De nasleep van 'Schrijver en caravan'
11-10-17
Ter voorbereiding op een boekbespreking voor Dagblad van het Noorden heb ik de bloemlezing 050 maar weer eens uit de kast getrokken. Voor wie het vergeten is, volgt nu de ondertitel: Nieuw talent uit Groningen. Het literaire centrum van Nederland verplaatst zich naar het noorden. De ene samensteller van de bundel was Bram Hulzebos. De andere Erik Nieuwenhuis. In het voorwoord schreven ze dit:
"1995 werd het jaar van de ommekeer. Maar liefst zes (ex-)Groningers betraden voor het eerst de literaire Arena: Nanne Tepper debuteerde met de verbluffende roman De eeuwige jachtvelden, Bart Croughs maakte een rumoerige entree in de vaderlandse letteren met de essaybundel In de naam van de vrouw, de homo en de allochtoon, Frank Noë schreef de geheel in Groningen spelende thriller De prooi. Edzard Mik baarde opzien met zijn debuut De Bouwmeester, Tommy Wieringa maakte zijn debuut met de veelgeprezen roman Dormantique's manco en van Pim Hofstra, tenslotte, verscheen de roman De Leeghwaters."
In mijn hoofd – het was voor mijn tijd – begon het al een jaar eerder, in 1994, toen Sako Kiers en Erik Nieuwenhuis een caravan kochten om ongestoord op het platteland te kunnen werken, in Onnen. Kort daarop werd ook een idee voor een tijdschrift gelanceerd, Schrijver en caravan. Het verschijnen van het 0-nummer bij uitgeverij Passage leidde meteen tot een stukje in de Volkskrant. Zo eenvoudig ging dat toen blijkbaar, zo groot was destijds het tekort aan kopij.
Volgens de overlevering (lees: Anton Scheepstra) verkochten Kiers en Nieuwenhuis de caravan vervolgens aan een paar andere schrijvers. In het archief van Nieuwsblad van het Noorden vond ik een stukje waarin (inmiddels) kunstredacteur Bram Hulzebos vertelt dat de caravan begin 1998 'om nooit opgehelderde redenen' in vlammen opging en dat Chrétien Breukers en Jan Hein de Nobel vanuit respectievelijk Amsterdam en Breda de redactie hadden overgenomen. Na zes nummers was het afgelopen met Schrijver en caravan.
Erik Nieuwenhuis heeft nu, na drie romans en drie bundels met columns, een novelle geschreven, Ergens op het eind, gebaseerd op de gebeurtenissen eind jaren negentig. Vrijdag in de krant een bespreking. Als, Deo Volente, de boel niet in de brand vliegt.
Nog even terug naar 050. In de inhoudsopgave tref ik de namen aan van onder anderen Harm de Jonge, die een nieuw boek uit heeft, van Aafke Steenhuis, die ook net een nieuw boek uit heeft, van Tommy Wieringa, van wie deze maand een nieuw boek verschijnt, en van Louis Stiller, die veel te lang bezig is met een kaart van Groningen vol literaire citaten. Bram Hulzebos zag ik deze week nog aanschuiven voor een eindredactiedienst bij mijn krant.