Ineens verscheen donderdag op de pagina met meningen in mijn krant, Dagblad van het Noorden, naast een commentaar van mijn hand, onder de kop Onbekende schrijvers krijgen geen kans een 'opinie' van Peter Lenssen. Hoewel onder het stuk de mededeling 'Peter Lenssen is schrijver' stond, moest ik opzoeken wie hij was. Of beter: is.
Via zijn website kwam ik te weten dat Lenssen in 1989 is gedebuteerd met de 'intrigerende en warm onthaalde' roman Toplöss, waarvan in 2015 een herziene versie verscheen onder de titel Mijnverdriet. Ook las ik dat vorig jaar een tweede roman van zijn hand is uitgegeven, Bitterdagen. En onlangs een derde, Pleisterplaats Belleville. Het was mij allemaal ontgaan. Of onthouden, want dat kan ook.
In Onbekende schrijvers krijgen geen kans klaagt Lenssen dat onbekende schrijvers nauwelijks aandacht krijgen. Het zijn vooral de schrijvers van naam die hij vooraan ziet staan. Lenssen suggereert in zijn stuk zelfs dat romans eerder in kranten en tijdschriften worden besproken, sneller worden opgepakt, als de naam van een auteur enige bekendheid geniet.
(Afgelopen maandag werd ik door twee collega's tegelijk aangesproken over de nieuwe roman van Pauline Broekema. De ene collega was naar haar boekpresentatie geweest en daar zo enthousiast geraakt dat hij de tweede collega meekreeg in het idee dat de krant aandacht moest besteden aan het boek van Broekema.
Een derde collega begon zich er per mail mee te bemoeien en stelde een interview voor, af te nemen door een in interviews gespecialiseerde vierde collega, die toevallig op vakantie was, maar dankzij een cc-tje gretig reageerde op deze buitenkans. Geen van de collega's had het boek van Broekema nog ingezien. Als vijfde collega stond ik erbij en keek er naar en dacht er het mijne van.)
"In de boekenwereld regeert als nooit tevoren het algoritme van Friedmans consumptiekapitalisme," schrijft Lensen verderop in zijn opinie. En ook: "Het blind nastreven van economische belangen drukt kunsten in de marge."
Zou het werkelijk? Als cultuurjournalist merk ik eerder het tegendeel. Vanwege de economische belangen wordt er meer kunst geproduceerd dan ooit. Of 'de kunst' daar beter van wordt is een tweede, maar je kunt de deur niet uit of 'de kunst' springt je in het gezicht of op de nek. Op straat, op de radio, op kantoor, in het uitgaansleven. Film, theater, literatuur, dans, muziek, beeldende kunst. Het is enorm.
Op de redactie van Dagblad van het Noorden ben ik verantwoordelijk voor de boeken. Sinds dit bij uitgeverijen bekend is, sturen ze enorme pakketten mijn kant op. Dit in de hoop dat ik – of iemand anders, het maakt ze niet uit – aandacht aan hun producten besteed. Middels een recensie, een interview, een signalement, een leuk rubriekje, een ingezonden stuk, een weggeefactie. Doe maar iets. Heb je al iets gedaan? Wil je nog iets doen? Waarom niet? We zouden het leuk vinden als je. Doe alsjeblieft iets.
De krant is niet van elastiek. En ook onze tijd is geld, dat overigens niet door literaire uitgeverijen wordt betaald, maar door abonnees en adverteerders. Wat ineens het idee oplevert Lenssen en zijn uitgeverij uit te nodigen een advertentie in onze krant te plaatsen. Om te beginnen op onze website, daar waar de tarieven nog begrotelijk zijn.
De oorzaak van het probleem dat Lenssen probeert aan te kaarten – een monocultuur met louter kunst gemaakt door steeds dezelfde bekende namen – zit volgens Lenssen in de neiging van boekhandelaren titels onder de aandacht te brengen waarvan zij weten dat ze verkopen. "Als deze tendens doorzet, past het literaire boekenaanbod binnenkort op twee plankjes bij de supermarkt. Slecht voor de Nederlandse literatuur en in laatste instantie slecht voor iedereen."
Ja, nou, eh. Ook dit weet ik niet. Ik snap wel dat boekverkopers boeken willen verkopen. Dat is hun werk. Daar bestaan ze van. Met het aanprijzen van alweer een miskend meesterwerk aan de laatste fijnproever in de klantenkring is geen huur op een A-locatie te betalen. Makkelijk is dat boekverkopen toch al niet. Helemaal sinds de consument zijn tijd en aandacht is gaan verdelen tussen de gadgetwinkel, de sportschool, het restaurant, het Netflix-abonnement, de smartphone, foodfestivals en, vooruit, de laatste boekwinkel in de stad.
Vandaag bevat Dagblad van het Noorden twee boekenpagina's met ruimte voor vier recensies en een wat wij noemen onderop-stuk. Het is niet veel. Maar nog altijd meer dan wat andere regionale kranten doen. De besproken titels zijn geschreven door Rachel Kadish, Geir Gulliksen, Lieke Marsman, Peter Terrin en Frank Westerman. Zijn dat bekende namen? Wellicht onder mensen die graag goede boeken lezen.
Lieden met een interesse celebrities slaan de boekenpagina's in de cultuurbijlage vermoedelijk ongezien over. Wat jammer is. Voor hen is er in de zaterdagkrant waarschijnlijk een interview met de van televisie bekende Cornald Maas die een boek heeft geschreven over zijn ons onbekende moeder. Geen literatuur, maar wel een boek.
Nog even terug naar de onbekendheid van Peter Lenssen. Het is vermoedelijk velen ontgaan, maar met Bitterdagen is hij genomineerd voor de Halewijnprijs van de stad Roermond, een onderscheiding voor ‘auteurs die al voorbij hun debuut zijn, maar bij het grote publiek nog niet voldoende bekend’. De uitreiking is 31 maart 2019.
Ik hoop voor Lenssen dat hij de prijs niet krijgt. Ik hoop dat hij tegen die tijd voldoende bekend is bij het grote publiek. Ik hoop dat de prijs gaat naar Je denkt dat het komt van Meindert Talma. Ook wel bekend als Neerlands minst bekende popster.
Tot slot over de foto boven het stuk van Lenssen. We herkennen Bert van der Veer, 'Nederlands programmamaker en schrijver'. Maar wie is de vrouw naast hem? Onder de goede inzenders verloot ik een boek van een nauwelijks bekend Nederlands schrijver.