Hoogeveen is onder de noemer Buitenlucht een route uitgezet met twintig kunstwerken van twintig kunstenaars uit Noord-Nederland te zien. Opening is 1 juni.
Uit het persbericht:
"Het kunstenaarsproject Buitenlucht is een initiatief van de Hoogeveense kunstenaars Sejo Slingenberg en Jerry Bisschop en laat een grote verscheidenheid aan kunstwerken in de openbare ruimte zien. Het is de vijfde editie van de tweejaarlijkse kunstroute. Net als tijdens eerdere edities van het kunstproject is een samenwerking aangegaan met Het Drentse Landschap.
In 2013 werd Kunst op de Oude Kene georganiseerd, in 2015 Vam-art op de VAM berg en Tea-Time versus Art-Time in 2017 in Echten. De kunstwerken worden vier maanden aan de natuur gegeven, waar alle weersomstandigheden vat op de werken krijgen en waardoor ze in de loop van de weken wellicht veranderen."
Op zaterdag 22 juni wordt langs de route een Instawalk gehouden, waarbij fotografen onder begeleiding van fotograaf en beeldend kunstenaar Sake Elzinga, foto’s maken die vervolgens op Instagram worden gedeeld onder de #Buitenlucht. Zowel beginnende fotografen als gevorderde fotografen met een Instagram-account kunnen zich tot 10 juni aanmelden via www.kunstencultuur.nl. Op de foto van Dick Marissen een fragment van een werk van Jerry Bisschop.
Dichter en essayist Willem Jan Otten en biograaf Hans Werkman verzorgen, vandaag, 22 mei in Boekhandel Riemer aan de Nieuwe Ebbingestraat in Groningen de eerste Willem de Mérode-lezing.
Ze doen dat op de tachtigste sterfdag van de dichter die in werkelijkheid Willem Eduard Keuning heet en in 1887 in Spijk is geboren. In hun lezing laten Otten en Werkman hun licht schijnen over de betekenis van De Mérode in de 21ste eeuw.
Otten en Werkman stelde in 2010 samen de bloemlezing De gedroomde zoon samen met honderd gedichten waarin opvallend vaak sprake is van ‘een grote spanning tussen een onmogelijke aardse en een hemelse liefde’. De lezing begint om 20.00. Aanmelden via groningen@boekhandelriemer.nl. Entree 7,50 euro.
De organisatie is in handen van de in 2017 opgericht Stichting Willem de Mérode die als doel heeft leven en werk van De Mérode in de belangstelling te houden. Een van de middelen is het in stand houden van een Willem de Mérode-kamer in Uithuizermeeden, het dorp waar hij zeventien jaar lang woonde. Een ander middel is het jaarlijks organiseren van een Willem de Mérode-lezing.
Wie van muziek, theater en/of spektakel in de openlucht houdt in Noord-Nederland wacht een drukke tijd:
Jumping Jack in Assen, Zoo Mooi! in Emmen, Mammoet in Nieuw-Buinen, Onderweg naar de toekomst in Scheemda, Patijn's Paarden Revue in Eext, Veendammer Wind in Veendam, Naor Huus in Niekerk, De toorn van Thunaer in Oosterhesselen, Rise of the blue city in Blauwe Stad.
Daar zitten de voorstellingen in de openluchttheaters nog niet eens bij:
Maat voor maat in Diever, De Boevenkoning in Borger, Franse fratsen in Havelte, Verkeerd verbonden in Roderwolde, Opa Ziedspan in Zweeloo, Lampkampje en de wolf in Schoonloo, Harm Heisa. Stille getuige in Sellingen.
En dan zijn sommige gezelschappen al bezig voor 2020:
Mina Koes bij Zuidwolde, De blauwe vlinder in Westerbork, Veenbrand in Emmen.
Een jaar na de presentatie van zijn dichtbundel Nilfisk zocht ik Karel ten Haaf op, dichter, schrijver, trotskist, activist en telefonist te Groningen. Aanleiding: zijn verhuizing. Morgen, vrijdag, meer in de cultuurbijlage van Dagblad van het Noorden. Hieronder alvast een fragment:
Het weerzien is even schrikken. Gelukkig slaagt ten Haaf (1962) er snel in om zijn gast op het gemak te stellen. Stoel bij het raam. Kopje thee. Zachtjes ruist achter het gordijn een zuurstofmachine. Drie weken zit Ten Haaf nu hier. "Ik ben een beetje een einzelgänger. Nu komen mensen afscheid nemen”, vertelt hij. "Het is niet dat ik het emotioneel niet trek. Maar het gaat maar door. Je kunt niet zeggen: jij maar niet.”
Misschien moet je mensen een tekstje geven. Of een filmpje laten zien. Zodat ze buiten kunnen blijven.
"Deur open. Hand geven. Deur dicht. Ja, maar dat willen mensen niet. Het zou mooi zijn als we het kunnen doseren. Het schijnt dat het record in dit hospice twee jaar en twee maanden is. Dat moet ik zien te verbreken. Maar het moet dan wel leuk blijven."
Je klinkt tamelijk monter. Kun je er een beetje mee overweg?
"Tot mijn verbazing wel. Vroeger ben ik een tijd depressief geweest. Toen ik twintig jaar was dacht ik: als mij iets overkomt, dan is het snel gebeurd. Over die moedeloosheid ben ik heen gegroeid."
Dit moet toch een teleurstelling zijn.
"Ik had graag nog dertig jaar in goede gezondheid voortgeleefd. Toch is het niet zo dat ik denk: o, waarom ik? Ik weet natuurlijk ook wel dat ik vanaf mijn vijftiende een pak shag per dag heb gerookt. Dan moet je niet raar opkijken als je daar een keer de gevolgen van ondervindt. Natuurlijk denk je: anderen krijgen het wel, ik niet. Nou ja. Als het gebeurt, moet je niet gaan emmeren."
In café Eijlders te Amsterdam wordt zondag om 15.00 uur Minnezinne in moerstaal gepresenteerd, een bundel met erotische gedichten geschreven in streek- of stadstalen. Initiatiefnemers zijn Delia Bremer uit Nieuweroord en Ria Westerhuis uit De Wijk. Tien jaar geleden baarde dit duo opzien met Minnezinne, een bundel erotische poëzie in het Drents.
Het vervolg telt 52 gedichten, veelal in het Nedersaksisch dat in Drenthe, Friesland, Groningen, Overijssel en Gelderland wordt gesproken, maar ook in het Limburgs van Kerkrade, Roermond, Geleen en Maastricht en stadstalen als het Utregs, het Rotterdams, het Haags, het Eindhovens, het Deventers en het Amsterdams. De buitenlanden zijn vertegenwoordigd middels het Vlaams, het Zuid-Afrikaans en dat wat ze in Sleeswijk-Holstein spreken.
Dichter des Vaderlands Tsead Bruinja leverde het Friestalige gedicht Swart. Minnezinne in moerstaal is een uitgave van uitgeverij Ter Verpoozing van Gerard Stout.