Wij hebben het in Dagblad van het Noorden relatief veel over geld, ook als we over kunst schrijven. Met name subsidies mogen op onze belangstelling rekenen, vooral als ze beginnen te stromen en weer opdrogen. Deze week nog leidde het regeerakkoord tot dit bericht.
Over de mensen die nauw betrokken zijn bij de verdeling van kunstgelden, sturend, schrijven we veel minder. Dat is niet omdat die mensen, veelal adviseurs, commissieleden en voorzitters, woorden gebruiken als 'borgen' en 'kaders'. Dat is meer vanuit de veronderstelling dat we geen vakblad zijn en 'de lezer' niet zit te wachten op wat op de redactie institutionele verhalen worden genoemd. Of in het vocabulaire van een collega: 'gortdroge rommel'.
Desondanks interviewde ik voor onze cultuurbijlage los van elkaar Hans van Maanen, jarenlang voorzitter van de Kunstraad Groningen, en zijn opvolger Erik Akkermans.
Van Maanen zegt onder meer dit:
"Shakespeare in Diever trekt met één voorstelling meer bezoekers dan alle NNT-voorstellingen bij elkaar. Hoe doen ze dat? Het is een event. Het is beleving. Het is entourage. Ik ben er voor dat er minder theaterproducties worden gemaakt, maar maak ze zo goed, speel ze door en organiseer het zo dat de stad er heen moét."
Uit de mond van Akkermans tekende ik het volgende op:
"Ik ben ook voorzitter van de landelijke dialoog die de arbeidsmarkt voor kunstenaars moet versterken. Daar wordt gesproken over een fair practice code: bijvoorbeeld dat kunstenaars redelijk betaald krijgen voor het werk dat ze doen. Daar moeten normen voor komen, zodat fondsen en adviesraden tegen instellingen kunnen zeggen: je krijgt geld als je je houdt aan redelijk normale tarieven en honoraria. In die discussie is een rol weggelegd voor de overheid. Want als er geen geld beschikbaar is, kun je geen goede prestatie-afspraken maken."