"Iedereen kan tegenwoordig fotograferen. Er worden dagelijks miljoenen foto's gemaakt met mobieltjes. Iedereen kan ook kijken. Maar de combinatie van fotograferen en kijken is slechts aan een enkeling besteed."
Aldus Bert Naarding als voorzitter van de commissie die maandagavond in De Nieuwe Kolk in Assen uitlegde waarom Harry Cock de Culturele Prijs van Drenthe verdient.
De bij dit stukje geplaatste foto, waarop Harry Cock (rechts) op verzoek van Dirk Mulder (links) een handtekening zet op een speciale uitgave van tijdschrift Noorderbreedte, onderschrijven de woorden van Naarding. Niet iedereen kan kijken én fotograferen tegelijk. Zeker als de belichting te wensen overlaat.
"Ik wist niet eens dat ik meedeed", sprak Cock eerder op de avond in zijn dankwoord nadat hij van cultuurgedeputeerde Cees Bijl een cheque van 10.000 euro en een legpenning had gekregen. "Zo'n schouderklop komt wel aan. Maar er volgde nog een schok: ik ben oud, ik krijg een prijs voor wat ik al gedaan heb. Het is afgelopen. Het is voorbij. Terwijl ik altijd dacht dat het nog moest beginnen."
Even later legde Cock uit dat hij de onderscheiding, en het geld, wil gebruiken voor nieuwe projecten, als aanmoediging, als stimulans. Om door te gaan.
Daarna stelde hij vast 'dat het goed is dat de fotografie is opgenomen in het grote Drentse Culturele landschap. "Fotografie als kunst, als medium. We kunnen er niet meer om heen."
En volgden enkele kritische opmerkingen. "We leven in tijden dat het marktgericht denken in alle sectoren de norm is geworden. Dat heeft voor de cultuur in de breedte en op den duur in de diepte rampzalige gevolgen. Daarom is het goed dat er een traditionele prijs is die de kunst en cultuur nog in eren houdt, maar structureel valt er nog veel terug te winnen."