Maak ruimte voor de 150ste Roet
14-9-17
Een paar weken geleden viel mij Roet in de bus – mooi toch die Drentse taal. Ik lees het Drents letterkundig tiedschrift graag, om uiteenlopende redenen, waaronder verbazing en verwondering. In het voorwoord van nummer 149 verheugt de redactie zich op nummer 150:
'Wij wilt dizze oetgave, met een speciale inhold, op feestelijk wieze prissenteren. Daorveur is het belangrijk daj as schriever, maar ok as lezer, een bijdraoge levert. Rouke Broersma en Henk Nijkeuter heb in heur standaardwarken over de Drèentse literatuur die de ofgelopen jaoren verschenen bint overtugend antoond dat Roet al bijna virtig jaor belangriek is veur de ontwikkeling van de Drèentstaolige literatuur en ok Nederlandstaolige schrievers veuroet hölpen hef. In het 150ste nummer wil wij het umdreien. Wij wilt van je as schriever in het Drèents of in het Nederlands geern weten weten wat Roet veur jé betekend hef.'
Daarna volgt een oproep om voor dinsdag 19 september een bijdrage te mailen naar [email protected].
Ik heb besloten niets in te sturen. Niet omdat Roet niks voor mij heeft betekend, want dat heeft het blad wel, maar om ruimte te creëren voor een serieuze bespreking van het nieuwe boek van Gerard Stout, de reissleutelontwikkelingsroman Tour de littérature. Waarover Dagblad van het Noorden morgen in de cultuurbijlage onder meer het volgende zegt:
'Wie thuis is in de Drentse letteren zal geen moeite hebben schrijvers te herkennen op wie Stout zijn personages heeft gebaseerd. Interessanter is de karaktertekening en denkwereld van hoofdpersoon Ludo Lippstadt, die tijdens de reis gezelschap krijgt van de mythische raven Huginn en Muninn. Maar het meest intrigerend is dat hij zich spiegelt aan Anne Wadman, Bartje en Jacob Israël de Haan.
De eerste werd alleen in zijn eigen provincie voor vol aangezien. De tweede werd door zijn ouders bedrogen. De derde viel in ongenade, verliet zijn geboorteland en werd uiteindelijk om zijn ideeën vermoord.'